Technologiestichting STW
| Utilisatierapport 2004
1993 1998
| Inhoud
| Utilisatierapport 2004
5
| Kees Vijlbrief over innovatiebeleid en STW
8
| Program officers faciliteren en brengen mensen bij elkaar
16
| Statistiek
23
| Twee momenten van evaluatie
23
| De methode; hoe ‘meten’ we de utilisatie
23
| Projecten gestart in 1993
26
| Projecten gestart in 1998
27
| 1993
29
| Indeling projecten 1993
30
| Projecten 1993 per instelling
31
_ interview | PROF.DR.IR. RENÉ DE BORST _ DCT.2930
42
_ interview | DR. JOOST VAN DER MULLEN _ ETN.2965
52
_ interview | PROF.DR. ABRAHAM BROUWER _ WBI.2823
76
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1993 | 1998
80 85
| Indeling projecten 1998
86
| Projecten 1998 per instelling
87
_ interview | DR. ERIK KELDER _ DST.4854
96
_ interview | PROF.DR.IR. PAUL VAN DEN BOSCH _ EEL.4614
101
_ interview | DR. GERRIT MELLES _ GGN.4399
106
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1998 | Uitleg BPI-meetmethode
124 binnenkant achterzijde omslag
4
| STW-bureau
utilisatierapport 2004
5
| Utilisatierapport 2004
Voor u ligt het utilisatierapport 2004
De interimrapportage:
beschrijving voor een gebruiker finan-
van de Technologiestichting STW.
een evaluatie van de projecten die in
cieel zeer aantrekkelijk zijn, zonder
STW heeft twee manieren van
1998 van start zijn gegaan
dat er sprake is van een concreet product. Anderzijds kan de realisatie
rapporteren. Zij rapporteert jaarlijks over haar beleid, activiteiten en
Hier worden de projecten bekeken
van een daadwerkelijk product –
gehonoreerde projecten in het jaar-
die zes jaar geleden van start zijn
gebaseerd op een werkend prototype
verslag. In het utilisatierapport legt
gegaan en recent zijn afgesloten.
– worden afgebroken omdat markt-
zij verantwoording af over de bereikte
De gebruiker die verder wil gaan met
economische aspecten een rol spelen.
(meetbare) resultaten van door STW
de resultaten van het onderzoek zal
Om een beeld te geven van de
gesteunde projecten. Bovendien
in bijna alle gevallen in aansluiting op
resultaten van een onderzoeksproject
worden in het utilisatierapport per
de onderzoeksfase nog een ontwik-
heeft STW in de afgelopen jaren een
project aantallen octrooien en
kelingstraject moeten uitvoeren, de
meetmethode geïntroduceerd, die
contracten weergegeven. Ook wordt
markt onderzoeken, een productielijn
gebaseerd is op drie – meer of minder
aangeduid hoe sterk de betrokken-
opzetten enzovoorts, kortom alles
onafhankelijke – variabelen (BPI:
heid van het bedrijfsleven is, in
wat nodig is om te komen tot een
Betrokkenheid, Product en Inkomsten).
hoeverre er een bruikbaar product
commercieel ‘product’.
Elk van deze variabelen is onder-
uit het onderzoek is voortgekomen en
verdeeld in een oplopende vierpunts-
hoeveel inkomsten er eventueel zijn.
waardering (0, A, B en C). De definities De utilisatierapportage:
van deze classificering vind u in het
een ‘afgerond’ oordeel over de projecten
hoofdstuk Statistiek (pagina 23) en op
Twee momenten van evaluatie
die in 1993 van start zijn gegaan
de binnenkant achterzijde omslag.
In het algemeen zit er een grote
Tien tot elf jaar na de start van univer-
tijdspanne tussen de start van een
sitair onderzoek is een veel beter
project en het moment waarop de
– alhoewel nog altijd niet volledig –
resultaten daadwerkelijk tot een
inzicht in de daadwerkelijke toepas-
Verder is in het rapport een interview
‘bruikbaar’ resultaat leiden. STW is
sing en commercialisering mogelijk.
opgenomen met Kees Vijlbrief,
alleen betrokken bij het eerste deel
In dit rapport worden daarom ook
voorheen directeur-generaal innovatie
van dit lange traject, de onderzoeks-
die projecten bekeken die in 1993
beleid bij het Ministerie van EZ.
fase die doorgaans vier tot zes jaar
van start zijn gegaan en waarover nu
Hij gaat in op de rol van STW in het
beslaat. De evaluatie vindt plaats
een min of meer afgerond oordeel
innovatiebeleid van Nederland.
op twee momenten: direct na afloop
gegeven kan worden met betrekking
Hij zegt: “STW is een motor voor innova-
van een project, de interimrapportage,
tot de utilisatie.
tie gebleken. Ze heeft bewezen een organisatie te zijn die onderzoek kan managen
in dit rapport de projecten die in
en die de brugfunctie tussen wetenschap
1998 van start gingen en vijf jaar later een eindrapportage, de utilisatie-
De methode: hoe ‘meten’ we de utilisatie
en bedrijfsleven uitstekend kan vervullen”. Maar ook: “Elke tijd heeft een eigen
rapportage, hier de projecten die in 1993 van start gingen.
Interviews
Het zal duidelijk zijn, dat het meten
type brugfunctie nodig en STW kan
van de mate van utlisatie niet eenvou-
daarin het schoolvoorbeeld blijven als
dig is. Zo kan een verbeterde proces-
ze met haar omgeving mee verandert”.
utilisatierapport 2004
| Utilatierapport 2004
projecten gestart in 1994 tot en met 1998 hebben tot en met 2003 het volgende opgeleverd:
Een ander interview met Nico Boots, al achttien jaar program officer bij
aantal
overeenkomst
octrooi
inkomsten (in M 3 )
1994
89
32
17
2,5
1995
87
53
27
3,18
1996
120
53
36
5
1997
99
57
23
2,86
Overige interviews van projectleiders
1998
95
65
32
5,6
en/of onderzoekers over het verloop
STW, geeft inzage in zijn dagelijkse werkzaamheden. De program officer als facilitator en intermediair tussen wetenschap en bedrijf.
en resultaat van een project staan tussen de opgenomen projecten
a a n t a l g e s t a r t e p r o j e ct e n
figuur 1
gestart in 1993 en 1998 (pagina 29 en
aantal gestarte projecten
verder)
14 0
120
Samenvatting cijfers
100
Over de hele linie zien we een
80
stijging van de ‘output’. Het aantal 60
overeenkomsten en het aantal octrooien is toegenomen (figuur 2
40
en 3) en de inkomsten uit de projecten 20
gestart in 1998 (figuur 4) zijn fors gestegen ten opzichte van het
figuur 2
19 9 8
19 97
19 9 6
19 95
19 9 4
gemiddelde van de voorgaande jaren. De cijfers geven inzicht in de situatie
aantal overeenkomsten
direct na beëndiging van een project. 70
Het ontwikkelingstraject moet dan vaak nog beginnen. Het is dan ook
60
heel goed denkbaar dat het aantal 50
overeenkomsten en met name de inkomsten de komende jaren nog fors
40
zullen toenemen. 30
20
10
19 9 8
19 97
19 9 6
19 95
0 19 9 4
a a n t a l ov e re e n kom st e n
6
7
| utilatierapport 2004
1993 Zestig procent van de projecten die in 1993 zijn gestart, heeft tot nu toe geleid tot een actieve relatie met
aa n ta l o c tro o ien
figuur 3
een of meer gebruikers (figuur 5 op
aantal octrooien
40 35 30 25 20
pagina 26). Vierenzeventig procent
15
heeft een concreet product opgele10
verd, en 29,5 procent heeft cash of in kind inkomsten opgeleverd.
5
Van de projecten die gestart zijn in
procent heeft een concreet product opgeleverd, en 25 procent heeft cash
19 9 8
(figuur 6 op pagina 27). Ruim zeventig
19 9 8
relatie met een of meer gebruikers
19 97
heeft tot nu toe geleid tot een actieve
19 97
projecten die in 1998 zijn gestart,
19 9 6
Negenenzestig procent van de
19 9 6
1998
i n ko ms t e n ( i n M3 )
figuur 4
19 95
zoek gesubsidieerd gekregen.
19 95
19 9 4
1993 hebben er 30 een vervolgonder-
inkomsten
6
5
4
3
2
of in kind inkomsten opgeleverd. Voor deze projecten die onlangs beëindigd
1
zijn, is het in veel gevallen nog te kennisexploitatie te spreken. Een uitzondering daarop vormt de ‘betrokkenheid’, die 69 procent bedraagt. De figuren 7 en 8 geven de BPI-code die de projecten uit 1993 en 1998 hebben gekregen weer. Een uitleg van deze figuren treft u aan op pagina 28. Al met al geeft het rapport inzicht in de werkzaamheden van STW en de mate waarin de doelstelling van utilisatie is bereikt. Wij wensen u veel leesplezier!
0 19 9 4
vroeg om van uitgekristalliseerde
8
| KEES VIJLBRIEF OVER INNOVATIEBELEID EN STW
utilisatierapport 2004
| “STW is een motor voor innovatie gebleken”
9
10
| KEES VIJLBRIEF OVER INNOVATIEBELEID EN STW
“STW is een motor voor innovatie gebleken”
Hoe kan je wetenschappelijk onderzoek dienstbaar
dichter bij elkaar te brengen. Daar is met de oprichting van
maken aan het innoverend vermogen van het Nederlands
STW verandering in gekomen. De utilisatie komt bij STW
bedrijfsleven? Die vraag hield menigeen bezig, eind jaren
al in een heel vroeg stadium aan de orde en dus kijken ook
zeventig, begin jaren tachtig. Kees Vijlbrief, die de
wetenschappers al snel naar het bedrijfsleven.”
afgelopen zeven jaar directeur Innovatiebeleid bij EZ was en in die hoedanigheid onder meer verantwoordelijk was voor STW, markeert de Innovatienota uit 1979 als startpunt
Van project naar programma
van het innovatiebeleid van de overheid. Sinds enkele maanden is Vijlbrief directeur Management Development
Een ander succesvol initiatief op het gebied van het
en plaatsvervangend directeur-generaal van de Algemene
innovatiebeleid is de oprichting van de Technologische
Bestuursdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Top Instituten (TTI’s) onder het ministerschap van Hans
Met hem en zijn oud-collega Jaap Broersen van EZ, blikt
Wijers geweest. Ook hierin dacht én financierde het
STW terug en vooruit op verleden en toekomst van een
bedrijfsleven mee. De TTI’s zijn net als de IOP’s een
intensieve relatie.
voorbeeld van een programmatische benadering. Bedrijven en kennisinstellingen maken samen een onder-
De Innovatienota heeft volgens Vijlbrief twee producten
zoeksprogramma, waarbinnen projectvoorstellen moeten
voortgebracht die tot op de dag van vandaag succesvol
passen. Vijlbrief toont zich hier voorstander van, maar
zijn: de innovatiegerichte onderzoekprogramma’s (IOP’s)
zegt ook: “Laten we het kind niet met het badwater
en STW. Beide dienden ervoor de onderzoekswereld
weggooien. Het Open Technologieprogramma van STW is
meer en meer in de richting van het bedrijfsleven te doen
buitengewoon relevant. De grote verscheidenheid aan
bewegen. “Het bedrijfleven was van het begin af betrokken
onderzoeksprojecten vervult een verkenningsfunctie. In
bij het bestuur van STW”, zegt Vijlbrief. “Wetenschap en
de resultaten van al die onderzoeken binnen een bepaald
bedrijfsleven stonden in die tijd heel ver uit elkaar.
wetenschappelijk terrein zie je op een goed moment een
NWO had niet direct een instrument voor handen om ze
bepaalde samenhang ontstaan. Dan is de tijd rijp om een
| “STW is een motor voor innovatie gebleken”
programmatische benadering te kiezen, ook voor STW.
Zaaikapitaal voor Technostarters
Het grote voordeel van de programmatische benadering is dat het leidt tot snellere resultaten. Goed voorbeeld is het
Als het om starters met nieuwe kennis gaat, is een veel-
STW-programma Progress (Programme for Research on
gehoorde klacht dat de overbrugging van het vinden van
Embedded Systems and Software ).”
het proof of principle tot de uiteindelijke toepassing teveel tijd en geld vraagt voor een jong en meestal nog klein bedrijf. Vijlbrief knikt begrijpend. “Daar ligt inderdaad
Kennisexploitatie
een hobbel voor het midden- en kleinbedrijf (MKB, red.). Veel startende ondernemers hebben dan ook nog eens de
Een aspect waarin STW volgens Vijlbrief ook een pioniers-
handicap dat zij in de eerste plaats technologiegedreven
rol heeft gespeeld, is in het nadenken over het intellec-
zijn en minder commercieel. Zij doen er verstandig aan
tuele eigendom van wetenschappelijke bevindingen.
hierin te voorzien door ook anderen bij hun bedrijf te
“De wetenschappelijke ambitie om kennis te delen via
betrekken. Het MKB wil ook gebruik maken van innovaties,
publicaties is goed te combineren met het belang om
maar heeft een lange en kostbare weg te gaan. De vraag
kennis te beschermen omwille van eventuele utilisatie.
daarbij is hoe ver de overheid moet gaan om hierin toch
Dit moet dan alleen wel goed begeleid worden”, zegt hij.
mogelijkheden te bieden zonder op de stoel van de
“Het is onderzoeksmanagement in het algemeen waarin
ondernemer te gaan zitten. Wij zijn indertijd gekomen
STW zich heeft bekwaamd en waarmee zij veel patenten
met het begrip ‘zaaikapitaal’, waarmee we Technostarters
heeft verworven en doorverkocht. Daarmee verdient zij
willen ondersteunen. Per jaar besteden we daar ongeveer
zelf ook middelen die weer aan de wetenschap kunnen
25 miljoen euro aan. Toch zullen uiteindelijk ook
worden besteed.”
Technostarters met behulp van risicodragend kapitaal de ontwikkeling van vinding tot product moeten realiseren.”
Met beschermde kennis hebben al heel veel jonge promovendi kans gezien een eigen bedrijf te beginnen. De Universiteit Twente liep hierin lang voorop. Zij dankt
Lissabon-ambities
er zelfs haar bijnaam ‘Ondernemende Universiteit’ aan. Vijlbrief: “Inmiddels doen Twente, Eindhoven en Delft
Ruim twintig jaar innovatiebeleid heeft onder meer
nauwelijks meer voor elkaar onder als het gaat om het
opgeleverd dat Nederland in Europees verband aardig kan
stimuleren van Technostarters, zoals we de jonge bedrijven
meekomen. We zijn minder afhankelijk van de R&D van de
noemen die op basis van verse wetenschappelijke kennis
paar bekende grote ondernemingen en de afstand tussen
ontstaan. Die drie gaan nu ook nauw samenwerken.
kennisvraag en kennisaanbod is duidelijk verkleind. “Met
Daarnaast zie je tegenwoordig zelfs in de R&D-omgeving
de TTI’s hebben we zelfs een lichte voorsprong gehad op
van grote bedrijven ruimte ontstaan voor startende
andere landen”, meent Vijlbrief. “In het algemeen verschilt
technologiebedrijven. Kijk maar naar Philips, dat op zijn
het innovatiebeleid in landen van de Europese Unie niet
campus jonge starters faciliteert. Uiteraard heeft het
zo erg. We hebben echter een achterstand op de VS en op
daarbij in het achterhoofd dat het in de verre toekomst
het Verre Oosten en die is zorgwekkend.”
misschien wel een belang bij deze bedrijven kan hebben. Prima toch? Die bedrijven krijgen zo wel een kans.”
Broersen, bij EZ nog steeds nauw betrokken bij het beleid ten aanzien van STW, vult aan: “De afstand tot de VS neemt zelfs toe. De netwerken tussen bedrijven en kennisinstellingen zijn daar veel sterker waardoor onderzoek
11
12
| KEES VIJLBRIEF OVER INNOVATIEBELEID EN STW
utilisatierapport 2004
gerichter is en nieuwe vindingen sneller een kans krijgen.
op school om op de langere termijn te voorzien in eigen
Op wetenschappelijk niveau lopen we niet achter, maar in
specialisten. Uiteindelijk zul je een goed evenwicht moeten
de benutting wel. Dat noemen we de Europese paradox.
vinden tussen Nederlandse en buitenlandse onderzoekers
In 2001 hebben de EU-landen in Lissabon de ambities
aan onze universiteiten.”
geformuleerd om die achterstand in te lopen. In Lissabon hebben de lidstaten het streven uitgesproken in 2010 de innovatiefste regio ter wereld te worden. Dit zou onder
STW moet óók willen veranderen
meer moeten lukken door de publiek-private R&D-samenwerking te intensiveren en dan natuurlijk niet alleen
Gevraagd naar de rol van STW in het totale innovatiebeleid,
binnen de grenzen van de lidstaten, maar vooral ook over
gaat Vijlbrief er nog eens goed voor zitten. “STW is een
de grenzen heen.”
motor voor innovatie gebleken. Het heeft bewezen een organisatie te zijn, die onderzoek kan managen en die de brugfunctie tussen wetenschap en bedrijfsleven uitstekend
Innovatieplatform als ijsbreker
kan vervullen. Overigens heeft EZ het belang van STW nooit onder stoelen of banken gestoken. In tijden van
Nadat de Lissabon-ambities waren geformuleerd, stond
bezuinigingen bij NWO hebben wij gezegd: nee, wij halen
het innovatiebeleid in Nederland een tijdje niet erg hoog
geen cent van onze bijdrage af, want het werk van STW is
op de politieke agenda. “In Balkenende I zagen we maar
ons te belangrijk.” (De subsidieverhouding tussen de twee
weinig terug van het innovatiebeleid. Uiteraard werd het
financiers van STW is in principe vast: NWO zestig procent
wel met woorden beleden, maar daar bleef het een beetje
en EZ veertig procent, red.)
bij”, zegt Vijlbrief die blij is met de ommezwaai die Balkenende II in dit verband heeft gemaakt. De kennis-
Vijlbrief vindt wel dat STW met haar tijd moet meegaan.
economie werd een politiek issue. “De oprichting van het
In het verleden merkte hij wel eens dat het extra discussie
Innovatieplatform met de rechtstreekse betrokkenheid
vroeg om STW zelf daarvan te overtuigen. “Hoezeer met
van de minister-president is daarvan een belangrijk teken.
name Kees le Pair als eerste directeur de projectmatige
Het Innovatieplatform moet een ijsbrekerfunctie
aanpak heeft verdedigd, hij heeft ook laten zien dat STW
in het Nederlandse innovatiesysteem gaan vervullen. Het
een programmatische benadering kan invullen”, zegt hij.
stempel van de minister-president op het Innovatieplatform
“Dat heeft veel discussie opgeleverd omdat de directie
werkt agenderend. De noodzaak om economische struc-
de verworvenheden van STW als geen ander verdedigde.
tuurversterking te bereiken met innovatiebeleid staat
Die programmatische kant zal zij meer en meer op gaan,
nu dus weer hoog op de agenda. Behalve voor de bewust-
verwacht ik, zonder afbreuk te doen aan het OTP dat zijn
wording is het Innovatieplatform ook van belang om
signalerende functie moet behouden. Verder heeft STW
concrete maatregelen te nemen. Kijk naar de verminderde
een zodanige ervaring in het onderzoeksmanagement
belangstelling voor exacte vakken op scholen in Nederland.
opgebouwd, dat zij deze expertise ten dienste zou
Daar zul je op korte en op langere termijn op moeten rea-
moeten stellen aan aanpalende onderzoeksterreinen.
geren. Zo kan het betekenen dat je kennismigranten tot
Denk daarbij aan de Bsik (ICES/KIS3)-ronde, waarmee
Nederland toelaat om de huidige tekorten aan wetenschap-
uit aardgasgelden recentelijk voor 800 miljoen euro in
pers op te vangen. Dat impliceert een ruimere opening van
kennisontwikkeling is geïnvesteerd.
de grenzen voor gespecialiseerde, hoogopgeleide buitenlandse werknemers. Tegelijkertijd kun je denken aan een
STW speelt een belangrijke rol in NanoNed, het nationale
wervingscampagne voor het volgen van exacte vakken
nanotechnologie-initiatief dat vanuit Bsik (ICES/KIS3)
| “STW is een motor voor innovatie gebleken”
wordt gefinancierd. Of het Genomics-programma, waarin STW al heel goed meedraait. Binnen NWO heeft STW een zekere voorsprong op het gebied van onderzoeksmanagement en die zou zij moeten benutten. Elke tijd heeft een eigen type brugfunctie nodig en STW kan daarin het schoolvoorbeeld blijven als ze met haar omgeving verandert. Dat betekent dus ook dat STW als organisatie de dynamiek zal moeten vertonen om mee te veranderen in een veranderende omgeving. Ik weet dat ze daar in het verleden moeite mee heeft gehad, maar STW heeft ook aangetoond dat ze hiertoe in staat is. De gedrevenheid van de mensen die er werken, is er groot genoeg voor. Zoveel staat vast.”
13
14
DR. GERRIT MELLES:
“Vereenvoudigde hoornvliestransplantatie spaart geld, tijd en ... hoornvlies” project: GGN.4399 (pagina 104; interview pagina 106 t/m 108)
| GG N.4399
15
16
| NICO BOOTS
utilisatierapport 2004
17
| EEN ONMISBARE SCHAKEL IN EEN STW-PROJECT
Program officers faciliteren en brengen mensen bij elkaar
‘Een dag uit het leven’ van een program officer van STW
inschatten of er kansen liggen, of dat toepassing mogelijk
zou geen recht doen aan de beschrijving van het belang
belemmerd wordt door een patentpositie van anderen.
van deze functie voor de voortgang van wetenschappelijk
Het komt regelmatig voor dat een bedrijf gepatenteerde
onderzoek onder de vlag van STW. Nico Boots, al achttien
kennis wil inbrengen, of dat de onderzoeker zelf al eerder
jaar program officer, gaat in op zijn rol voor, tijdens en na
octrooien heeft ingediend en die met een STW-project
een STW-project.
wil onderbouwen. Je kunt je voorstellen dat dan altijd het risico bestaat dat de resultaten van het STW-onderzoek
“Onderzoekers die overwegen een aanvraag in te dienen,
gaan vallen onder de beschermende werking van het
kunnen als ze dat willen, voorlichting krijgen over wat
betreffende patent. Ik zal de aanvragers er dan altijd op
STW van een aanvraag verwacht”, zegt Boots. “Dit is
wijzen dat STW een ‘freedom to operate’ wil hebben.
vooral van belang voor die onderzoekers die nog geen
Dat wil zeggen, dat we zelf over de rechten op die kennis
ervaring hebben met STW. Veel onderzoeksleiders aan
willen beschikken. Niet om als STW een patentportefeuille
universiteiten hebben die ervaring wel. Dan is voorlichting
op te bouwen, maar om er zeker van te zijn dat kopers
niet nodig of hoeft niet zo uitgebreid te zijn. De onder-
van kennis uit onze projecten in staat zijn die kennis
zoeksplannen moeten niet alleen de wetenschappelijke
daadwerkelijk toe te passen. Die vrijheid van handelen
toets der kritiek kunnen doorstaan, maar even belangrijk
is nog om een andere reden van belang. Een participant
is dat aanvragers duidelijk maken dat de resultaten van
die het patent houdt, moet zich realiseren dat hij voor
zo’n onderzoek ergens een gebruiker vinden. Daarom
het commercieel gebruik van kennis uit het STW-project
raad ik onderzoekers als zij ons vooraf raadplegen altijd
een vergoeding verschuldigd is. Zelfs als het patent alle
aan contact op te nemen met mogelijke gebruikers.
vindingen uit het project zal dekken. Als je daarover
Bedrijven zijn altijd goed op de hoogte van de mogelijk-
van tevoren goede afspraken maakt, is er meestal geen
heden, kennen de markt en weten of een toepassing wel
probleem. Dit vergroot bovendien de kans op uiteindelijke
haalbaar is. Bovendien hebben ze een beter inzicht in de
toepassing van de resultaten.”
patentsituatie op het onderzoeksterrein. Ze kunnen beter
18
utilisatierapport 2004
| EEN ONMISBARE SCHAKEL IN EEN STW-PROJECT
Publiceren versus beschermen: kwestie van timing
format en budget. Het is ook van belang dat het voorstel voldoende heldere en toegankelijke informatie bevat, niet
“Een ander aandachtspunt, ook bij ervaren onderzoekers,
alleen voor de referenten maar ook voor onze juryleden. Als
is hoe zij met nieuwe kennis omgaan. Aan universiteiten
dat naar onze mening ontbreekt, doen de indieners zichzelf
heerst de cultuur van publiceren en communiceren van
te kort en geven we ze de kans om het verhaal aan te passen.
onderzoeksresultaten. Volkomen begrijpelijk, de reputatie van wetenschappers wordt immers veelal gemeten aan het
Een voorstel gaat naar vijf referenten die zowel de weten-
aantal publicaties dat zij op hun naam hebben staan. STW
schappelijke kwaliteit als de toepassingsmogelijkheden
wil dit niet in de weg staan, maar wel medezeggenschap
kritisch beoordelen. Zij kijken of het voorstel origineel
hebben over de timing van publiceren en communiceren.
genoeg is, of er doeltreffende onderzoekmethodes worden
Zeker wanneer het om kennis gaat die te patenteren is.
gehanteerd, of de juiste infrastructuur aanwezig is om
Voor al dit soort zaken is het belangrijk vooraf goede
het onderzoek uit te voeren en of de begroting realistisch
afspraken te maken. Dan is de kans op verrassingen tijdens
is. Kan het onderzoek met het aantal onderzoekers
het onderzoek in elk geval een stuk kleiner en kun je
dat wordt aangevraagd, wel worden uitgevoerd? Verder
elkaar aanspreken op het moment dat er toch iets gebeurt
kijken de reviewers naar de ‘past performance’ van de
wat niet de bedoeling was”, aldus Boots.
indiener. Ook beoordelen zij de vraag of het voorstel puur academisch is of dat er tevens een helder utilisatieplan
Het uitlokken van specifieke onderzoeksvoorstellen op
aan ten grondslag ligt. De ervaring leert dat het utilisatie-
vooraf afgebakende gebieden valt niet onder de voor-
plan sterker is als de indiener het bedrijfsleven heeft
lichtende rol van de program officer. Boots: “Het initiatief
geraadpleegd voor hij zijn voorstel indient.”
ligt altijd bij de wetenschappers. Ons Open Technologieprogramma (OTP) is een bottom-up programma en heeft geen aparte budgetten voor afzonderlijke vakgebieden.
Onafhankelijke jury
Het is dus volledig aan de wetenschappers zelf om al dan niet gebruik te maken van de mogelijkheden.”
De program officer stuurt het voorstel, inclusief de open aanmerkingen van de referenten, naar de STW-jury. Deze bestaat uit twaalf mensen uit de wereld van weten-
Van voorlichter naar begeleider
schap en industrie. Zij geven onafhankelijk van elkaar punten aan een voorstel. De wetenschappelijke kwaliteit
Is een onderzoeker eenmaal zo ver dat hij een onderzoeks-
en de toepassingsmogelijkheden krijgen elk een cijfer.
voorstel indient, dan verandert de voorlichtende rol van de
De voorstellen met de beste score komen uiteindelijk
program officer in een meer begeleidende rol. Soms begint
voor financiering in aanmerking. Boots: “De juryleden zijn
dit al wat eerder als een onderzoeker geen voorstel maar
experts op hun eigen terrein. Dit betekent dat zij geen
een concept aanlevert. Boots is daar niet zo’n voorstander
specialist zijn in het vakgebied van de indiener van het
van. “Het is een beetje afhankelijk van de program officer,
voorstel. Het overtuigen van deze mensen vereist een
maar persoonlijk vind ik dat een onderzoeker beter direct
bepaalde manier van formuleren. Je zou kunnen zeggen
met een heus voorstel kan komen. Dat werkt sneller. Wij
dat een voorstel begrijpelijk moet zijn voor de geïnteres-
hebben ons ertoe verplicht het dan binnen twee weken te
seerde lezer van de wetenschapsbijlage van kranten in
bekijken om vast te stellen of het in die vorm geschikt is
Nederland. De informatie moet dus toegankelijk zijn.
om naar de referenten te sturen. We kijken niet alleen of
Wie zich teveel laat meevoeren in details, moet er rekening
het voldoet aan de gebruikelijke eisen met betrekking tot
mee houden dat de juryleden de draad kwijtraken.”
| program officers faciliteren en brengen mensen bij elkaar
Is een project eenmaal gehonoreerd, dan loopt de program
voortgang van het onderzoek. “Pas als de bijeenkomsten
officer het hele traject nog eens na met de indiener.
niet meer worden bezocht, begin ik mij zorgen te maken”,
Zijn alle voorwaarden voor de start van het onderzoek
zegt Boots, die in zo’n situatie uiteraard wel kan stimu-
aanwezig, hoe is het met bestaande patenten in het onder-
leren dat de bijeenkomsten alsnog doorgaan, maar geen
zoeksgebied geregeld, aan wie komen eventuele patenten,
feitelijk middel tot zijn beschikking heeft om dit af te
voortvloeiend uit het onderzoek, toe? Ook zal een program
dwingen. Uiteindelijk is het aan de commissieleden en
officer vooraf duidelijke afspraken willen maken met
onderzoekers zelf om van de gebruikerscommissie een
mogelijke medefinanciers. Als een bedrijf meebetaalt aan
succes te maken.
een onderzoek, mensen ter beschikking stelt of instrumentarium levert, wil dit nog niet zeggen dat het ook recht heeft op de kennis. Boots: “Dit is een misverstand dat nog
Van ‘proof of principle’ naar utilisatie
wel eens voorkomt. Participatie aan een onderzoek leidt niet per definitie tot eigendom van de resultaten. Alleen
Het belang van utilisatie zit bij Boots diep, evenals bij de
als er vooraf afspraken over zijn gemaakt en er sprake is
andere vijftien program officers van STW. Zelfs als een
van een substantiële bijdrage, kan dit het geval zijn.”
onderzoek twee publicaties in Nature en een Nobelprijs oplevert, beschouwt hij het onderzoek als deels mislukt als er geen toepassingsmogelijkheid uit is voortgekomen.
Gebruikerscommissie
“Al zouden we dan wel heel trots zijn”, erkent hij glimlachend. Overigens heeft Boots wel oog voor het gat dat
In de startfase van het onderzoek heeft de program
soms gaapt tussen het vinden van het ‘proof of principle’
officer in hoofdzaak contact met de projectleider van
en de ontwikkeling van een product, een stuk software,
het onderzoek. Na ongeveer een half jaar, als de eerste
instrument of geneesmiddel. “STW kan en mag geen
resultaten beginnen los te komen, wordt het tijd de
venture capitalist zijn”, zegt hij. “Vaak is er echter wel
gebruikerscommissie definitief samen te stellen en uit
een partij nodig die risicodragend kapitaal in een bepaalde
te nodigen voor een eerste bijeenkomst. “De gebruikers-
ontwikkeling wil investeren om tot de uiteindelijke utilisa-
commissie bewaakt de wetenschappelijke voortgang en
tie te komen. Wij spannen ons daar, evenals de onder-
adviseert over de toepassingsmogelijkheden. Het is dan
zoeksleider, wel voor in. Probleem is dat je meestal de
ook een ideaal platform voor wetenschap en bedrijfsleven
meest geschikte kandidaten hiervoor al hebt uitgenodigd
om elkaar te ontmoeten”, vindt Boots. “Tijdens een
in de gebruikerscommissie.” In dat verband merkt Boots
eerste bijeenkomst is het een kwestie van elkaar leren
op dat hij zijn werk nog beter zou kunnen doen als hij de
kennen, het beleid van STW uitleggen, de vorderingen van
gelegenheid en vooral de tijd zou hebben om desnoods
het onderzoek bespreken en de utilisatiemogelijkheden
in het buitenland op zoek te gaan naar een markt voor
bespreken. In de vergaderingen van de commissie valt
toepassingen die in Nederland geen gebruiker vinden.
ook het besluit om resultaten te patenteren. In deze fase krijg je opnieuw te maken met die moeilijke afweging. De wetenschapper wil graag publiceren, terwijl er de
Afrekenen op resultaten
noodzaak is hier zorgvuldig mee te zijn vanuit het oogpunt van kennisbescherming. Die bescherming is zo belangrijk
STW-onderzoeken zijn altijd projecten met een duidelijk
omdat zij de toepassing dichterbij kan brengen.”
begin en einde. STW kent geen systeem van langjarige
De meeste gebruikerscommissies komen twee keer per
financiering van onderzoeksgroepen. Dat wil niet zeggen
jaar bijeen en leveren een inhoudelijke bijdrage aan de
dat STW een langdurig commitment schuwt. Er zijn voor-
19
20
| EEN ONMISBARE SCHAKEL IN EEN STW-PROJECT
beelden te over van groepen waar een onderzoekslijn al meer dan tien jaar door STW wordt gesteund. Cruciaal is alleen dat zo’n groep zich telkens moet bewijzen en met voorstellen moet komen die kunnen competeren met ander onderzoek. Een voortzetting onder STW-vlag is daarom niet vanzelfsprekend. Boots: “We rekenen onderzoekers in zekere zin af op hun resultaten. We verlangen een eindverslag waarin niet alleen de wetenschappelijke maar ook de toepassingsmogelijkheden uitvoerig zijn beschreven.” Het eindverslag kan overigens ook een rol spelen in de ‘past performance’ die referenten in ogenschouw nemen bij de beoordeling van nieuwe onderzoeksvoorstellen. Bij elk vervolg is een nieuw onderzoeksvoorstel vereist dat ook weer de hele procedure moet doorlopen. Net als bij de andere NWO-gebieden is een deel van het STW-onderzoek in programma’s ondergebracht. Dat zijn soms programma’s die STW samen met andere financiers mogelijk maakt. Bij STW leiden ook vervolgprojecten en combinaties van individuele, maar samenhangende projecten, tot STW-programma’s. Als die mogelijkheid zich voordoet, is het aan de program officers om de betrokken projectleiders en bedrijven in zo’n overkoepelend programma te organiseren. In elke fase van een STW-project speelt een program officer dus een vitale rol. Hij faciliteert, stelt kritische vragen om onderzoekers op het beoogde pad te houden, neemt initiatieven om utilisatie dichterbij te brengen en draagt bij aan kennisbescherming waar nodig. Vanwege zijn betrokkenheid bij een onderzoek van begin tot einde kan hij zelfs in de gebruikerscommissie mee discussiëren over obstakels of dilemma’s in het onderzoek. Hij is met andere woorden een belangrijke schakel in het proces.
utilisatierapport 2004
| STW-bureau
21
22
| STW-bureau
utilisatierapport 2004
23
| Statistiek
TWEE MOMENTEN VAN EVALUATIE;
DE METHODE;
DE PROJECTEN VAN START
HOE ‘METEN’ WE DE UTILISATIE
GEGAAN IN 1993 EN 1998
In het algemeen zit er een grote
In de Interimrapportage (over de
Het zal duidelijk zijn, dat het meten
tijdsspanne tussen de start van een
projecten in 1998) worden dus de
van de mate van gebruik niet een-
project en het moment waarop de
projecten bekeken die zes jaar
voudig is. Zo kan een verbeterde
resultaten daadwerkelijk tot een
geleden van start zijn gegaan en
procesbeschrijving voor een gebruiker
‘bruikbaar’ resultaat leiden. STW is
recent zijn afgesloten. Een typische
financieel zeer aantrekkelijk zijn,
alleen betrokken bij het eerste deel
situatie is dat een gebruiker verder
zonder dat er sprake is van een
van dit lange traject, namelijk bij de
wil gaan met de resultaten van het
concreet product. Anderzijds kan
onderzoeksfase die doorgaans vier
onderzoek. Hij zal dan vaak in aan-
de realisatie van een daadwerkelijk
tot zes jaar beslaat. In deze utilisatie-
sluiting op de onderzoeksfase nog
product (gebaseerd op een werkend
rapportage zien wij, enige tijd na
een ontwikkelingstraject moeten
prototype) worden afgebroken omdat
afloop van het onderzoek, terug op
uitvoeren. Dit kan bestaan uit de
markteconomische aspecten een rol
destijds gestarte STW-projecten.
markt onderzoeken, een productielijn
spelen. Hoe de stand van zaken op dit
Voor deze evaluatie worden twee
opzetten en dergelijke, kortom alles
vlak is bij de verschillende projecten,
momenten gekozen; direct na afloop
wat nodig is om te komen tot een
wordt nagegaan door (telefonische)
van een project, de interimrapportage
commercieel ‘product’.
enquêtering van onderzoekers, projectleiders of gebruikers, die bij
(in dit rapport de projecten die in 1998 van start gingen), en vijf jaar later een
In de Utilisatierapportage (over de
het desbetreffende project waren
eindrapportage, het utilisatierapport
projecten die in 1993 van start gingen)
betrokken. Mocht dit niet mogelijk
(hier de projecten die in 1993 van start
is tien tot elf jaar na de start van
zijn, dan wordt gezocht naar ander
gingen).
universitair onderzoek al een veel
beschikbaar bronnenmateriaal.
beter – alhoewel nog altijd niet volledig – inzicht te verkrijgen in de daadwerkelijke toepassing en commercialisering. In dit rapport worden daarom ook die projecten bekeken die in 1993 van start zijn gegaan en waarover nu een min of meer afgerond oordeel gegeven kan worden met betrekking tot de utilisatie.
24
utilisatierapport 2004 2001
| Statistiek
BETROKKENHEID
PRODUCT
Om een beeld te geven van de resul-
De mate waarin één (of meerdere)
In hoeverre zijn de doelstellingen van
taten van een onderzoeksproject,
gebruikers bij het onderzoek zijn
het onderzoek gehaald, en is er een
heeft STW in de afgelopen jaren een
betrokken:
aanwijsbaar ‘product’:
gebaseerd is op drie – meer of minder
0 : het project is mislukt; omdat de uit-
0 : het project is in het onderzoeks-
onafhankelijke – variabelen om de
komsten irrelevant zijn voor een gebruiker;
stadium mislukt, of het onderzoek is
meetmethode geïntroduceerd, die
utilisatie te kunnen kwantificeren,
voortijdig afgesloten;
te weten ‘Betrokkenheid’, ‘Product’
A : er is enige belangstelling van de
en ‘Inkomsten’ (BPI). Elk van deze
gebruikers geweest, door deelname in een
A : Er is geen concreet product. Er is
variabelen is onderverdeeld in een
gebruikerscommissie;
meer onderzoek nodig om een bruikbaar
oplopende vierpuntswaardering
product te verkrijgen. Voorlopige conclu-
(0, A, B, en C). De definities van deze
B : de gebruikers participeren actief.
classificering zijn:
Een eventueel geleverde bijdrage is
ander moet nog worden geverifieerd. We
klein – in de vorm van geld, materialen
zijn nog in de fase van ‘basic technology’.
en dergelijke;
De voornaamste vorm van output is tot
C : op niet mis te verstane wijze participeert de gebruiker in het project. Er is
sies zijn al wel getrokken, maar een en
op dit moment de wetenschappelijke publicatie;
omvangrijke steun gegeven en vaak is
B : een voorlopig model, een principe
er een contract met betrekking tot de
of een conceptmethode is ontwikkeld en
samenwerking gesloten.
bruikbaar. Verificatie en verfijning is nog wel nodig voordat van een eindproduct kan worden gesproken. De gebruiker kan het onderzoeksproduct (nog) niet geheel zelfstandig gebruiken;
C : er ligt een aanwijsbaar product, bijvoorbeeld in de vorm van software, een werkend prototype, een procesomschrijving, een octrooi, kortom een min of meer afgerond concept, waarmee de gebruiker zelfstandig aan de slag kan gaan.
| statistiek
INKOMSTEN
Heeft het onderzoek geleid tot inkom-
Gebruik makend van de hierboven
Achtergrondonderzoek vindt zijn
sten voor STW en/of de onderzoeks-
beschreven classificatie kunnen
plaats in de klasse AAA. Projecten die
groep:
alle projecten in een 4 x 4 x 4 matrix
op bepaalde aspecten mislukten of
worden ingedeeld. In het totaal dus
zijn mislukt, krijgen een 0-waardering
64 mogelijkheden. Er ontstaat zo
(bijvoorbeeld klasse 000).
0 : omdat het project wetenschappelijk mislukte, of omdat er geen gebruiker
een beter gedifferentieerd beeld van
gevonden kon worden, zijn er geen
de uiteindelijke resultaten die de
inkomsten op dit project geweest en zijn
projecten na vijf respectievelijk tien
die in de toekomst niet te verwachten;
jaar opleveren.
inkomsten Hieronder verstaat STW alle
A : er zijn nog geen inkomsten op het
De meest geslaagde projecten vallen
project. Dat wil hier zeggen dat er wel
uiteraard in de categorie CCC. Maar
bijdragen aan het onderzoek kunnen zijn,
een succesvol project met een grote
maar nog geen revenuen uit de exploitatie
betrokkenheid van een gebruiker
van de kennis. Toekomstige baten zijn
in de non-profit sector én met een
echter niet uitgesloten;
concreet en aanwijsbaar product
B : incidenteel is of wordt (een deel van)
(bijvoorbeeld milieu-onderzoek), wordt ook in een hoge klasse inge-
de kennis verkocht. De ‘inkomsten’ kunnen
deeld (CCA). Een project dat heeft
hier ook bestaan uit het feit dat het resul-
geresulteerd in een product, maar
taat ‘waardevol’ is voor de samenleving;
geen afnemers vindt komt in een lage
C : er is een beduidende, gestage of
categorie terecht, bijvoorbeeld ACA.
grote stroom inkomsten (geweest), of er
Ook wordt zo duidelijk wat de waarde
is zicht op dat een dergelijke stroom de
is van fundamenteel-strategisch
eerstvolgende vijf jaar wordt gerealiseerd.
onderzoek, (de zogenaamde ‘basic
Bijvoorbeeld als er al principe-afspraken
technology’) voor de gebruikers.
gemaakt zijn.
Er is dan weliswaar geen aanwijsbaar product, maar bedrijven hebben er soms (veel) geld voor over om deze basiskennis te ontwikkelen (klasse CAA) of te kopen (klasse CAC).
gelden en bijdragen in natura die op basis van een STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject, dus zowel van voor het project is gestart als tot na afloop van het project.
25
26
utilisatierapport 2004
| Statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1993
1993
figuur 5
utilisatiegroepen
betrokkenheid
product
inkomsten
betrokkenheid %
0 C A
%
1
A
40
25
67,5
B
35
36
21,5
C
25
38
8
In 1993 gingen 102 projecten van
B
start. In deze projecten werd door STW 38,2 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 49 overeenkomsten met de gebruikers gesloten
product
en 22 octrooien aangevraagd.
Aan inkomsten werd een bedrag van
A
3,2 miljoen euro genoteerd.
C Figuur 5 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald.
B Figuur 7 (pagina 28) geeft de BPI-code, die de projecten hebben gekregen weer.
inkomsten
C
B
A
% 3
| statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1998
1998
figuur 6
utilisatiegroepen
betrokkenheid
product
inkomsten
betrokkenheid %
0 C A
%
A
31
28,5
73
B
43
42
20
C
26
28,5
1
In 1998 gingen 95 projecten van start. In deze projecten werd door STW
B
voor 41,6 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 65 overeenkomsten met de gebruikers gesloten
product
en 32 octrooien aangevraagd.
Aan inkomsten werd (tot nu toe) een bedrag van 5,6 miljoen euro genoteerd.
C
A Figuur 6 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald.
B
Figuur 8 (pagina 28) geeft de BPI-code, die de projecten hebben gekregen weer. Voor verdere uitleg, zie de
inkomsten
toelichting op pagina 28.
C 0 B
A
% 2
5
27
utilisatierapport 2004
| Statistiek
De verschillende categorieën worden in kleuren weergegeven. Een hoge score op de categorie Inkomsten is te herkennen aan een blauwe kleur. Voor een hoge score op Betrokkenheid is die kleur rood en voor een hoge score op Product is die kleur groen. Omdat de complete codes alle drie de BPI-componenten bevatten, hebben alle bollen mengkleuren. Een project met BPI-code 000 zal een zwarte bol opleveren. Een project met een code CCC zal een witte bol opleveren. Verder geeft de inhoud van de bol weer hoeveel projecten die betreffende code toegekend hebben gekregen. Zo geeft het praktisch donker rode bolletje onderaan aan dat er één project is met de BPI-code A00. De grote antracietkleurige bol (een niveau hoger en dieper) geeft aan dat er 19 (1993) en 12 (1998) projecten zijn met BPI-code AAA (‘basic technology’). De witte bol rechts achterin geeft aan dat er 5 (1993) en 4 (1998) projecten zijn met BPI-code CCC.
figuur 7
utilisatie projecten gestart in 1993
product –––>
1993
<– –– in ko m st en
k b e t ro
1998
figuur 8
kenh
––> eid –
utilisatie projecten gestart in 1998
product –––>
28
<– –– in ko m st en
b e t ro
kken
heid
–––>
Utilisatierapport 2004
| Projecten
1993
30
utilisatierapport 2004
| Projecten 1993
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
toewijzing
gedurende het hele traject. Dus van
Het projectnummer, de laatste vier
De door STW aan dit project
voor de start tot na afloop van het
cijfers vormen het volgnummer waar-
toegekende subsidie (in k3 ).
project.
op de projecten zijn gesorteerd. contracten en octrooien
doelstelling
BPI
Soort overeenkomst welke met een
Een korte omschrijving van de
(voor uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
gebruiker is afgesloten (optie, licentie,
doelstelling van het onderzoek.
De utilisatiecategorieën waarin het
bijdrage, samenwerking, raamover-
project is ingedeeld.
eenkomst, etc.) en eventuele
resultaten
octrooien/octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
titel
De titel van het project.
inkomsten
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
projectleider
inkomsten (in k1 ). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
Naam van de projectleider.
en bijdragen in natura die op basis van
van de gebruikers bij het project.
een STW-project gegenereerd worden
A_ universiteit van amsterdam
C_ centrum voor wiskunde en informatic a
D_ technische universiteit delft
E_ technische universiteit eindhoven
31
32
33
47
F_ FOM-instituten
56
G_ rijksuniversiteit groningen
L_ universiteit leiden
N_ k atholieke universiteit nijmegen
T_ universiteit twente
U_ universiteit utrecht
57
60
61
64
69
V_ vrije universiteit amsterdam
W_wageningen universiteit
71
73
31
projecten 1993
| Instelling
AB I.2704
A _ universiteit van
ABA
Variabiliteit in aanpassingsvermogen van Californische trips
ANS.2941
ACB
amsterdam
projectleider in k1
Prof.dr. S.B.J. Menken 721,21
totale toewijzing
Enkel- en meervoudige fotonen fluorescentie excitatie en afbeeldingstechnieken voor confocale microscopie (3-D afbeelding en optical trapping)
projectleider
Prof.dr. G.J. Brakenhoff totale toewijzing 845,88 contracten Overdracht: Universiteit van Amsterdam; STW; Carl Zeiss Jena GmbH o c t r o o i e n P CT.N L9 6/00267 Beeldvorming en karakterisatie van het focale veld van een lens door ruimtelijke autocorrelatie inkomsten in k1 63,61 in k1
doelstelling Sinds het midden van de jaren tachtig vormt het insekt de Californische trips (Frankliniella occidentalis) het belangrijkste probleem in vele onder glas geteelde gewassen. Ten eerste heeft dit insekt een groot vermogen om zich op diverse plantensoorten te vermeerderen. Ten tweede is het niet alleen de vraat die als schade kan worden aangemeten, maar ook de schade door een plantenvirus (het tomatenbronsvlekkenvirus; TSWV) dat door deze tripssoort kan worden overgedragen. Ten derde blijkt dit insekt snel resistent te worden tegen pesticiden. Naast onderzoek naar biologische bestrijdingsmethoden (roofwantsen, roofmijten en sluipwespen) zou men moeten streven naar resistente gewassen. Indien resistenties snel doorbroken kunnen worden, dan heeft het weinig zin om resistentieveredeling na te streven. Bij het onderzoek aan het tomatenbronsvlekkenvirus is inzicht vereist in de effectiviteit van de virusoverdracht door trips.
doelstelling Confocale fluorescentiemicroscopie
resultaat na 5 jaar Eén van de drie deelprojecten is
resultaat na 10 jaar Het octrooi is overgedragen aan Carl Zeiss Jena GmbH.
in 1997 afgerond. Dit onderdeel heeft inzicht opgeleverd in resistentieniveaus in gewassen (met name komkommer) tegen trips. Om dit te kunnen bepalen werd een standaard toetsmethode ontwikkeld om vatbaarheid en resistentie te meten. Het deelproject maakte duidelijk dat een bepaalde komkommercultivar een redelijke mate van resistentie vertoonde tegen een groot aantal tripspopulaties. Met deze kennis kunnen zaadbedrijven hun klanten adviseren welke cultivar zij onder bepaalde omstandigheden het best kunnen gebruiken. De studie van de virusoverdracht en de rol van de endogene microflora in de trips en virus in de komkommerteelt. De aanbevelingen zullen in een gepopulariseerde vorm in een vaktijdschrift gepubliceerd worden. resultaat na 10 jaar Dit mondde uit in verdere suggesties ter verbetering van bestrijding van trips. gebruiker(s) Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Naaldwijk / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Nunhems Zaden BV, Haelen
is een belangrijk hulpmiddel voor het zichtbaar maken van driedimensionale structuren in biologische objecten. Voor de beeldvorming werd de enkel fotonexcitatie gebruikt. De nieuwe techniek gebaseerd op de excitatiemogelijkheid van twee fotoneninteractie zou toegankelijk worden gemaakt voor confocale microscopie. Hiermee zouden dan cellen of organismen op specifieke driedimensionale biofysische of morfologische eigenschappen geselecteerd kunnen worden. resultaat na 5 jaar Er is een methode gevonden voor
beeldvorming en karakterisering van het focale veld van een lens door ruimtelijke autocorrelatie. Populair gezegd is een optisch pincet ontwikkeld waarmee objecten als het ware kunnen worden vastgepakt. De objecten worden gevangen in het brandpunt van één of meer laserbundels en kunnen zo in beeld worden gebracht. Er is octrooi aangevraagd op deze techniek.
gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Carl Zeiss Jena GmbH, Jena (Duitsland)
32
utilisatierapport 2004
AG N.2954
ABA
Laser injury of blood vessels embedded in a turbid medium
| Instelling
CWI.2695
C _ centrum voor wiskunde en
B CB
Parameteridentificatie en modelanalyse voor niet-lineaire dynamische systemen
informatica
projectleider
projectleider
wijzing in k 1
Prof.dr.ir. M.J.C. van Gemert totale toe35 8,00 contracten Licentie: STW; Two dimensional Birefringence in Biological Tissue using Polarization Sensitive Optical Coherence Tomagraphy
in k 1
doelstelling Het vinden van een optimale strategie
doelstelling De ontwikkeling van een interactief computermodel voor ingewikkelde niet-lineaire processen, bijvoorbeeld in de chemische industrie. Daarbij moest het mogelijk zijn onbekende parameters te schatten alsmede de nauwkeurigheid van de schattingen te bepalen.
om wijnvlekken met lasers te behandelen. Het bestond uit: het bepalen van de optimale laserparameters zoals golflengte, pulsduur en spotgrootte; de relatie tussen deze laserparameters en anatomische factoren zoals omvang van het bloedvat: plaats en diepte in de huid. Tot slot zou een optimale strategie voor behandeling van wijnvlekken bij patiënten worden vastgesteld. Het project liep parallel aan het onderzoek ‘Treatment of port wine stains: the younger the better’ gefinancierd door de Ziekenfondsraad. resultaat na 5 jaar Het einddoel is niet gerealiseerd.
Wel is er een nieuwe methode bedacht, waarmee het dubbelbrekend gedrag van weefsel 3D-tomografisch bestudeerd wordt. Zo zijn weefselstructuren af te beelden, maar ook de verdeling van thermische schade. De methode is gepatenteerd. Een nieuw model berekent de invloed van bloed op lichtverdelingen in de ingewikkelde anatomie van bloedvaten, en geeft inzicht in de bijdrage van bloedvaten op de rode kleur van de wijnvlek. Via de 3D-reconstructietechniek is gevonden dat de vasculaire anatomie van een wijnvlek gecompliceerder is dan verwacht, en niet-invasieve methoden om de anatomie te karakteriseren zijn nog niet beschikbaar. Dankzij het project zijn internationaal georiënteerde samenwerkingsverbanden ontstaan, onder andere met het Beckman Laser Institute en Clinic, Irvine (Verenigde Staten). resultaat na 10 jaar De samenwerking met het Beckman Laser Institute is voortgezet (de onderzoeker is daar thans werkzaam). Door het onderzoek zijn er nieuwe golflengten (590, 595 en 600nm) voor de behandeling van wijnvlekken door de industrie geïntroduceerd. Het octrooi (op naam van de University of California) wordt nog steeds in stand gehouden, ondanks het feit dat er nog geen licentieafnemer is gevonden. gebruiker(s) Universitair Medisch Centrum Utrecht / St. Jozef Ziekenhuis, Veldhoven / Philips Research Laboratories, Eindhoven
Prof.dr. P.W. Hemker totale toewijzing 147,42 contracten Licentie: CW I; STW; SH E LL; Licentie: CWI; Akzo Nobel Central Research BV; STW
resultaat na 5 jaar Een computerapplicatie is ontwik-
keld voor het calibreren van gecompliceerde mathematische modellen van problemen die beschreven worden door differentiaal- (en/of algebraïsche) vergelijkingen. Een tweetal stand-alone applicaties is voor gebruik beschikbaar. Zowel Shell, IBIS, de RUL als Akzo hebben interesse getoond in het programma. Akzo Nobel overwoog de aanschaf maar is daar door veranderde interne omstandigheden niet toe overgegaan. resultaat na 10 jaar De computerapplicatie, ontwikkeld voor het calibreren van gecompliceerde mathematische modellen die beschreven worden door tijdsafhankelijke differentiaal-algebraïsche vergelijkingen, is de afgelopen periode op het CWI beschikbaar geweest. De applicatie is van nut geweest voor een aantal academische onderzoeken. Een onderzoek bij de medische faculteit van de Universiteit Maastricht leidde hierbij tot een tweetal publicaties. Het verouderen van de hardware waarop de applicatie geïmplementeerd is en gebrek aan gelegenheid de applicatie aan te passen aan de veranderende eisen is er de oorzaak van dat de belangstelling voor het programma afneemt. gebruiker(s) FOM, Utrecht / DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / TNO-TPD, Delft / DSM Bakery Ingredients, Delft
projecten 1993
CWI.2703
B CA
Parallel codes for circuit analysis and control en gineering
CWI.2714
ACA
ACELA – Architecture of a Computer Environment for Lie Algebras
| Instelling
D _ technische universiteit delft
projectleider
Prof.dr. P.J. van der Houwen 421,21
totale
projectleider
Prof.dr. A.M. Cohen
totale toewijzing in
toewijzing in k1
k1
doelstelling Het ontwikkelen van algoritmen voor een oplosmethode voor niet-lineaire differentiaalvergelijkingen die geïmplementeerd kan worden op parallelle computers. Toepassing daarvan op de simulatie van de werking van IC’s bij Philips alsmede op control engineering (robotica).
doelstelling Doel van het project was een essentieel nieuwe architectuur voor een interactief boek ontwikkelen voor de toekomstige onderzoeker, die: – wiskunde wil raadplegen, leren, en gebruiken, zowel als wiskundige documenten schrijven (waaronder begrepen: redigeren); – algoritmen ontwikkelen en implementeren voor berekeningen aan Lie-algebra’s (een centraal studie-object in de wiskunde); – een prototype afleveren voor twee commerciële producten: (IB) Het eerste van een reeks ‘interactieve boeken’, waarvan elk op een apart onderdeel van de wiskunde ingaat (de eerste over Lie-algebra’s). (AS) Een ‘authoring system’ om de delen (IB) te schrijven.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
twee software-producten: 1. PSIDE, Parallel Software for Implicit Differential Equations, een parallelle solver; 2. CWI Test Set for IVP’s (Initial Value Problems): http://db.cwi.nl/projecten/project.php4?prjnr=89. In deze testset is een aantal praktijkproblemen beschreven met daarbij de oplossing gegenereerd door PSIDE. Anderen kunnen zo hun eigen codes testen en de uitkomsten vergelijken. De samenwerking met Paragon Decision Technology heeft helaas geen vervolg gekregen. resultaat na 10 jaar Een testset wint aan belang bij een zo groot mogelijke verscheidenheid van problemen die de gevarieerdheid en moeilijkheidsgraad van IVP’s voluit tot hun recht laten komen. Het verder ontwikkelen en inrichten van zo’n gevarieerde testset was het onderwerp van project CWI.4533. Met het vervroegde emeritaat van Prof. Van der Houwen is het project op 31 december 2000 voortijdig beëindigd. Het werk is per september 2001 overgenomen door een groep bij de wiskunde faculteit van de Universiteit van Bari (Italië), zie: http://www.dm.uniba.it/~testset. De testset is nog aanzienlijk uitgebreid met nieuwe testproblemen en solvers. Dat de testset voorziet in een grote behoefte blijkt wel uit het feit dat er door de jaren heen een groot aantal ‘hits’ is geweest (in 2003 bijvoorbeeld waren er meer dan 50.000 requests). gebruiker(s) Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Philips Research Laboratories, Eindhoven / CWI, Amsterdam / IHC Systems BV, Sliedrecht / Thales Nederland BV, Hengelo
417,47
resultaat na 5 jaar Het project heeft een prototype
van een elektronisch boek opgeleverd bestaande uit een hoofdstuk over Lie-algebra’s. De opkomst van Web, Web browsers en bijbehorende techniek (zoals Java en servlets) heeft veel implementatieproblemen uit het oorspronkelijke project inmiddels opgelost. resultaat na 10 jaar: Uit het project zijn direct de implementatie van Lie-algebra algoritmen in de twee software pakketten GAP en Magma voortgekomen, en het boek over Lie algoritmen van Willem de Graaf (verschenen bij Elsevier). Iets minder direct is er het interactieve dictaat Algebra Interactive! uit voortgekomen, dat via uitgeverij Springer, Heidelberg, als CD met boek is uitgebracht. Er is destijds voor eerstjaars universitiare algebra gekozen omdat daar meer gebruikers van voorhanden waren dan van een interactief boek over Lie-algebra’s. In Algebra Interactive! wordt GAP als wiskundige rekenaar op de achtergrond gebruikt. Bovengenoemde ontwikkelingen (OpenMath, XML, servlets, en dergelijke) worden alle verwerkt in de nieuwe versie Algebra Interactive! die naar verwachting voor het einde van het kalenderjaar 2004 uitkomt. De hierbij ontwikkelde gereedschappen worden ten dele aangeboden op http: www.riaca.win.tue.nl. gebruiker(s) I0S Press BV, Amsterdam / Kluwer Academic Publishers, Dordrecht / Elsevier Publikaties, Amsterdam
33
34
utilisatierapport 2004
DST.1882
ACA
On line aerosol en deeltjes-analyse met een combinatie van deeltjesgroottebepaling, laser geïnduceerde fragmentatie en time-offlight-spectroscopie
DTN.2618
Overhauser Imaging
DWT.2623
Deformatie en breuk van amorfe polymeerrubber blends: micromechanismen en micromechanica van het scheurvlak
CB B
CAA
projectleider
Prof.dr.ir. A.F. Mehlkopf totale toewijzing 616,76 contracten S amenwerking onderzoek: FOM; Philips Medical Systems Nederland BV octrooien Magnetic resonance apparatus; N L.952009637 Low frequency Birdcage Coil; Correctios of concomitant field gradienst at low field inkomsten in k1 292,24
Prof.dr.ir. E. van der Giessen totale 271,40 contracten Bijdrage: Shell Global Solutions International BV inkomsten in k1 90,75
doelstelling Doel van het onderzoek was de ontwik-
doelstelling De medische diagnostische techniek
doelstelling Polymeren hebben een goede trek-
keling van instrumenten en methoden om op het moment van monstername de grootte, massa en chemische analyse van individuele aerosoldeeltjes simultaan te bepalen.
MRI heeft een belangrijke en voortdurend groeiende plaats in de klinische praktijk. Thans wordt MRI bedreven bij veldsterkten in de orde van 1 tesla. Onderzocht wordt of Overhauser Imaging, een techniek waarbij gelijktijdig de kernspin- en de electronenspinresonantie bedreven wordt, voor medische toepassingen geschikt is. Deze techniek biedt de mogelijkheid MRI bij zeer lage velden (circa 0.01 tesla) te bedrijven. Doel van het project is: a) opstellen eisen, onderzoek aan deelsystemen, ontwerp en realisatie van een in vivo Overhauser Imager voor dieren; b) verkennend onderzoek naar de potenties van Overhauser Imaging voor de biologische research en de medische diagnostiek in samenwerking met medische instellingen en de industrie.
sterke en zijn zeer gemakkelijk vorm te geven. Ze breken echter vrijwel steeds bros. Een manier om dit te voorkomen, is door er rubber in te mengen. De functie van rubber is niet duidelijk en verbetering van de materialen is dan ook zuiver ‘trial and error’. Doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in het scheurproces in mengsels van polymeren en rubbers: wanneer treedt scheurvorming op en wat is daarvan het mechanisme? Met deze kennis kunnen betere slagvaste materialen ontwikkeld worden.
projectleider in k1
Prof. B. Scarlett M.Sc. 459,26
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Een goedwerkend prototype van
het instrument is gebouwd en het is met succes toegepast op verscheidene aerosol systemen, zoals de atmosfeer, uitlaatgassen en industriële systemen. Er is een octrooi door CW/STW aangevraagd. Deze aanvraag is echter niet doorgezet. resultaat na 10 jaar In 1998 heeft het project een
doorstart gekregen samen met het Prins Maurits Laboratorium van TNO Rijswijk en met financiële steun van het Ministerie van Defensie. Het apparaat is dusdanig aangepast dat er nu intacte bacteriemoleculen gedetecteerd kunnen worden en dat er alleen spectra van de biologische deeltjes wordt gemaakt. Dit tweede generatie apparaat is wereldwijd gepatenteerd en worden momenteel commercieel gemaakt. gebruiker(s) FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, Amsterdam / TNO-PML, Rijswijk / RIVM, Bilthoven / Philips Components, Eindhoven
in k 1
resultaat na 5 jaar Tijdens het project en in het
proefschrift is, in tegenstelling tot hetgeen dat bij universitair onderzoek gangbaar is, ruim aandacht besteed aan het gestructureerd ontwerpen van systemen. Hierbij werd bij het systeemontwerp uigegaan van de functionele eisen voor een Overhauser Imager als goedkoop alternatief van een MRI scanner. Door de kwaliteit van de Delftse Overhauser Imager en de relatie met Philips Medical Systems kon er vroegtijg (en gratis!) worden beschikt over een veelbelovend contrastmiddel van de firma Nycromed. Aan het einde van het project zijn daardoor succesvolle in-vivo images van een rat bij 8,5 mTesla gemeten. resultaat na 10 jaar Recentelijk is het Hamburgse research laboratorium van Philips gestart met de ontwikkeling van een ‘whole body’ Overhauser Imager. Het onderzoek wordt momenteel door een aantal stafleden en studenten voortgezet. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV,
Best
projectleider
toewijzing in k 1
resultaat na 5 jaar Het project had een sterk
fundamenteel karakter. De eerste twee projectjaren aan de UT waren experimenteel gericht, terwijl de laatste twee projectjaren aan de TUD in het teken stonden van modelvorming. Een glasachtig polymeer is vertaaid met verschillende massieve rubberdeeltjes. Het brosse breukgedrag kon worden omgezet naar taai breukgedrag. Het vertaaiingseffect is gevoelig voor de netwerkdichtheid van de rubbers. Het mechanisch gedrag van rubber blends is beschreven in een numeriek model. Het model is inzetbaar voor de ontwikkeling van nieuwe polymeer blends. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden over de utilisatie van de projectresultaten. gebruiker(s) Akzo Nobel, Arnhem / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Dow Benelux BV, Terneuzen / DSM Research BV, Geleen / FOM, Utrecht / General Electric Plastics BV, Bergen Op Zoom
35
projecten 1993
DTN.2642
CB B
Design and manufacturing of short wavelength aspheric mirror systems
Prof.dr.ir. J.J.M. Braat totale toewijzing in 3 9 9,0 4 contracten Licentie: STW; AS M L; Optie: STW; Carl Zeiss; Optie: TNO-TPD; STW octrooien PCT.NL99/00357 Interferometer inkomsten in k1 57,78
DTN.2646
CB B
Electro-magnetic effects in turbulent pipe flows: a numerical simulation with application to an electro-magnetic flow meter
Smart X-ray sensor
AAA
projectleider
projectleider
k1
toewijzing in k1
zing in k1
doelstelling Doel van het project was het ontwerp en de fabricage van spiegelsystemen voor de reflectie van röntgenstraling in de nieuwe generatie lithografie systemen, ook wel extreemultraviolet (XUV) lithografie genoemd. Deze technologie zal waarschijnlijk vanaf het jaar 2010 gebruikt gaan worden voor de productie van geïntegreerde schakelingen met detailgroottes van 50 nanometer en kleiner. De XUV-systemen zijn gebaseerd op projectiesystemen die zijn samengesteld uit asferische spiegels.
doelstelling De ontwikkeling van een model voor turbulente stroming in een pijp met behulp van large eddy simulation. De inbouw daarvan in een flowmeter van Krone Altometer.
doelstelling Dit project betrof de ontwikkeling van
resultaat na 5 jaar In de loop van het project is de
doelstelling meer en meer gericht geraakt op de maakbaarheid van de XUV-spiegels, met name op de ultra precieze meting van de vorm met optische interferometrie. Dit heeft geresulteerd in het ontwerp van een interferometer waarmee afstandsmetingen gedaan kunnen worden met een accuratesse van 0,1 nanometer. Hierop is een patent aangevraagd dat de interesse heeft van TNO-TPD. Het onderzoek heeft aangetoond dat de realisatie van de interferometer in principe mogelijk moet zijn. Echter, veel van de subsystemen van de nieuwe interferometer kunnen alleen gebouwd worden met de meest geavanceerde componenten, zoals actieve pixel sensoren en frequentiegestabiliseerde lasers. Een vervolgonderzoek (project DMR.5189) zal zich in detail richten op de haalbaarheid van het systeem. resultaat na 10 jaar Het vervolgproject is gestart in 2000 en verloopt naar tevredenheid. Vooral bij de ontwikkeling van het optische interferometer zijn grote vorderingen gemaakt. De ontwikkeling van de sensor blijkt een stuk lastiger te zijn. De instandhouding van het octrooi wordt mede gefinancierd door TNO-TPD. ASML en lenzenfabrikant Carl Zeiss zijn zeer geïnteresseerd in het nieuwe systeem. Deze laatste heeft proefspiegels geleverd om het systeem mee te kunnen testen. gebruiker(s) AMOLF, Amsterdam / FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’, Nieuwegein / TNO-TPD, Delft / ESTEC, Noordwijk / Carl Zeiss, Oberkochen (Duitsland) / ASML, Veldhoven / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven
Prof.dr.ir. F.T.M. Nieuwst adt 162,81
totale
DTN.2649
resultaat na 5 jaar De belangrijkste gebruiker in dit
project was Krohne Altometer, een producent van elektromagnetische flowmeters. In het project is een model ontwikkeld en zijn berekeningen gedaan aan de invloed van turbulentie op de nauwkeurigheid van de meting. Na afloop heeft Krohne Altometer k 3 22,7 bijgedragen aan een twaio-project waarin verder gewerkt is aan verbetering van de nauwkeurigheid van de flowmeter. Daarbij is het mogelijk gebleken nauwkeuriger te meten onafhankelijk van het stromingsprofiel, bijvoorbeeld dichter dan eerder mogelijk was achter een bocht in de leiding. resultaat na 10 jaar De gebruiker is nog steeds Krohne Altometer uit Dordrecht. Hun elektromagnetische flowmeters werken tegenwoordig zo goed, onder andere door de inspanningen verricht in het STW-project, dat verdere ontwikkeling momenteel niet noodzakelijk wordt geacht. De flowmeter wordt goed verkocht. gebruiker(s) Océ-Technologies BV, Venlo / NMi Certin BV, Dordrecht / Altometer, Sliedrecht
projectleider
Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk 285,27
totale toewij-
een ‘smart X-ray sensor’: een silicium sensor voor de plaatsgevoelige detectie van laagenergetische röntgenstraling waarin de eerste trap van de uitleeselektronica op de sensor is geïntegreerd. Dit zal het gebruik van silicium sensoren voor stralingsdetectie mogelijk maken voor nieuwe gebieden. resultaat na 5 jaar Aan hoog-ohmige Silicium-wafers
is niet gemakkelijk te komen en bovendien zijn de specificaties niet allemaal gelijk. Er zijn runs gedaan met dergelijke 4 wafers om meer inzicht te verschaffen in de diverse ontwerpproblemen en processtappen geassocieerd met de fabricage van lineaire en circulaire driftdetectoren. In principe is tweedimensionale uitlezing mogelijk bij het ontwerp van de lineaire detector: in de ene dimensie de verschillende anodes, de andere dimensie uit te rekenen via de looptijd van de puls -> ‘Development of a 128 channel Si-drift detector (active area 1,28x2,56 cm 2) for spectroscopic purposes’. Diffusie van de gegenereerde lading over de meerdere anodes – tijdens de drift tijd – geeft enerzijds positieinformatie, anderzijds bemoeilijkt energieabsorptie dan de bepaling van de totale energie. Uitweg zou bijvoorbeeld aanpassing van het detectorontwerp zijn, dan wel vervanging van de anode door een JFET (juncton field effect trasistor) en een capaciteit. Vervolg in project DTN.3736 ‘Silicon drift sensors’. resultaat na 10 jaar Er zijn geen een extra resultaten
behaald. gebruiker(s) Delft Instruments BV, Delft / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips Analytical BV, Almelo
36
utilisatierapport 2004
DTN.2672
AAA
projectleider
Natural-convection flows
B BA
Deterministic removal of near-surface effects from seismic data
CB B
Kruip- en relaxatiegedrag van verhardend beton
projectleider
in k 1
in k1
doelstelling Het tweedimensionaal simuleren van
doelstelling In veel gevallen wordt de kwaliteit van
doelstelling Het verharden van beton is een
de stroming van gas in een kubusvormige ruimte waarvan één vertikale wand verwarmd wordt.
seismische gegevens, nodig voor opsporing van gas- en oliereserves, nadelig beïnvloed door de sterke inhomogeniteit van het bovenste deel van de aardkorst. Hierdoor worden de volgende effecten veroorzaakt: a) verstrooiing van oppervlaktegolven en ‘head-waves’; b) verandering van het karakter van de golf waardoor deze zich voortplanten naar diepere aardlagen. Het doel was een begin maken met de ontwikkeling van deterministische methodes, gebaseerd op adequate benaderingen van de golftheorie. In eerste instantie wordt hierbij gedacht aan een, in deze context, nieuwe toepassing van de gelineariseerde inverse verstrooiing (‘distorted Born inverse scattering’).
chemisch-fysisch proces, waarbij een grote hoeveelheid warmte vrijkomt. Daarbij kunnen spanningen optreden die leiden tot scheurvorming en een afname van de duurzaamheid van de constructie. Doel van dit project was te komen tot een consistente modellering van het kruip- en relaxatiegedrag en tot aanbevelingen voor de regelgeving.
193,37
resultaat na 5 jaar De doelstelling is behaald. Er
zijn zes publicaties verschenen. Gebruik door bedrijven is niet bekend. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten
bekend. gebruiker(s) WL - Delft Hydraulics, Delft / KEMA
Nederland BV, Arnhem / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Corus Research, Development & Technology, IJmuiden / Corus Staal BV, IJmuiden / TNO Bouw, Delft / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
Dr.ir. G.C. Herman tot ale toewijzing 83,06 contracten Overdracht: Technische Universiteit Delft; STW; Shell SIEP BV inkomsten in k1 27,23
DCT.2721
projectleider
Prof.dr. K. Hanjalic
totale toewijzing in k1
DWI.2712
resultaat na 5 jaar De methode is getest met
gesimuleerde data en bleek robuust; ze is uitsluitend gevoelig voor de fasesnelheid van oppervlaktegolven. Dit is vergelijkbaar met de gevoeligheid voor de fasesnelheid van de reflecties in veelgebruikte seismische afbeeldingsmethoden. De methode is getest met twee veld-datasets. Beide vertonen dispersie; dit wijst erop dat de ondergrond gelaagd is. De tests hebben aangetoond dat de bron- en propagatiekarakteristieken direct uit de data kunnen worden geschat. resultaat na 10 jaar Deze achtergrondkennis en de inzichten zijn gebruikt om de methode en algoritmen verder uit te bouwen. De methode is op vele plaatsen inzetbaar. Zo wordt deze gebruikt om het tracé van de TGV op ondergrondse holten te controleren. De aanvrager heeft vele contacten met buitenlandse instituten opgebouwd. Maar ook zijn de banden met Shell aangehaald. Shell financiert een project bij TUD op basis van oppervlaktegolven. Deze steun is te danken aan de expertise opgebouwd in dit project en de latere STW-projecten DWI.3264, DWI.4357, DTW.4451 en DTW.4820. De onderzoeker trad in dienst bij Shell. De projectleider zal binnenkort volgen. gebruiker(s) Jason Geosystems BV, Rotterdam / Schlumberger Cambridge Research, / Shell SIEP BV, Rijswijk
Prof.dr.ir. J.C. Walraven 316,32 inkomsten in k1 90,76
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Er is een uitgebreide serie
proeven uitgevoerd. Met de ontwikkeling van een model dat het vervormingsgedrag van jong beton beschrijft op grond van een gedetailleerde beschrijving van de ontwikkeling van de microstructuur en een aantal eenvoudige spanningrekrelaties, is goede voortgang gemaakt. Over ervaringen bij het uitvoeren van proeven is informatie uitgewisseld met de universiteiten van Braunschweig, München en Gent. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet in de projecten DCT.4010 en DCT.4201. Het model is verder ontwikkeld en wordt in het programmapakket Hymostruc op de markt gebracht. gebruiker(s) Oranjewoud BV, Rijswijk / Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht
37
projecten 1993
DM E.2731
B CB
projectleider zing in k1
Structure determination using Direct Methods Analysis of Electron Diffraction data using HREM data as a starting set
Prof.dr. H.W. Zandbergen 340,53 inkomsten in k1 24,05
totale toewij-
doelstelling Directe methoden worden veel gebruikt voor structuurbepaling in kristallen met behulp van röntgenstralen. Wanneer faseinformatie bekend is kunnen met directe methoden ook structuren worden bepaald in zeer kleine kristallen aan de hand van hoge resolutie elektonenmicroscopische opnamen. resultaat na 5 jaar Een softwarepakket is beschik-
baar, waarmee van een aantal anorganische verbindingen de kristalstructuur is bepaald en vergeleken met de (bekende) röntgenstructuur. Aan vijf universiteiten wordt de software gebruikt, welke nog steeds wordt uitgebreid. De TUD is de enige distributeur van het programma. FEI (vroeger Philips) toont belangstelling. Philips bekostigde een deel van de ‘praktijktest’. Daarnaast financierde Philips een aanvullend onderzoek voor twaalf maanden voor de ontwikkeling van specifieke programmatuur voor kristaloriëntatie. resultaat na 10 jaar Het binnen het STW-project ontwikkelde software pakket heeft de TUD-groep op de kaart gezet als een van de belangrijke elektronen diffractie groepen in de wereld, hetgeen geresulteerd heeft in een aantal samenwerkingsverbanden met andere universiteiten en diverse uitnodigingen voor congressen en zomerscholen.
DIO.2732
B CA
Telepresentie: implementatie en modelvorming van een werkingsprincipe gebaseerd op de perceptuele betekenis van actieve parallaxverschuivingen
projectleider
DCT.2774
B CB
Dr. C.J. Overbeeke totale toewijzing in k1 489,73 octrooien N L.1000466 3-Dimensionale waarneming II
in k1
doelstelling Taken in een mensonvriendelijke of
doelstelling In betonconstructies kan wapenings-
-ontoegankelijke omgeving kunnen soms toch
staal worden bespaard zonder de bezwijkveiligheid in gevaar te brengen door bij het dimensioneren gebruik te maken van hun vermogen om plastisch te vervormen. Voorwaarde is voldoende vervormingsvermogen van de plastische scharnieren. Doel van dit onderzoek was de invloed van schaaleffecten op de vervormingscapaciteit van plastische scharnieren verder te onderzoeken.
uitgevoerd worden door middel van telematica of door middel van ‘telepresentie’. In het eerste geval kan een volledig geautomatiseerd werkstation de taak verrichten. In het tweede geval wordt het werkstation op afstand waargenomen en gestuurd door de perceptueel-motorische vaardigheden van een menselijke operator. Daardoor kunnen ook taken verricht worden die teveel flexibiliteit vereisen om nu al met behulp van telematica opgelost te worden. In dit project wordt de interactie bestudeerd vanuit de studie van de waarneming, om van daaruit tot nieuwe technische systemen te komen. Doel was om a) tot implementatie van het werkingsprincipe over te kunnen gaan en een drietal technische ontwerpideeën productierijp te maken (driedeminsionale endoscoop, videoloep voor slechtzienden, driedimensionale inspectieapparaat voor vliegtuigbagage) en b) de wiskundige modelvorming ervan verder uit te kunnen werken. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft onder andere
geleid tot een prototype van een drie-dimensionale endoscoop en CUBBY: een desk-top Virtual Reality systeem. Daarnaast is kennis vergaard over drie-dimensionale afbeeldingstechnieken op twee-dimensionale schermen.
projectleider
Invloed van schaaleffecten op de vervormingscapaciteit van plastische scharnieren in betonconstructies
Prof.dr.ir. J.C. Walraven 228,56
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar De uitgevoerde experimenten
hebben nieuwe inzichten opgeleverd met betrekking tot het aanhechtingsgedrag van wapeningsstaal aan beton. Er is een model ontwikkeld voor de beschrijving van dit aanhechtingsgedrag, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke spanning-rekrelatie van het beschouwde staaltype, de positie van de staven in de betondoorsnede, de kwaliteit van het omringende beton en het gedrag bij vloeien van het staal. Door het inbouwen van deze component in het totale gedragsmodel voor een plastisch scharnier, zoals dat optreedt bij gewapende platen, ontstaat de mogelijkheid direct de invloed van staalsoort, wapeningsconfiguratie en betondekking op de ductilitiet en het herverdelingsvermogen van doorgaande gewapende platen af te leiden. resultaat na 10 jaar De resultaten van dit onderzoek
gebruiker(s) FEI-EO, Eindhoven / Philips Research
resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikke-
Laboratories, Eindhoven / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
lingen. gebruiker(s) Academisch Medisch Centrum Amsterdam / NV Luchthaven Schiphol / Paes Nederland BV, Zoeterwoude / TNO-TM, Soesterberg
hebben bijgedragen tot bijstelling van de Europese regelgeving. gebruiker(s) Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV, Rijswijk / Corus Staal BV, IJmuiden / Thibo Bouwstaal, Beek En Donk / TNO Bouw, Delft
38
utilisatierapport 2004
DE L.2810
B CC
Modelling and determination of substrate related parasitic effects in VLSI Circuits
DCT.2840
B BA
Strength and stiffness of multiple-fastener timber connections
AB0
Dr.ir. N.P. van der Meijs totale toewij743,35 contracten Licentie: Technische Universiteit Delft; Hewlett Packard Nederland BV; Magma Design Automation, Inc.; Indigo inkomsten in k1 218,04
projectleider
zing in k1
in k1
doelstelling Doel van het project was een mathe-
doelstelling Vastgesteld was dat de regelgeving
doelstelling Systematische bestudering van de
matisch model op te stellen van het elektrisch stromen in een substraat van een VLSI chip. De volgende stap in het onderzoek was om dit model in een software programma om te zetten. Het is belangrijk inzicht te krijgen in de elektrische stromen binnen substraat aangezien deze stromen een groot effect kunnen hebben op de gedrag van de chip zoals cross-talk en latch-up. Tot nu toe werden deze problemen via een trial and error aanpak opgelost. Dit project beoogt hiervoor een systematische aanpak te ontwikkelen met als resultaat een verificatiesysteem dat geschikt is voor CMOS, BICMOS and Bipolar technologies.
met betrekking tot houtverbindingen met mechanische middelen (bijvoorbeeld Eurocode 5) gebaseerd was op onjuiste uitgangspunten. Doel van dit project was te komen tot betrouwbaarder ontwerpregels hiervoor.
invloed van experimentele variabelen op de scheurvorming moest leiden tot meer inzicht in het mechanisme van corrosievermoeiing en tot een nieuw scheurgroeimodel. Daarnaast is gekeken naar een nieuwe methode van cathodische bescherming tegen corrosievermoeiing.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geresulteerd
in een layout-naar-circuit extractor voor MOS (Metal Oxide Silicon) en bipolaire circuits, SPACE genaamd. SPACE is verder in staat om substraat weerstanden te meten, wat de verificatie van substraat koppelingeffecten mogelijk maakt. SPACE is erg snel; afhankelijk van de extractiemethode kunnen 300 transistors per seconde worden doorgemeten. SPACE is inmiddels aan diverse bedrijven in licentie gegeven, de Canadese firma OptEm verzorgd de distributie in Amerika. resultaat na 10 jaar SPACE als softwarepakket is door
de tijd ingehaald. De inzichten uit het project zijn nog immer relevant. gebruiker(s) CATENA Microelectronics BV, Delft / Philips Semiconductors, Nijmegen / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips Electronics Nederland BV, Eindhoven / Philips, Eindhoven
projectleider
Onderzoek naar het mechanisme van de corrosie-vermoeiing van staal in zeewater en ontwikkeling van een nieuwe methode van kathodische bescherming
projectleider
Prof.dr.ir. J. Wardenier 237,73 inkomsten in k1 31,76
totale toewijzing
DM E.2845
in k1
Dr.ir. C.J. van der Wekken 303,91
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Een aantal proevenseries is
uitgevoerd; hierover zijn enige rapporten en artikelen verschenen. Een model voor de beschrijving van het gedrag van houtverbindingen is aan de hand hiervan opgesteld en gevalideerd. Er is daarnaast gekeken naar de normen die in verschillende landen worden gehanteerd en de relatie daarvan met de gevonden proefresultaten. resultaat na 10 jaar Naast achtergrondkennis heeft het onderzoek geleid tot een computerapplicatie. De resultaten zijn bovendien ingebracht in de discussie rond nieuwe regelgeving. gebruiker(s) Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten, Bussum / VDH Konstruktieburo, Odoorn / Centrum Hout, Almere / H.E. Luning Adviesbureau voor Technische Houtconstructies BV, Doetinchem / Adviesbureau voor Bouwtechniek BV, Arnhem
resultaat na 5 jaar Zowel bij de experimenten als bij
de modelontwikkeling is goede voortgang geboekt. Het project heeft vooral achtergrondkennis opgeleverd, die is gepubliceerd. resultaat na 10 jaar Er is vanuit de onderzoeksgroep niets meer met de kennis gedaan na het vertrek van de projectleider kort na het einde van het project. gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / TNO Bouw, Delft
39
projecten 1993
DCT.2847
BBB
Transport van (cryogene) vloeistoffen door scheuren in betonconstructies
Prof.dr.ir. J.C. Walraven totale toewijzing 3 6 4,8 8 contracten Licentie: Technische Universiteit Delft; SIPM inkomsten in k1 21,56
DM E.2868
B BA
Structure and properties of imperfect materials
AAA
projectleider
projectleider
673,79
in k1
doelstelling In dit project is theoretisch en experimenteel onderzoek verricht naar het transport van vloeistoffen door (doorgaande) scheuren in beton. Het theoretische deel van het onderzoek betreft een studie naar relevante parameters en modelvorming. In het experimentele deel lag het accent op transportfenomenen onder cryogene omstandigheden.
doelstelling Het bestuderen van de relatie tussen – fouten in – de microstructuur en de macroscopische eigenschappen van metalen, met toepassingen in de staal- en elektronicaindustrie.
doelstelling Het doel was een fysisch model te
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft zich beperkt
tot cryogene temperaturen. Voor de experimenten is een geheel nieuwe proefopstelling ontwikkeld. Er zijn interessante resultaten behaald. Het dichtvriezen van scheuren, waarop men had gerekend, treedt niet op. Of er al dan niet lekkage optreedt, hangt af van het scheurpatroon dat ontstaat. Naast achtergrondkennis heeft het project een programma voor numerieke analyse van de onderzochte gevallen opgeleverd. resultaat na 10 jaar Vanuit de olie-industrie is belangstelling getoond voor de in het project gewonnen inzichten. In een vervolgproject zal een vergelijkbare studie bij niet-cryogene temperaturen worden uitgevoerd. gebruiker(s) Grabowsky & Poort Zuid BV, Eindhoven / Bouw- en Woningtoezicht Rotterdam / Delta Marine Consultants BV, Gouda / Akzo Nobel Engineering BV, Arnhem / Shell SIOP BV, Den Haag / Bouwcombinatie HSL, Utrecht
resultaat na 5 jaar De resultaten van het project
worden vooral verspreid als publicaties, bijdragen aan internationale conferenties en door samenwerking met industriële researchgroepen. Corus toonde duidelijke belangstelling voor de resultaten betreffende het ijzer-nikkel fasendiagram, dat van fundamenteel belang is bij de staalbereiding. Het onderzoek naar de relatie tussen microstructuur en spanningen in dunne lagen is van belang voor de IC-industrie. Hoewel de ontwikkelde methodiek in principe krachtig is, is die nog niet geschikt voor routinematige analyse. Philips Analytical heeft belangstelling voor de softwareontwikkeling. resultaat na 10 jaar Het inzicht in de fundamentele rol van grensvlakenergiën, van belang voor de IC-technologie, is verder toegepast. Dit model is uitgebreid tot reacties van gassen met oppervlakken. Het model is nuttig voor het voorspellen van de stabiliteit en kritische laagdikte van amorfe versus kristallijne aluminiumoxidefilms. Het optreden van amorf aluminiumoxide kan in de IC-industrie een zeer aantrekkelijke modificatie voor een diffusiebarrièrelaag zijn. Dit model wordt ook toegepast door Corus om de hechting van zinklagen voor staalsoorten van verschillende samenstelling te berekenen. De methodologie en resultaten van dit onderzoek zijn toegepast op kogellagerstaal. De resultaten hebben in combinatie met verder onderzoek geleid tot een model voor kruipgedrag dat geïmplementeerd is in modellen voor mechanisch gedrag van kogellagerstaal bij SKF. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips Analytical BV, Almelo
projectleider
Metals for micro-electronics
in k 1
Dr.ir. R. Delhez
totale toewijzing in k 1
DTN.2871
Prof.dr.ir. S. Radelaar 298,05
totale toewijzing
ontwikkelen waarbij het effect van de korrelstructuur op het elektromagnetische gedrag onafhankelijk van andere factoren werd bestudeerd. Aluminium geleidingslijnen met gecontroleerde en hoog regelmatige korrelstructuren zijn gemaakt bij dezelfde kristallijne oriëntatie. Deze enkel-kristallijne structuren werden gebruikt voor elektromagnetische tests. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
achtergrondkennis. Uitzonderlijk lange levensduur voor de enkel-kristallijne Al-lijnen zijn waargenomen. Bovendien is de ruis in de weerstand (gerelateerd aan de beweging van fouten in het metaal) erg laag. resultaat na 10 jaar Naast de directe transfer naar Philips heeft het project ook de aandacht getrokken van IBM East Fishkill en van internationale universiteiten. Naar het gepubliceerde werk is 15 maal gerefereerd. Ondanks de belangstelling van Philips, IBM en de academische wereld heeft het onderzoek niet tot toepassing in een product geleid. Dit is zeker voor een groot deel te wijten aan het vervangen van aluminium door koper in nieuwe generaties halfgeleider chips, net op het moment dat het onderzoek werd afgesloten. Wel is de in het project ontwikkelde methode overgenomen door de diverse groepen. gebruiker(s) Philips Semiconductors, Nijmegen / Siemens AG, Munchen (Duitsland)/ Philips Research Laboratories, Eindhoven / Mietec/Alcatel, Oudenaarde (België)
40
utilisatierapport 2004
DE L.2874
CCC
projectleider in k1
Low-voltage operational-amplifier design in CMOS and BiCMOS technology
Prof.dr.ir. J.H. Huijsing 365,36 inkomsten in k1 172,44
totale toewijzing
DE L.2879
B CA
projectleider in k1
High-temperature silicon sensors
Prof.dr.ir. S. Middelhoek 261,72
totale toewijzing
DM B.2886
CBA
projectleider
365,12
Abrasive wear of rock cutting tools by rock
Dr. P.N.W. Verhoef 4,54
totale toewijzing in k1
inkomsten in k1
doelstelling De afnemende dimensies in CMOS
doelstelling Het exclusion effect in halfgeleiders
doelstelling Het project wil de basisfactoren
processen, evenals de groeiende markt voor draagbare batterijgevoede apparaten, hebben ertoe geleid dat elektronische systemen op een lagere voedingsspanning moeten werken en minder vermogen moeten verbruiken. Eén van de meest gebruikte analoge bouwblokken in deze systemen is de operationele versterker. In tegenstelling tot digitale circuits, neemt de dissipatie van een versterker niet noodzakelijkerwijs af als de voedingsspanning afneemt. Doel van het project was om nieuwe BICMOS topologieën voor operationele versterkers te ontwerpen die geschikt zijn voor een voedingsspanning van 3,3 Volt en lager. Uiteraard mag dit niet ten koste gaan van de prestaties van deze versterkers.
is een tamelijk onbekend effect, maar dit effect maakt het mogelijk om halfgeleiderbouwstenen in silicium te maken die bij hoge temperaturen kunnen werken. De meeste siliciumcomponenten laten het afweten boven 140°C. Dit project beoogde het effect te begrijpen en er een halfgeleidercomponent mee maken die werkt bij hoge temperaturen.
bepalen van schuurslijtage door steen van steensnijdende instrumenten in de mijn- en baggerindustrie en het graven van tunnels. Verschillende factoren van het steensnijdende proces worden bestudeerd met nadruk op schuurslijtage. Men wil vooral bepalen welke inherente fundamentele karakteristieken van steen haar schuurcapaciteit bepalen en eenvoudige indextests en classificatiesystemen ontwerpen, gebruiken en evalueren om schuurslijtage te helpen voorspellen. De Nederlandse baggermaatschappijen zijn zeer geïnteresseerd in zo’n studie, want recentelijk zijn hoge financiële tegenvallers ontstaan door onverwacht hoge schuurslijtage van de steensnijgereedschappen.
resultaat na 5 jaar
Het onderzoek heeft zich gericht op twee klassen van operationele versterkers. De eerste groep bevat versterkers die kunnen werken op een lage voedingsspanning van twee ‘gate-source’- en twee verzadigingsspanningen. De tweede groep kan werken op een extreem lage voedingsspanning van slechts één ‘gate-source’ en één verzadigingsspanning. Er is een aantal nieuwe versterkers ontworpen (een, twee en viertraps), met transitfrequenties tussen 1.5 en 6.4 megahertz bij een belasting varierend tussen 3 en 60 pF. De vermogensopname lag tussen de 0.05 en 0.6 miliwatt. Een aantal van deze versterkers wordt nu commercieel toegepast. Hiervoor worden royalties ontvangen. resultaat na 10 jaar Er zijn ook 1 gigahertz en hoge
uitgangsstroom opamps ontwikkeld volgens dezelfde ontwerpmethodiek. Ook hiervan levert de commerciële toepassing van een aantal versterkers royalties op. Er zijn vijf patenten verleend, er zijn drie vervolgprojecten en er is uitgebreid wetenschappelijk gerapporteerd. gebruiker(s) Philips Research Laboratories,
Eindhoven / Philips Semiconductors, Nijmegen / Philips Semiconductors, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Het project heeft een algemene
ontwerpmethode opgeleverd waarmee de maximale werktemperatuur van siliciumsensoren kan worden verhoogd naar 400°C. Deze methode is gebaseerd op het zogenoemde exclusie effect. Een hoge-temperatuur silicium Hall-sensor, werkend tot 400°C, is gerealiseerd om de methode te demonstreren. De technologie om hoge-temperatuur Hall sensoren te maken wordt door het bedrijf Xensor Integration uit Delft toegepast in hun producten. resultaat na 10 jaar De firma Schlumberger uit Houston (VS) toonde grote belangstelling voor de resultaten omdat ze Hall-sensoren in boorputten wilde gebruiken. Deze firma is door de projectleider in contact gebracht met de onderzoeker op het project die inmiddels in de VS werkzaam is. Xensor Integration heeft de Hall-sensoren aan Schlumberger geleverd. gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / SystematIC Design, Delft / KEMA Nederland BV, Arnhem / Nederland Haarlem BV, Haarlem
resultaat na 5 jaar Het onderzoek resulteerde hoofd-
zakelijk in achtergrondkennis. Het leverde twee proefschriften op waarvan er een wordt gebruikt als handboek voor de raadgevend ingenieur, betrokken bij het baggeren van gesteente. Uit het eerste deel van het onderzoek bleken de volgende gegevens van de gesteentemassa van belang om vast te stellen of machinaal uitgraven technisch en economisch mogelijk is: a) de dichtheid van het geometrisch patroon van scheuren; b) de druk- én de treksterkte van het intacte gesteentemateriaal; c) de mineralogische samenstelling en korrelgrootte van mineralen in het gesteente. Het is belangrijk dat voldoende penetratie van de snijtand of beitel plaatsvindt tijdens het machinaal snijden. De productie en het slijtageproces zijn dan relatief gunstid. resultaat na 10 jaar Het vervolgonderzoek toonde aan dat de ontwikkelde neuro-fuzzy methoden betere resultaten geven dan traditioneel toegepaste methoden voor modellering van de slijtageprocessen en deze worden dan ook toegepast in de industrie. gebruiker(s) TNO-STB, Delft / Scheepswerf Stapel BV, Spaarndam / Baggermaatschappij Boskalis BV, Papendrecht / WL - Delft Hydraulics, Delft / Vermeer International, Goes / Vosta BV, Sliedrecht
41
projecten 1993
DCT.2893
CCB
projectleider wijzing in k1
Gedrag van betonsteenverhardingen
Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar 179,02 inkomsten in k1 180,60
totale toe-
doelstelling In Nederland bestaat 35 tot 40 procent van het verharde oppervlak uit kleine, geprefabriceerde straatstenen of klinkers. Doel van dit project was te komen tot realistische voorspellingen van de (rest)levensduur van betonsteenverhardingen, met de volgende studies: calibratie en verificatie van de thans beschikbare dimensionerings-methode voor betonsteenverharding; ontwikkeling van een model waarmee het ontstaan en de toename van plaatselijke onvlakheden beschreven worden; de invloed ervan op toekomstig onderhoud.
DCT.2930
B CB
projectleider k1
Rekenmodellen voor ondergrondse constructies
Prof.dr.ir. R. de Borst
totale toewijzing in
283,11
doelstelling Dit aandeel van de TU Delft in een groter onderzoeksverband concentreerde zich op de ontwikkeling van hulpmiddelen voor betrouwbare niet-lineaire driedimensionale berekeningen aan grond en grondconstructie interactieproblemen. Doel van het totale project was om de krachtwerking in en rondom ondergrondse constructies te kunnen voorspellen, evenals de invloed van het ondergrondse bouwproces op de omgeving.
voor klei en zand is een aantal relevante driedimensionale grondmechanicaproblemen berekend, waaronder funderingen, de toren van Pisa en een gestuurde doorpersing. Hiermee zijn de ontwikkelde modellen uitvoerig getest op toepasbaarheid en robuustheid. Er is een studie verricht naar de nauwkeurigheid van het ontwikkelde materiaalmodel voor zand, en hiermee zijn elementaire tests gesimuleerd. Onderzoekspartners in het grotere CUR-verband waren Grondmechanica Delft en TNO-Bouw.
het testen van materialen en over hun eigenschappen. Deze kennis wordt intern en extern voor verder onderzoek benut. Met de resultaten en de fundamentele materiaaleigenschappen is een rekenprogramma ontwikkeld waarmee het gedrag van een betonsteen bestrating onder bepaalde omstandigheden voorspeld kan worden. Het pakket is niet zo gebruikersvriendelijk dat het in de huidige vorm al commercieel is. Voor onderwijsdoeleinden en voor verder onderzoek in STW-project DCT.4192 wordt het wel regelmatig gebruikt. Daarnaast formuleerde de onderzoeker aanbevelingen over ontwerp en constructie van steenbestratingen.
resultaat na 10 jaar De resultaten van dit onderzoek zijn geïmplementeerd in het commerciële eindige-elementenpakket DIANA.
resultaat na 10 jaar Het onderzoeksresultaat is volle-
gebruiker(s) GeoDelft, Delft / Plaxis BV, Delft /
dig geïntegreerd in de colleges constructieve wegbouwkunde waarbij ook de elementenverhardingen aan de orde komen. Veel belangrijker is het dat het werk van de onderzoeker en zijn twee door STW gefinancierde opvolgers in opdracht van de Coordinatie Commissie Elementenverhardingen van het CROW verwerkt is in ‘de nieuwe Nederlandse ontwerpmethode voor elementenverhardingen’. Deze studie resulteerde in het computerprogramma BESCON. Dit programma zal, met toelichting, op een cd geplaatst worden en ter beschikking worden gesteld aan wegenbouwend Nederland, waarmee fundamenteel onderzoek zodanig praktisch vertaald is dat er een voor de praktijk zeer bruikbare ontwerpmethode uit ontstaat.
Ballast Nedam Engineering BV, Amstelveen / TNO Bouw, Delft / Gemeentewerken Rotterdam
gebruiker(s) Stichting CROW, Ede / VNC, Den Bosch / D.H.V., Amersfoort
CCB
projectleider
938,56
Geometry of Hydraulic Fractures
Dr. C.J. de Pater 626,24
totale toewijzing in k 1
inkomsten in k1
doelstelling ‘Hydraulic fracturing’ is een methode
om de productie te verhogen bij gas- en oliewinning. Dit project was erop gericht meer inzicht te krijgen in de invloed van de gesteentesterkte op de injectiedruk en de optimale injectieparameters om het contact van de put met de scheur te verbeteren. Tevens richtte het project zich erop de wijdte en lengte van de scheur te meten met behulp van akoestische metingen. resultaat na 5 jaar Ontwikkeling van ultrasone moni-
resultaat na 5 jaar Met de ontwikkelde modellen resultaat na 5 jaar Er is veel kennis verkregen over
DM B.2933
toring van scheuren, eerste kwantitatieve model, experimenten van hydraulische scheurvoortplanting met volledige meting van de geometrie. Validatie van geavanceerde numerieke simulaties van hydraulische scheurvoorplanting die in de praktijk gebruikt worden in reservoirs met zwak gesteente. Met laboratoriumexperimenten is de basis gelegd voor een methode om de hydraulische scheur met hoog-viskeuze vloeistof te initiëren (in de praktijk door Maersk Oil and Gas). Metingen van de oppervlakteruwheid van scheuren als functie van de aangebrachte spanning lieten zien waarom scheur- behandelingen met water succesvol kunnen zijn en hoe de resultaten vertaald kunnen worden naar andere formaties. resultaat na 10 jaar In vervolgproject DTA.4585 is dit voortgezet en er werd gekeken naar mogelijkheden om scheurvorming te beïnvloeden door het veranderen van de vloeistofeigenschappen. Ook werd uitgezocht hoe akoestische metingen kunnen worden gebruikt om de afmetingen van een scheur vast te stellen. Voor formaties met een dicht netwerk van natuurlijke scheuren werd vastgesteld hoe tortuositeit van hydraulische scheuren afhangt van de viscositeit van de injectievloeistof. Daarmee werd bijgedragen aan de eerste succesvolle stimulatiebehandeling in Japan. gebruiker(s) Elf Aquitaine, Pau Cedex (F) / Mobil Exploration and Producing, Dallas (VS) / Sunbury Research Centre, Middlesex (GB)/ Maersk Olie og Gas AS, Copenhagen (DK) / ARCO Oil and Gas Company, Plano (VS) / Schlumberger Cambridge Research, Cambridge (GB) / Halliburton BV, Leiderdorp / Shell SIEP BV, Rijswijk
PROF.DR.IR. RENÉ DE BORST:
“Driedimensionale modellen voor effecten van grondboringen zijn uniek” project: DCT.2930
Stel, je graaft naast een rijtje negentiende-eeuwse woningen
Technische Universiteit Delf bij de faculteit der Civiele
een diepe en brede tunnel. Op de damwanden die je plaatst,
Techniek, een promovendus aan het rekenen.
ontstaat dan druk uit de omgeving. Damwanden zijn altijd enigszins buigzaam. De mate waarin de grond druk uitoefent
“We hebben besloten ons te verdiepen in rekenmodellen
op de wand, zegt iets over de risico’s van verzakking van de
voor ondergrondse constructies om te beantwoorden aan de
grond in de omgeving van de tunnel. Voor de bewoners van
toenemende behoefte aan ondergrondse infrastructurele
de negentiende-eeuwse woningen zou het dan wel een hele
voorzieningen”, zegt De Borst. “Tegenwoordig gaat boren in
geruststelling zijn als de aannemer van tevoren weet hoe
de grond zeer geavanceerd in zijn werk. Met een tunnelboor-
groot de verzakking kan zijn en welke maatregelen hij moet
machine bijvoorbeeld is het enorme gat ten behoeve van de
nemen om dit te voorkomen. Met die gedachte in het achter-
Westerscheldetunnel gegraven. Je haalt grote hoeveelheden
hoofd zette prof.dr.ir. René de Borst, verbonden aan de
grond weg en plaatst materiaal om de tunnelwand te onder-
| DCT.2930
steunen. Vervolgens plaats je betonnen schilden om de
komt. De effecten van boren in kleigrond zijn anders dan
tunnel tegen inzakking te beschermen. Tegelijkertijd moet je
de effecten van boren in zandgrond. Het bijzondere van de
beseffen dat allerlei krachten op die wanden gaan inwerken
in het STW-project ontwikkelde rekenmodellen is dat we de
en dat er met de omliggende grond dus iets gebeurt. Dat kan
berekeningen kunnen uitbreiden tot driedimensionale
een verschuiving zijn, een verzakking, noem maar op.
modellen.”
In het buitenland is de ervaring hiermee al wat ruimer dan in Nederland. Nu we in Nederland de behoefte aan ondergrondse constructies zien toenemen, is het van belang dat we in onze rekenmodellen rekening houden met de typisch Nederlandse kleiachtige grond. Bijvoorbeeld hier in Delft moet je 30 meter de grond in voordat je een zandlaag tegen-
43
44
utilisatierapport 2004
| DCT.2930
Utilisatietraject vooraf uitgestippeld
Effecten op lange termijn
“Niet alleen heeft iemand kunnen promoveren op en publice-
Wat de vakgroep van De Borst nu zo bijzonder maakt, legt
ren over onze berekeningen, maar derden kunnen ook hun
hij graag uit aan de hand van een tekeningetje. Hij schetst
voordeel doen met deze kennis. Bijzonder aan het project,
drie cirkels. In de eerste staat de modelvorming, in het
dat tussen 1993 en 1997 is uitgevoerd, was dat het utilisatie-
tweede de computercode en in het derde de toepassing
traject vooraf al was uitgestippeld. Met TNO is de afspraak
op het echte probleem. “Bij ons werken mensen die in de
gemaakt dat het proefschrift en de publicatie publieke ken-
twee eerste cirkels volledig thuis zijn. Dat komt bij andere
nis zouden zijn en dat pilotversies van de software aan TNO
groepen weinig voor”, zegt De Borst.
zouden toevallen onder de voorwaarde dat onze modellen in de standaardversie van het eindige-elementenmethodepak-
De meeste onderzoeken houden niet op als een STW-project
ket DIANA van TNO zouden worden opgenomen. Dit systeem
wordt beëindigd. Dit is ook het geval bij het project om
is onder andere gebruikt voor berekeningen aan bouwputten
driedimensionale modellen te maken voor de effecten
bij de Noord-Zuid lijn die in Amsterdam wordt aangelegd.
van boringen. De Borst: “Ook het lange duurgedrag en het
Maar ook Japanse en Zuid-Koreaanse wetenschappers en
gedrag onder wisselende belasting willen wij nader analyse-
aannemers hebben de basisprincipes gebruikt voor bereke-
ren. Materialen vervormen immers ook door de tijd heen.
ningen aan ondergrondse constructies en de effecten van
Daarom zijn we nieuwsgierig naar de effecten op lange
aardbevingen hierop”, zegt De Borst. Overigens waren ook
termijn. De cyclische effecten zullen dan ook zeker nader
Rijkswaterstaat en GeoDelft lid van de gebruikerscommissie.
worden onderzocht en opnieuw in driedimensionale model-
Binnen deze constructie kunnen bijvoorbeeld aannemers de
len worden weergegeven.”
vergaarde kennis via deze instellingen inhuren. Terugkijkend stelt De Borst vast dat het soort onderzoek van zijn vakgroep in de categorie ‘enabling technologies’ is te plaatsen. “Wij maken methodieken waarmee collega’s die dichter op de praktijk zitten aan de slag kunnen. Zij kunnen met ons werk bepaalde ontwikkelingen mogelijk maken of producten analyseren. In feite is het allemaal relatief eenvoudig. We zetten in een proefopstelling een bepaalde belasting op een object of omgeving en vervolgens kijken we wat ermee gebeurt. Wij doen dit van achter de computer. Collega’s doen dit in een experimentele vorm. Zij doen proeven op grondmonsters, zetten kracht op zo’n monster en meten vervolgens de vervorming. Wij gebruiken deze gegevens om een model te maken. Op basis hiervan maken we voorspellingen die we vervolgens testen. Uniek aan onze werkwijze is dat we erin zijn geslaagd driedimensionale modellen in plaats van tweedimensionale te maken.”
45
projecten 1993
DE L.2947
B BA
projectleider wijzing in k1
Charge carrier transport parameters in strained SiGe layers for the optimization of heterojunction bipolar transistors (HBTs)
Prof.dr.ir. J.W. Slotboom 239,29
totale toe-
doelstelling Door de huidige technologische ontwikkelingen is het mogelijk om dunne silicium-germanium (SiGe) lagen te laten groeien met perfect abrupte Si/SiGe heterojuncties. Eén van de toepassingen is de heterojunctie bipolaire transistor (HBT). Deze transistor heeft belangrijke elektrische voordelen, zoals een hoge afsnijfrequentie en een lage basisweerstand. Deze voordelen zijn aantrekkelijk voor toepassingen in de telecommunicatie. Echter, de fysica van dit type transistor is nog niet volledig duidelijk. Doel van dit project was beter inzicht te verkrijgen in de nog relatief onbegrepen fysica van dit type transitsor. resultaat na 5 jaar
Met computersimulaties zijn optimalisaties verricht aan SiGe Heterojunctie Bipolaire Transistoren (HBTs) met polykristallijne emitters. De conclusie is, dat een abrupt Ge profiel halverwege de basis optimaal is voor het hoogfrequente gedrag, met in achtname van de procesbeperkingen. De basislooptijd vormt een minder belangrijk deel van de totale looptijd dan gewoonlijk wordt verondersteld. Daarom is de vraag of een geleidelijk Ge profiel danwel een abrupt Ge profiel beter is niet relevant, mits het basis Gummel-getal hetzelfde is. Daarentegen is de looptijd door de emitter-basis ruimteladingslaag vaak wel een belangrijk deel van de totale looptijd. Resultaten van het onderzoek aan HBT zijn meegenomen in vervolgonderzoek van Philips en DIMES naar optimalisatie van HBTs.
DTN.2953
CCC
Design and manufacture of optical system for Virtual Reality
projectleider
heden bekend. gebruiker(s) Philips Research Laboratories,
Eindhoven
CCC
New inorganic scintillators and storage phosphors
Prof.dr.ir. J.J.M. Braat totale toewijzing 222,3 9 contracten Licentie: Technische Universiteit Delft; STW; Philips Research Laboratories inkomsten in k1 113,44
P r o f . d r. i r. C . W. E . v a n E i j k tot ale 737,74 contracten Optielicentie: S T W ; C R I S M AT E C ; S a m e n w e r k i n g o n d e r zoek: Technische Universiteit Delft; STW; All Russian Scientific Center; St-Petersburg State Technical University inkomsten in k1 70,37
doelstelling Virtual Reality (VR) is een techniek om een gebruiker een gesimuleerde 3D omgeving aan te bieden, onder andere in training, (interactieve) visualisatie, psychologisch onderzoek, en telerobotica. Het probleem met de op de markt zijnde ‘Helmet Mounted Displays’ (HMD’s), is dat de resolutie of het beeldveld en de optische kwaliteit te wensen over laten. Dit project beoogde een optisch systeem te ontwerpen en te maken met betere kwaliteit dan die van de huidige HMD’s.
doelstelling De ontwikkeling van nieuwe scintillator-
in k 1
resultaat na 5 jaar Er is gekozen voor een nieuwe
methode: In plaats van een beeld op een scherm te projecteren, wordt het beeld rechtstreeks op het netvlies geprojecteerd. Hiermee kan een hoge resolutie en een goede optische kwaliteit worden gehaald. Deze zogeheten Retinal Scanning Display (RSD) is ontworpen en is als experimentele tafelopstelling gebouwd. De minimaal toelaatbare beeldkwaliteit is onderzocht en een systeem om de oogbeweging te volgen. Als bron worden laserdiodes gebruikt. De opstelling voldeed aan de optische eisen. resultaat na 10 jaar De promovendus heeft, na een tijdje bij het Amerikaanse bedrijf Microvision dat ook op het gebied van RSD’s actief is gewerkt te hebben, een start-up opgezet: Zernike Systems. Door het ongunstige economische klimaat en het uitblijven van een doorbraak op medisch gebied zijn de activiteiten inmiddels stopgezet. gebruiker(s) Philips Electronics Nederland BV,
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nadere bijzonder-
DTN.2966
Eindhoven
projectleider
toewijzing in k 1
materialen met een snelle responstijd en een hoge lichtopbrengst voor detectie van röntgenen gammastraling, geladen en ongeladen deeltjes. Verder zou een nieuwe methode voor positie-afhankelijke detectie van neutronen geïntroduceerd worden: de neutron storage phosphor image plate. resultaat na 5 jaar Verschillende materialen met
cerium als toevoeging zijn bestudeerd, voornamelijk lanthanidehaliden. Sommigen vertoonden een goed vangstvermogen, hoge opbrengst en redelijke vervaltijd. Dat leverde nieuwe mogelijke scintillatormaterialen. Ook voor de detectie van hete neutronen werden veelbelovende verbindingen gevonden, bijvoorbeeld anorganische materialen gebaseerd op lithium. Voor al deze materialen is verder onderzoek nodig dat inmiddels in project DRI.4627 voortgezet wordt. resultaat na 10 jaar Inmiddels is internationaal octrooi verkregen op de X-ray en gamma scintillatoren LaCl 3 :Ce and LaBr 3 :Ce, die ook nog een goede energetische resolutie hebben. Verder werd patent aangevraagd op meer dan 25 andere haliden. Ook voor Lu 2 Si 2 O 7 :Ce is een internationaal octrooi toegekend. LaCl 3 :Ce en LaBr 3 :Ce zijn inmiddels commercieel verkrijgbaar bij Saint Gobain Crystals and Detectors. Er is veel belangstelling voor deze materialen, bijvoorbeeld vanuit de nucleaire geneeskunde en interplanetair ruimte-onderzoek. Voor Cs 2 LiYCl 6 :Ce en Cs 2 LiYBr 6 :Ce zijn octrooi-aanvragen ingediend als scinillator materiaal. Zij kunnen onderscheid maken tussen neutronen en gamma straling en hebben een hoge opbrengst. Het onderzoek gaat nog door. gebruiker(s) Philips Consumer Electronics, Eindhoven / KVI, Groningen / Crismatec, Gieres (Frankrijk) / AZ Groningen
46
utilisatierapport 2004
DTN.2967
BA0
projectleider
Electron standing wave illumination for analytical microscopy
CCA
Fractionerende koelkristallisatie uit suspensie
BAA
Non-Newtonian fluid flow and gas dipersion in mechanically agitated vessels
projectleider
in k 1
toewijzing in k1
doelstelling Doel was een elektronenmicroscoop
doelstelling Fractionerende koelkristallisatie is een
doelstelling Doel van het onderzoek was te
te realiseren waarmee met behulp van een alternatieve belichtingsmethode (staande golf) tweedimensionale metingen verricht kunnen worden op sub-nanometerschaal aan een preparaat. Mogelijke toepassingen zijn structuuranalyses van kristallen en van eiwitten.
zuiveringstechniek, waarbij hoge productzuiverheden kunnen worden bereikt met een relatief laag energieverbruik. Zowel de kristallisatie uit suspensie als de daarop volgende vast-vloeistofscheiding zijn essentieel voor de te bereiken zuiverheid en werden dan ook tegelijkertijd onderzocht. In een pilotplant schijven-kristallisator werd onderzocht hoe een slurry van kristallen met een optimale was- en filtreerbaarheid en zuiverheid geproduceerd kan worden. Vervolgens werd in diverse typen waskolommen de vast/vloeistof scheiding bestudeerd.
onderzoeken hoe, in een turbulent geroerd vat, stromingskarakteristieken, gasdispersie en stofoverdracht afhangen van de rheologische eigenschappen van de vloeistof. Modellen en software werden ontwikkeld om deze grootheden te voorspellen in praktische gevallen. De resultaten van het onderzoek moesten inzichten, data en tools opleveren waaraan met name in de wereld van de voedingsmiddelenindustrie en de bioprocestechnologie grote behoefte bestaat met het oog op het ontwerpen en optimaliseren van roerwerken en geroerde vaten.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft aan het
resultaat na 5 jaar In het onderzoek is getracht bij
doel beantwoord. Er zijn twee direct bruikbare resultaten: de permeter, die snel en betrouwbaar de permeabiliteit van de kristalslurry kan meten, en de ontwikkelde methode van de verdampingskoeling. De permeter zal door het bedrijf Feycon worden geëxploiteerd. Feyecon verwachtte verkoop van het eerste apparaat in de tweede helft van 2002.
de simulaties van niet-beluchte geroerde vaten onderscheid te maken tussen Newtonse en niet-Newtonse vloeistoffen. Geconcludeerd kan worden dat bij volledig turbulente condities de onderlinge verschillen in de experimentele snelheidsdata, gemeten voor verschillende waarden van de flow-index, niet groter zijn dan de verschillen tussen experimentele data en numerieke stromingssimulaties voor Newtonse vloeistoffen. Allerlei ideeën om niet-Newtonse vloeistofeigenschappen in te brengen in turbulentiemodellen bleken of niet haalbaar of geen effect te sorteren. Wel zijn duidelijk effecten gevonden voor het Reynoldsgetal op het stromingspatroon, maar deze kunnen vooralsnog niet gemodelleerd worden.
Prof.dr.ir. P. Kruit 150,20
inkomsten in k1
resultaat na 5 jaar De staande-golfmethode is in
een pilotexperiment succesvol getest aan een goudkristal, waarmee de mogelijkheid is geschapen de structuur van kleine kristallen van zowel organisch als anorganisch materiaal te bepalen. De mogelijkheid om de methode in een standaardmicroscoop te implementeren wordt nog onderzocht. FEI (voorheen Philips Electron Optics) zal van deze uitbreiding van het toepassingsgebied van elektronenmicroscopen kunnen profiteren. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is beëindigd omdat inmiddels andere technieken dan de staande golf beschikbaar zijn gekomen die een deel van het beoogde toepassingsveld bestrijken. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Philips
Electron Optics, Eindhoven / Philips Research Laboratories, Eindhoven / FEI-EO, Eindhoven / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
Dr. O.S.L. Bruinsma totale toewijzing 163,63 contracten Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Delft; CW/NWO; Goudsche Machinefabrieken; STW; Overdracht: STW; Technische Universiteit Delft; FeyeCon D&I BV octrooien PCT.N L98/00162 Inrichting voor het meten van de premeabiliteit van kristaldeeltjes
DTN.3039
projectleider
441,94
totale toewijzing in k 1
DWT.3007
resultaat na 10 jaar Feyecon heeft de permeter bij een aantal potentiële afnemers getest, maar de markt voor de permeter bleek te klein te zijn voor commerciële exploitatie. De onderzoeksresultaten met betrekking tot de verdampingskoeling hebben de basis gelegd voor een technisch economische TWAIO-studie voor vriesconcentratie van afvalwater in opdracht van NiroPT. gebruiker(s) Goudsche Machinefabrieken,
Waddinxveen / Cindu BV, Uithoorn / NOVEM, Utrecht / Amoco Chemical Company, Naperville (VS) / TNO-MEP, Apeldoorn / DSM Research BV, Geleen
Prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker totale 216,52 contracten Bijdrage: Unilever Research; Akzo Nobel Central Research BV inkomsten in k1 9,08
resultaat na 10 jaar Met betrekking tot de resultaten zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / DSM Bakery Ingredients, Delft / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
47
projecten 1993
DE L.3055
B BA
projectleider
Simultane optimalisatie van power DMOS transistoren en corresponderende bipolaire transistoren
Dr.ir. W. Crans
totale toewijzing in k 1
281,79
doelstelling Geïntegreerde power DMOS transistoren inclusief bipolaire stuurlogica staan op het moment in de belangstelling vanwege de grote voltages die mogelijk zijn. DMOS transistoren worden gemaakt door gelijktijdige diffusie van twee doopstoffen met verschillende diffusiesnelheden. Dit levert behalve de laterale DMOST ook een verticale bipolaire transistor op. Hoofddoel van het onderzoek is dan ook de karakterisatie en optimalisatie van de DMOST en bipolaire transistor in één stap.
| Instelling
ETN.1833
E_
CCA
technische universiteit eindhoven
Development of a (cluster) semiconductorscintillation gamma detector
projectleider
Prof.dr. M.J.A. de Voigt totale toewijzing 232,60 contracten Overdracht: Canberra Semiconductor NV; STW in k 1
doelstelling Doel van het project was het ontwik-
kelen van een detector voor gammastraling met een relatief hoge resolutie. Hiervoor wordt een Bismuth Germaniumoxide Scintilator en een germanium kristal gebruikt die in direct contact met elkaar zitten in een cryostaat, gekoeld met vloeibare stikstof. De verwachting was dat dan een optimale Compton onderdrukking optreedt met een factor van ongeveer 10. Als dat lukte, zou ook een cluster-detector gemaakt worden. resultaat na 5 jaar Tijdens het project is één detector
resultaat na 5 jaar Een inversmodellerings-software-
platform (IMSP) is gerealiseerd. IMSP bestaat uit process and devicesimuleringsmodules van TMA – huidige naam AVANT! – gecombineerd met inversmodelleringsmodule PROFILE. In samenwerking met IMEC is de inversmoduleringmodule ook aangevuld. resultaat na 10 jaar Binnen DIMES is op basis van deze resultaten een virtuele wafer fabriek gecreëerd, waar zowel processen als devices goed calibreerd en geoptimaliseerd kunnen worden. gebruiker(s) Philips Semiconductors, Nijmegen /
Philips Research Laboratories, Eindhoven
gebouwd. Deze wordt regelmatig ingezet voor het meten van gammastraling tijdens proeven in het eigen laboratorium. Canberra Semiconductors in Olen, België, heeft de detector opgenomen in haar catalogus. Daar zijn vijf serieuze gegadigden op af gekomen, maar bij alle is de aanschaf uiteindelijk afgeketst op de prijs. De hoge prijs heeft te maken met de complexiteit van het apparaat. Inmiddels is er opnieuw belangstelling voor de detector, dit keer vanuit Frankrijk. Ook zal hij binnenkort bij het KIvI in Groningen gebruikt worden voor experimenten. resultaat na 10 jaar Na het succesvolle prototype, dat nog steeds in Eindhoven aanwezig is, is er door Canberra een informatiefolder verspreid. Daarop zijn in de afgelopen jaren een drietal serieuze reacties geweest, voornamelijk uit Frankrijk. Er is even sprake geweest om het prototype ter demonstratie naar Frankrijk uit te lenen. De bestellingen zijn uiteindelijk afgeketst op de vrij hoge kosten van dit gecompliceerde instrument. Ondertussen is het principe van clusterdetectoren door Canberra verder ontwikkeld in een geheel andere richting, namelijk alleen halfgeleiderdetectoren. Dit is zo succesvol dat het ontwikkelde principe uit dit STW-project achterhaald is. gebruiker(s)
Canberra Semiconductor NV, Olen
48
utilisatierapport 2004
ETN.2638
BAC
projectleider
Single and multi photon scattering analysis of recombining plasma jets
Dr. J.A.M. van der Mullen 368,08
totale toewij-
E BW.2708
CCB
projectleider
‘DataGrafischeHeuristiek’, voor analyse, ontwerp en evaluatie in de bouw
Ing. R. Daru 61,17
totale toewijzing in k1
203,51
E BW.2725
B BA
projectleider
Spanningsvervormingsgedrag van beton onder een meerassige belasting
Prof.dr.ir. H.S. Rutten
totale toewijzing in
inkomsten in k1
k1
doelstelling In dit project werden twee aspecten
doelstelling Welke strategische en tactische
doelstelling Het doel van dit onderzoek was de
onderscheiden: a) Nagaan in hoeverre nieuwe lasertechnieken in staat zijn om de toestand van een supersoon expanderende plasma jet te kunnen bepalen. b) Middels deze technieken inzicht krijgen in de eigenschappen van het supersoon expanderend plasma om zodoende bestaande toepassingen beter te kunnen begrijpen en nieuwe te kunnen bedenken/voorspellen.
zoek- en vindregels worden door onderzoekers, ontwerpers en beslissers onderkend, bij het scheppen van orde in een ongeordend veld van grafische gegevens? Uitgangspunt is het visueel denken van bouwkundigen als basis voor onderzoek, ontwerp en evaluatie in de bouw, ook waar sprake is van het hanteren van alfanumerieke gegevens. Gezocht wordt naar de meest effectieve wijze, om met behulp van programmatuur dit visueel denken te ondersteunen. Binnen dit onderzoek gebruikten de onderzoekers de strategieën en tactieken van de succesvollere gebruikers, voor het achterhalen van de door hen toegepaste interne zoek- en vindregels, om deze in hanteerbare vorm aan te bieden aan alle gebruikers van het instrumentarium.
complete staalkaart van het bezwijkgedrag (softening) van beton onder een meerassige drukbelasting verkrijgen en onderzoeken welke rol daarin wordt gespeeld door lokalisatie van vervormingen.
zing in k1
resultaat na 5 jaar Met behulp van CARS zijn
dichtheidsprofielen van H 2 in een Ar/H 2 -plasma verkregen onder diverse brander condities van het plasma. CARS metingen zijn ook uitgevoerd met N 2 . Atomaire dichtheids-, temperatuur- en snelheidsprofielen van H en N zijn gemeten, gebruikmakende van twee-fotonige absorptie LIF(TALIF). CRD spectroscopie is toegepast voor (geëxciteerde) H (waterstof) en negatieveH detectie. Het project is van belang geweest voor het doorgronden van de cascadeboog als bron voor depositietoepassingen. Genoemd kan worden: – GE (VS) – licentie op deelgebied polymere substraten en tienjarig samenwerkingscontract in bronopschaling – DSE (NL) – licentie op aantal processen (waaronder passiveringslaag op kristallijn Silicium) op het deelgebied halfgeleider industrie en productie van bronnen (1-2% royalty) – Akzo Nobel – een depositieproces in het kader van zonnecellen op flexibel substraat – TNO-TPD – Zinkoxidelaag depositie voor zonnecel – ECN, Shell Solar, DSE en ISFH – Siliciuminitride depositie voor zonnecel passivatie. resultaat na 10 jaar Er bestaat een breed veld van toepassingen. De inzichten hebben geleid tot een toename van het aantal applicaties van de cascadeboog. Daarnaast neemt het aantal toepassingen, vooral op het gebied van oppervlaktebewerking, gestaag toe. gebruiker(s) AMOLF, Amsterdam / Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort / Corus Staal BV, IJmuiden / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell SIOP BV, Den Haag
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
effectievere en efficiëntere algoritmen. De firma ABECON uit Naarden toonde belangstelling voor de verdere commercialisering van de software. Omdat de software ontwikkeld werd op een Apple, en de firma Apple haar Open Doc ontwikkelomgeving heeft stilgelegd, en het omschrijven van de software op een ander platform (Microsoft) te veel inspanning met zich mee zou brengen is toch van verdere commercialisering afgezien. In het kader van een ander (eerste geldstroom) promotieonderzoek op het gebied van optimalisering met genetische algoritmen en hun vertaling voor plattegronden voor de ontwerpfase wordt de in dit project ontwikkelde kennis gebruikt voor een implementatie in C++ voor Windows95. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwik-
kelingen. gebruiker(s) Oosterhoorn Advies, Loon Op Zand / Berenschot/Osborn, Utrecht / Rijksgebouwendienst, Den Haag / ABECON Informatiesystemen, Naarden
856,34
resultaat na 5 jaar De combinatie van experimenteel
en numeriek onderzoek heeft geleid tot nieuwe inzichten in het gedrag van beton onder meerassige belasting. Een computermodel is geïmplementeerd in het programma FEMMASSE, dat de mogelijkheid biedt om in het constructiegedrag lokaal gedrag en continuümgedrag te combineren. resultaat na 10 jaar Het onderzoek, dat vooral achtergrondkennis heeft opgeleverd, is gedurende korte tijd door de Technische Universiteit Eindhoven voortgezet. gebruiker(s) Oranjewoud BV, Rijswijk / Intron BV, Culemborg / Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht / Intron BV, Houten / TNO Bouw, Delft
49
projecten 1993
EWT.2790
B BA
Onderzoek aan emissies bij LPGverbranding
EWT.2853
B CA
Materiaalkarakterisering met behulp van gemeten veldgrootheden
projectleider
Prof.dr.ir. R.S.G. Baert totale toewijzing in 1.138,14 contracten Bijdrage: STW; Technische Universiteit Eindhoven; DAF Trucks NV; TNO Wegtransportmiddelen inkomsten in k1 23,88
projectleider
k1
in k1
doelstelling In de komende jaren worden de milieu-eisen ten aanzien van uitlaatgasemissies van verbrandingsmotoren in het wegverkeer aanzienlijk scherper. Dit geldt ook voor de op LPG lopende motoren. Om aan deze eisen te kunnen voldoen is het van uitermate groot belang dat in de motor een optimale verbranding wordt gerealiseerd. Om dit te bereiken moest fundamentele kennis worden vergaard over de stroming, ontsteking en verbranding.
doelstelling Een methode om materialen te karakteriseren zou worden ontwikkeld waarbij zoveel mogelijk inhomogene veldinformatie wordt gebruikt als meetgegevens. Hierbij moet gedacht worden aan snelheids-, spannings- of verplaatsingsvelden. De nieuwe werkwijze is getest op vloeistoffen, vaste composieten en metalen.
resultaat na 5 jaar Voor de experimentele analyse
van realistische, instationaire stromingen in de verbrandingsruimte is een optisch-toegankelijke, vierkleps, een-cilinder motor ontwikkeld. In deze niet-gevuurde motor zijn Laser-Doppler Anemometrie (LDA) experimenten uitgevoerd. Door analyse van stationaire en instationaire stromingen is aangetoond dat LDA en numerieke simulaties krachtige gereedschappen zijn voor hedendaags onderzoek en ontwikkeling van verbrandingsmotoren. Emissiemetingen aan een gevuurde een-cilinder motor zijn uitgevoerd om te onderzoeken wat de optimale LPG doseerstrategie is. Verder is een correlatietechniek (Front Image Velocimetry) ontwikkeld om uit digitale vlambeelden, opgenomen met een snelle CCD-camera, lokale vlamsnelheden te berekenen. resultaat na 10 jaar Het idee van multi-point dosering is verder onderzocht door een Nederlandse fabrikanten van automotive gastoevoersystemen. Met de Nederlandse LPG industrie gaat het evenwel al een aantal jaren niet zo goed. In opdracht van TNO hebben de onderzoekers met de opstelling die in het STW-project is ontwikkeld wel een vooronderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor DI-LPG. De interesse vanuit de industrie voor Directe Injectie-LPG neemt inmiddels weer wat toe. gebruiker(s) PD & E Automotive BV, Helmond / ICCS BV, Nuenen / Ministerie van VROM, Den Haag / Vialle BV, Eindhoven / Eurogas BV, Utrecht / Koltec BV, Breda / NECAM, Amersfoort / NOVEM, Utrecht / TNO-WT, Delft / DAF Trucks NV, Eindhoven
Prof.dr.ir. J.D. Janssen 579,13
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Het project heeft vooral veel
materialenkennis opgeleverd. Bovendien is een enorme vooruitgang geboekt in het meten van veldgrootheden in zowel stromingen als bij vaste stoffen. Gebruikte meettechnieken zijn onder andere LDA (Laser Doppler Anemometrie), PIV (Particle Image Velocimetry), ESPI (Electronic Speckle Pattern Imaging) en DIC (Digital Image Correlation). Binnen het Dutch Polymer Institute (DPI) en ook binnen het Netherlands Institute for Metal Reasearch (NIMR) werkt men in vervolgprojecten samen met meerdere industriële partners. resultaat na 10 jaar Zowel Philips als TNO maken tegenwoordig gebruik van de basiskennis die in het project is gegenereerd. Met TNO wordt momenteel samengewerkt in een Europees project. In andere vervolgprojecten (onder andere EWT.3489) wordt de ontwikkelde numeriek/ experimentele methode nog steeds gebruikt. Voor biologische materialen wordt de methode om materiaaleigenschappen te schatten veelvuldig toegepast. gebruiker(s) TNO Industrie, Eindhoven / NLR, Emmeloord / DSM, Geleen / Philips Research Laboratories, Eindhoven
E B K.2928
CBA
projectleider
Besturingssystemen voor distributielogistiek
Prof.jhr.drs. M.J. Ploos van Amstel 195,56
totale toewijzing in k1
doelstelling Er is een veelheid aan besturings-
systemen in de fysieke distributie mogelijk, variërend van volstrekte pull-systemen tot volstrekte push-systemen. In de literatuur en in de praktijk blijkt er weinig bekend te zijn over de besturing van fysieke distributie. De laatste jaren is er een duidelijke mondialiseringstrend waarneembaar in de distributielogistiek. Wat de invloed hiervan op distributiebesturing is, is niet bekend. Daarnaast wordt er in distributiebesturing geen onderscheid gemaakt in de mate van internationalisatie van ondernemingen. Dit project had tot doel een besturingsraamwerk voor de fysieke distributie te ontwikkelen, dat past binnen integrale goederenstroombesturing. resultaat na 5 jaar Er is een relatie gelegd naar de
toepassingsmogelijkheden van enkele standaard besturingstechnieken: SIC, DRP, BSC en LRP. Deze vier technieken worden geclassificeerd in termen van de besturingsbeslissingen. Op basis hiervan kunnen de toepassingscriteria voor de vier besturingstechnieken nader worden beschreven. SIC is daarom voornamelijk geschikt voor toepassing in relatief eenvoudige omgevingen, i.e. omgevingen die gekenmerkt worden door relatief weinig grote pieken in de vraag, korte leveringstijden en kleine seriegroottes. DRP functioneert vooral goed in een omgeving met weinig echelons, grote series in de afhankelijke vraag en een onafhankelijke vraag met een voorspelbaar patroon. Het grote voordeel van DRP is het centrale zicht op de voorraad in ketens. BSC en LRP zijn bruikbaar als integrale statusinformatie kan worden toegepast. LRP heeft de voorkeur boven BSC als er herkenbare patronen in de vraag aanwezig zijn. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen bekend. gebruiker(s) Edisco BV, Zwolle / PTT Telecom Logistiek, Leidschendam / 3M Nederland, Leiden / Vroom en Dreesmann Nederland, Amsterdam / Akzo Nobel Coatings BV, Breda
50
utilisatierapport 2004
ETN.2952
B CA
projectleider in k1
Unsteady vortex shedding in internal flows
Prof.dr.ir. A. Hirschberg 185,63
totale toewijzing
E E L.2957
CB B
projectleider k1
Meetapparatuur voor (onderzoek aan) transiënte elektrische ontladingen
Prof.dr.ir. J.M. Wetzer
totale toewijzing in
127,97
ETN.2965
B CB
De applicatieverbreding van een modulair plasmasimulatiemodel; modelstudies aan de Philips QL-lamp en een cascadeboogplasma
projectleider
Dr. J.A.M. van der Mullen totale toe347,20 contracten Licentie: Technische Universiteit Eindhoven; Philips Lighting BV; STW; Bijdrage: Philips Lighting BV inkomsten in k1 140,66
wijzing in k1
doelstelling Het verkrijgen van inzicht in het
doelstelling Het project betreft uitsluitend aanschaf
doelstelling De laatste jaren geven een sterke
ontstaan van vortices in instabiele tweedimensionale interne stromingen met toepassingen op een fysisch model van de stembanden, industriële dempers, gastransportsystemen en bas-reflexpoorten van luidsprekers.
van apparatuur: enerzijds vervanging van verouderde componenten (bijvoorbeeld digitale oscilloscopen) uit het arsenaal aan meetapparatuur, anderzijds uitbreiding, teneinde de positie opgebouwd in Nederland – op het gebied van breedbandig en storingsvrij meten aan transiënte spanningen en stromen veroorzaakt door ontladingen – te kunnen handhaven en uitbouwen.
stijging te zien van het aantal toepassingen van plasma’s. Naast oppervlaktebewerking (depositie en etsen) breidt de toepassing van technische plasma’s zich ook uit op het gebied van verlichting en milieutechnologie. In dit project is een modulair simulatieprogramma voor de beschrijving van diverse technologische plasma’s ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar Een groot aantal bedrijven en
resultaat na 5 jaar Het werk is nog steeds in volle
instanties is aan oplossingen geholpen voor hun elektro-magnetische storingsproblemen (aan derde geldstroom contracten > 0,5 miljoen euro gegenereerd: PTT Telecommunicatie, PNEM, SEP, PEB Friesland, GEB Amsterdam, NKF Marine, GKN, enzovoorts) en daarmee is weer de nodige ervaring opgebouwd op diverse ‘probleem’ gebieden. Er is een – gepatenteerde – (standaard) methode ontwikkeld voor: a) het meten van de koppeling tussen de stroomkringen voor signaal en voor storing en b) voor het meten van ‘common mode’ stromen in afschermingstructuren, een en ander ook in het kader van een vervolgproject ETN.2508 (‘Betrouwbare bescherming van (micro)elektronica tegen elektro-magnetische storing’).
gang. Er is een botsings-stralingsmodel geïmplementeerd; een geavanceerd chemie-blok ingebouwd; het inductieve koppelingsprobleem is opgelost, evenals de nodige numerieke instabiliteiten. Het diffusie-model behoeft evenwel nog verbetering. Het geheel is langs (hoofd)modulen opgebouwd en er is een versie draaiend op Windows 95.
resultaat na 5 jaar Onderzoek is verricht naar de
stromingsakoestische aspecten van de stroming door stembanden, flenzen en pijpsystemen met afgesloten zijtakken. Met vele bedrijven is in de loop van tien jaar samengewerkt met de volgende resultaten, die na vijf jaar reeds gedeeltelijk behaald waren. Gasunie heeft nieuwe ontwerpregels vastgesteld voor gastransportsystemen met als doel de kans op stromingsgeïnduceerde pulsaties te reduceren. De resultaten zijn ook geïmplementeerd in het Pulsim programma van TNO-TPD dat pulsaties in pijpsystemen voorspelt. De ontwikkelde kennis heeft bijgedragen aan de leidende positie van TNO-TPD op het gebied van stromingsgeïnduceerde pulsaties. Philips gebruikt de kennis bij het ontwerpen van een nieuwe type basreflexpoort voor luidsprekers (Patenten PHN16.925 EP-P en PHN16.477 EP-P) en bij de studie van de aero-akoestiek van bochten in het kader van het Flodac project ten behoeve van ventilatiesystemen. Er is bijgedragen aan het ontwikkelen van stembandprothesen bij IPO/RUG/VU. Een niet reflecterend pijp-uiteinde is ontwikkeld voor pulserende-verbrandingsexperimenten bij Shell. Het team steunt Electricité de France bij de studie van stromingsgeïnduceerde pulsaties in koelwater leidingen van electriciteitscentrales (contract in onderhandeling). resultaat na 10 jaar Deze kennis wordt verder uitgebreid dankzij het vervolgproject ESF.5645. gebruiker(s) TNO-TPD, Delft / NMi Certin BV,
Dordrecht / NLR, Emmeloord / Shell SIEP BV, Rijswijk / COMPRIMO BV, Schiedam / Gastec NV, Apeldoorn / Philips Domestic Appliances and Personal Care, Drachten / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / NV Nederlandse Gasunie, Groningen / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven
resultaat na 10 jaar Vier promoties over ontladingen en vier over EMC. Bij de ontladingen is een verschuiving opgetreden van snelle lawines naar intense gepulste corona-ontladingen, die ingezet kunnen worden voor veel technische toepassingen van afbraak van schadelijke stoffen. De toepassingen maken het nodig Pulsed Power bronnen te ontwikkelen als voeding voor de gepulste ontladingen. Op het gebied van de gepulste ontladingen en EMC zijn vele contracten en projecten afgerond, nog gaande of in voorbereiding. Industriële partners zijn: Georesources, Envitech, Convex, Frigem Energiediensten, ASML, Philips Medical Systems, NUON, Holland Railconsult.
resultaat na 10 jaar Een verbeterd plasma-simulatieprogramma PLASIMO is ontwikkeld. Met behulp van deze code is voor een drietal plasmalichtbronnen een model geconstrueerd: een gesloten inductief gekoppeld plasma, een hoge-druk kwikontlading en de positieve zuil van een hoge-stroom argon-kwik-ontlading. Hierbij is nauw samengewerkt met Philips Lighting. Het STW onderzoek heeft er mede toe geleid dat de groep een toonaangevende positie heeft opgebouwd op het gebied van het modelleren van technische plasma’s. De PLASIMO-code wordt bij vele projecten ingezet, waaronder enkele nieuwe door STW gefinancierde projecten. Het zijn vooral deze nieuwe projecten waarin toepassingen worden ontwikkeld die commercieel interessant zijn voor het bedrijfsleven. gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips GmbH, Aachen (Duitsland) / Philips Lighting BV, Eindhoven
51
projecten 1993
E BW.3081
ABA
projectleider toewijzing in k1
Implementatie van Space Syntax Modellen in een Decision Support System voor stedebouwkundige vraagstukken
Prof.dr. H.J.P. Timmermans 200,77
tot ale
doelstelling Doel was de implementatie van morfologisch georiënteerde Space Syntax modellen in Computer Aided Design (CAD)programmatuur en uitbreiding van Space Syntax modellen met functionele kenmerken en implementatie van deze modellen in een geïntegreerd CAD-GIS Decision Support System voor stedebouwkundige vraagstukken. GIS, CAD en hun mogelijke integratie moesten worden uitgebreid met modules die de software daadwerkelijk tot een ondersteuning van ruimtelijke beslissingen, en daarmee tot een DSS maakt. Op dit punt leken Space Syntax modellen voor een breed scala van actoren mogelijkheden te bieden. Het leggen van een directe relatie tussen voorgestelde omgevingen (ontwerp) en te verwachten gebruik is de sterke kracht van Space Syntax. resultaat na 5 jaar In de loop van het project zijn
de ideeën omtrent een geïntegreerde CAD-GIS omgeving sterk gewijzigd. Werd eerst gedacht aan één gemeenschappelijke omgeving zowel voor ontwerpers als planners, later werd ingezien dat het aanspreken van ontwerpers en planners in hun eigen software omgeving een betere aanpak zou zijn. Gedurende de looptijd van het project zijn twee applicaties ontwikkeld (ESSyx: Engine for Space Syntax Analysis en MoSS: Module for Space Syntax Analysis). Beide applicaties zijn geschreven in Delphi 3.0, een ontwikkelomgeving gebaseerd op de programeertaal Pascal. De doelstellingen van dit project zijn gerealiseerd. Met de ontwikkelde software is prototypisch aangetoond dat de gekozen aanpak vruchtbaar is. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwik-
kelingen. gebruiker(s) Gemeente Eindhoven / Autodesk European Software Centre, Marin (Zwitserland) / AHOLD Vastgoed BV, Zaandam / Rijksplanologische Dienst, Den Haag / Zandvoort Ordening en Advies, Utrecht / Sector Bouwen, Wonen en Economie, Amsterdam / ING, Den Haag
E BW.3082
ABA
projectleider toewijzing in k1
Een Decision Support System voor de locatieplanning van winkel- en dienstenfaciliteiten
Prof.dr. H.J.P. Timmermans 197,60
tot ale
doelstelling Doel was te onderzoeken of een Decision Support System kon worden ontwikkeld dat voldoet aan de informatiebehoeften, wensen en eisen van ruimtelijke planners bij lokale en regionale overheden en managers bij dienstverlenende bedrijven. Dit project wilde een bijdrage leveren aan de internationale ‘state of the art’: Het verkrijgen van inzicht in de aard van besluitvormingsprocessen die ten grondslag liggen aan lokatiekeuzen en de eisen en randvoorwaarden die daaruit voortvloeien voor de ontwikkeling van ruimtelijke DSS-en; Het bijeenbrengen en op een aantal punten nieuw ontwikkelen van methoden en modellen die van belang kunnen zijn voor de ondersteuning van dergelijke beslissingsprocessen, ter definiëring van een analysemodule voor het te ontwikkelen DSS; Het ontwikkelen van een generiek DSS voor lokatiebeslissingen en het verkrijgen van inzicht in de gebruiksmogelijkheden van zo’n systeem. resultaat na 5 jaar Het meer toepassingsgerichte
onderzoek heeft geleid tot twee softwareproducten, namelijk de DSS-applicatie Location Planner en een kennisbank voor winkelplanning. De kennisbank kan worden geraadpleegd via het door TNO-Bouw ontwikkelde kennissysteem AKTS (advanced knowledge transfer system) en geeft adviezen voor maatregelen voor optimalisatie van winkelcentra. Hoewel de kern van Location Planner bestaat uit keuzemodellen voor het voorspellen van winkelgedrag, ondersteunt het ook eenvoudiger en handmatige methoden die in de praktijk van winkelplanning vaak worden toegepast. De belangrijkste meerwaarde van Location Planner is gelegen in het toegankelijk maken van modelmatige methoden in een gebruiksvriendelijke omgeving. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwik-
kelingen. gebruiker(s) Adviesbureau Kolpron, Gorinchem / Ahold BV, Zaandam / HEMA, Amsterdam / Kolpron Consultancy Rotterdam / Vendex Food Groep BV, Helmond / Gemeente Eindhoven / Rijnmond Holding BV, Rotterdam / Gemeente Dordrecht
EST.3090
B BA
projectleider toewijzing in k1
Opschaling van elektroforetische processen
P r o f . d r. i r. P. J . A . M . Ke r k h o f 132,41 inkomsten in k1 19,29
tot ale
doelstelling Doel was het formuleren van opscha-
lingsregels voor een continu elektroforetisch scheidingsproces. Er zijn tweedimensionale modellen opgesteld voor stof-, impuls- en warmtetransport, zodat concentratie-, snelheidsen temperatuurprofielen berekend kunnen worden. Hieruit kan vervolgens het scheidingsrendement van het proces bepaald worden. resultaat na 5 jaar Er is een stofoverdrachtsmodel
opgesteld dat getoetst is in een elektroforetisch scheidingsapparaat op pilot-schaal. Drie transportsystemen zijn in deze module getest: methionine, lipase, en een mengsel van lipase en lysozyme. Werd met de eerste twee het model geverifieerd, met de laatste kon worden aangetoond dat scheiding van twee eiwitten op grond van hun verschillend elektroforetisch gedrag mogelijk is. Uit een economische evaluatie blijkt dat de kostprijs alleen perspectief biedt voor de zuivering en productie van dure eiwitten. Voor de productie van bulkeiwitten zijn goedkopere alternatieven voorhanden zoals ultrafiltratie. Een toepassing voor de verwijdering van vervuilende stoffen uit een farmaceutische eiwitstroom, waarbij stroom- en membraankosten maar een fractie zijn van het totaal van de productiekosten, ligt dan ook meer voor de hand. Een praktijktoepassing is voor zover bekend nog niet gerealiseerd. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen gemeld. gebruiker(s) Diosynth BV, Oss / TIM Ingenieursbureau, Bussum / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Unilever Research, Vlaardingen
DR. JOOST VAN DER MULLEN
PLASIMO: gereedschapskist voor vragen over gasontladingslampen project: ETN.2965
| ETN.2965
De enige universiteit in Nederland met leerstoelen op het
niet aan. Dat eerste deel kunnen we nu helemaal uitleggen.
gebied van plasmafysica is de Technische Universiteit
Voor bedrijven zijn de precieze redenen hiervoor misschien
Eindhoven. Dat is niet helemaal toeval, want plasmafysica
niet altijd zo interessant, maar met de resultaten van onze
heeft alles te maken met ‘dat wat licht produceert’ en dan
onderzoeken kunnen zij wel verbeteringen aanbrengen”,
hoor je thuis in de lichtstad. Dr. Joost van der Mullen leidt
zegt Brok.
er een onderzoeksgroep van negen promovendi en twee postdocs die samen werken aan de ontwikkeling van
PLASIMO moet instituten en bedrijven antwoord geven op
PLASIMO, een Plasma Simulatie Model voor niet-evenwichts
allerlei vragen waar ze zelf niet uitkomen. “Het is bijvoor-
plasma’s. Hij voelt zich zo nu en dan de scheidsrechter
beeld een zeer kostbare zaak om hogedruk gasontladings-
tussen de ayatollah’s, de fundamentalisten en de gebruikers.
lampen opnieuw te ontsteken als ze net zijn gedoofd”, licht Van der Mullen toe. “Door de hitte vraagt het een
“PLASIMO moet een gereedschapskist worden voor institu-
enorme spanning om ze weer te ontsteken. Wij kunnen
ten en bedrijven die kampen met vragen die verband houden
een methode aanreiken om ze warm op te starten. Maar
met plasmafysica”, zegt Van der Mullen. “In feite kunnen
het is aan bedrijven om te beslissen of zij die investering
we softwarematig een scala aan plasma’s laten branden.
verantwoord vinden. Als bijvoorbeeld de lichtmasten in een
We willen alle facetten van plasma’s in kaart brengen. Dat is
voetbalstadion uitvallen, kun je je voorstellen dat een dure
een hele opgave omdat het plasmamedium zo divers is. Dit
installatie een verantwoorde investering is om de lampen
vraagt om een model dat architectonisch goed in elkaar zit,
warm te kunnen starten.”
de fysica moet goed beschreven zijn en het product dient ook nog gebruiksvriendelijk te zijn. Hierin een goede balans vinden vormt een enorme uitdaging. De fundamentele
Waaier van activiteiten
wetenschapper is immers minder in gebruiksvriendelijkheid geïnteresseerd, terwijl het voor sommige gebruikers essen-
PLASIMO anticipeert op de grote vraag naar technologische
tieel is. Daar komt mijn vergelijking met de ayatollah’s dan
plasmafysica zoals deze in de toekomst in bijzonder veel
ook vandaan.”
takken van industrie en bedrijfsleven te verwachten zal zijn. Plasmalicht applicaties worden voor heel verschillende doeleinden gebruikt. Beamers, moderne koplampen van
Pas na zestig microseconden gaat het licht aan
auto’s, verlichting op moeilijk bereikbare plaatsen zoals tunnels, etalages, enzovoorts maken allemaal gebruik van
Een mooi voorbeeld is de vraag naar het gedrag van gas in
plasmalicht. Van der Mullen: “De geïoniseerde materie,
een lamp in de eerste microseconden van het ontsteken.
de plasmafase, is een zeer grillig medium. Het bestaat
Wouter Brok is promovendus bij Van der Mullen en houdt
uit diverse componenten met een complexe interactie:
zich binnen PLASIMO bezig met dit deelproject. “In experi-
elektronen en andere geladen deeltjes, moleculen, straling,
menten hebben we gezien dat wanneer men de schakelaar
elektromagnetische velden en nabijgelegen vaste en vloei-
aanzet, licht in een lamp oversteekt van de negatieve naar
bare materie wisselwerken op allerlei manieren. Plasma
de positieve elektrode. Dit gebeurt in de tijdspanne voordat
wordt ook wel de vierde aggregatietoestand genoemd, naast
de lamp echt aan gaat, wat zo’n zestig microseconden op
vaste stof, vloeistof en gas. Door de temperatuur te laten
zich laat wachten. De snelheid waarmee licht de oversteek
stijgen, krijgen deeltjes meer vrijheid. In een plasma worden
maakt, hangt af van de spanning. Is de spanning te laag, dan
op deze manier atomen opgedeeld in elektronen en ionen.
maakt het licht de oversteek niet en gaat de lamp dus ook
Deze elektrisch geladen deeltjes kun je creëren, vangen en
53
54
| ETN.2965
richten in elektromagnetische velden en aanwenden voor tal van applicaties.” “Het model is geschikt voor berekeningen aan een groot aantal technologische en wetenschappelijke plasma’s. Daarbij valt te denken aan plasma’s voor fundamenteel onderzoek, voor deeltjesbronnen, voor spectrochemische analyse, oppervlaktebehandeling, gas, reiniging en voor verlichting. Gezien de grilligheid en diversiteit van het medium, is het van belang plasma’s zo volledig mogelijk in kaart te brengen. In PLASIMO willen we de weg van gas naar licht in al zijn facetten beschrijven. Met die kennis kunnen bedrijven hun voordeel doen. Dat is een belangrijk motief om de interface zo gebruikersvriendelijk mogelijk te maken.” Het ligt voor de hand dat Philips in de gebruikerscommissie van dit STW-project een vooraanstaande rol speelt. Zo heeft Wouter Brok elke zes weken overleg met Philips over de vorderingen in zijn deelproject. Ook komt het voor dat Philips met wetenschappelijke vragen over een lamp bij het onderzoeksteam aanklopt. Als een bepaald soort lamp bijvoorbeeld maar geen duizend lichturen wil halen, dan kan het zijn dat het team van Van der Mullen de fundamentele fysische redenen hiervoor onderzoekt.
Telkens nieuwe vragen
PLASIMO is typisch een onderzoek dat nooit helemaal af zal zijn. Het onderzoeksveld is zo breed dat zich telkens nieuwe vragen zullen aandienen. Het project is in 1990 gestart en meerdere keren is Van der Mullen erin geslaagd nieuwe financiële bronnen aan te boren om het onderzoek voort te zetten.
utilisatierapport 2004
| ETN.2965
55
56
utilisatierapport 2004
| Instelling
FAM.2658
F_
AAA
FOM instituten
projectleider
Surface induced molecular dissociation
Dr. T.L. Weeding
totale toewijzing in k 1
FAM.2878
ABA
projectleider
Optical doping of silicon by MeV rare-earth ion implantation
Prof.dr. A. Polman
totale toewijzing in k1
390,53
203,86
doelstelling Het doel was de ontwikkeling van een
doelstelling Doel van dit project was de ontwik-
massaspectrometer (MS) techniek voor het in kaart brengen van de structuur van moleculen van biomoleculaire relevantie. De methode is gebaseerd op het genereren van structuur relevante fragmenten die worden geanalyseerd door de massa spectrometer.
keling van een planaire optische versterker door studie naar inbedding en karakterisatie van zeldzame ionen (bijvoorbeeld Er, Pr, Nd) in Silicium door MeV ionen implementatie. Amolf wil deze ionen inbedding optimaliseren en de gedoopte materialen karakteriseren via photoeluminescence spectroscopy en elektrische metingen. De uitdaging is verwerven van efficiënte licht emissie door electrische excitatie.
resultaat na 5 jaar De invloed van het oppervlak op
impact-dissociatie is voor CF 3+ in kaart gebracht. Het energieverlies in de botsing bepaalt hoeveel interne energie door het deeltje wordt opgenomen. De combinatie Tandem(SID)/TOF bleek te hoog gegrepen voor inzicht in de structuur van macromoleculen. Een hogere fragmentresolutie dan 100 bleek niet haalbaar. Een resolutie van 1000-2000 zou nodig zijn om het verlies van een waterstofatoom nog te kunnen waarnemen bij moleculen van 20.000 Dalton. Een tandem quadrupool (waarmee in het kader van het project geëxperimenteerd werd in de VS) geeft ook te weinig ruimte in fragmentatietijd. Geïnteresseerde bedrijven zijn: Unilever/DSM/Brooker. Brooker heeft een andere eenvoudigere methode ingebouwd in hun analytische apparatuur dan die onderzocht is. Deze massaspectrometers zijn op de markt gebracht door Brooker, Finnagan en Micromass. resultaat na 10 jaar Er zijn geen extra resultaten
bereikt. gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen
resultaat na 5 jaar In Silicium is het doel,
incorporatie van hoge concentraties met lange ‘luminescence lifetimes’, bereikt. Wat nog moet gebeuren is versterking van de ‘actieve’ Er-fractie en verhoging van de excitatie efficientie. Er is een samenwerking (kennistransfer, gebruik faciliteiten) met de Universiteit van Catania (Italië) en SGS Thomson opgezet. Er is een octrooi (‘Electroluminescent material, solid-state electroluminescent device and process for fabrication thereof’) overgedragen aan CORIMME (Italië). Het project heeft aanleiding gegeven tot een vervolgproject FAM.3449 (‘Van bit naar beeld: onderzoeksprogramma voor optoelektronische materialen gebaseerd op Silicium’). resultaat na 10 jaar Een planaire optische versterker. Het Amerikaanse bedrijf Symmorphix is opgericht naar aanleiding van de resultaten van ons werk aan planaire versterkers. Het heeft 40 miljoen euro aan venture kapitaal verworven en in 2002 de eerste volledige ‘gepackagde’ devices afgeleverd. gebruiker(s) JDS Uniphase Netherlands BV, Eindhoven / PTT Telecom, Leidschendam
57
projecten 1993
| Instelling
GG N.2741
G _ rijksuniversiteit
ACA
groningen
projectleider
279,44
Klinische evaluatie van merkers van cerebrale beschadiging: 55CoCl2 voor positronemissie tomografie en N-acetyl-aspartaat voor routine bloedonderzoek
Prof.dr. J. Korf 10,44
totale toewijzing in k 1
inkomsten in k1
doelstelling De hersenen zijn zeer kwetsbaar en beschadiging ervan kan gemakkelijk optreden onder invloed van een tekort aan bloedtoevoer, door intoxicaties, door mechanisch geweld of door neurodegeneratieve aandoeningen. Vaststellen van het verloop van hersenbeschadiging is van belang voor vroegtijdige diagnostiek en om therapieën te kunnen evalueren. Het project had tot doel twee mogelijke merkers voor hersenschade te onderzoeken. resultaat na 5 jaar Diverse typen patienten werden
onderzocht. Cobalt (een calcium-analoog) wordt in hersenweefsel aangetroffen op of vlak naast de hot spots die met andere technieken (MRI, PET) in relatie tot het ziektebeeld worden aangetroffen. Dit betekent dat Co-techniek bevestigende, aanvullende of andere informatie kan geven dan andere diagnostische methoden. Naast 55Co-PET werd ook een 57Co diagnose van CVA en MS. Toepassing van Co-PET en Co-SPECT in de klinische praktijk hangt af van gegevens omtrent de verklarende aspecten van de methode, van de dosimetrie en van de beschikbaarheid van Co-isotopen. De Nederlandse Hartstichting, de Hersenstichting Nederland en de Stichting Vrienden MS Research en de Internationale Alzheimerstichting verleenden subsidies voor aanvullend onderzoek (in totaal k3 204,5) in samenwerking met de RU Gent. Cygne acht op dit moment commerciële productie van 55Co nog niet verantwoord, maar latere productie is niet uitgesloten wanneer de methode klinische acceptatie vindt. Diverse farmaceutische bedrijven bleken geïnteresseerd in Co-PET/SPECT als methode voor evaluatie van therapeutische interventies. resultaat na 10 jaar Aan de Universiteit van Gent wordt het werk voortgezet. Cygne werd overgenomen en daarmee verviel de gebruikersinteresse. Andere gebruikers hebben voorzichtige interesse, maar zien op tegen het gebruik van langlevende isotopen. Koper 64 is een mogelijk toekomstig alternatief. De NAA wordt in het buitenland verder onderzocht. De Hartstichting, de Internationale Stichting Alzheimeronderzoek en de Vrienden MS Research steunden gericht vervolgonderzoek voor in totaal 250.000 euro. gebruiker(s) AZ Groningen / Cygne BV, Eindhoven
G B I.2743
AAA
projectleider
Groei en circiadane ritmiek: de invloed van licht-donker cycli op energiestofwisseling, eiwitstofwisseling en groeiefficiëntie
Dr. G.H. Visser
totale toewijzing in k 1
327,59
doelstelling Het onderzoek wilde de rol die dag-
en nacht ritme speelt bij de groei van vogels en zoogdieren analyseren. Door manipulatie van de licht-donker cyclus (cyclusduur en licht-donker verhouding) is bij vrijwel alle dierlijke organismen deze ritmiek te beïnvloeden. Het project is van fundamenteel belang, omdat de rol van circadiane ritmiek in de regulatie van voedselopname en groei vrijwel onontgonnen terrein is. Daarnaast is er een potentieel maatschappelijk belang in de optimalisatie van licht-donker cycli in de (pluim-)veeteelt voor de maximalisatie van groeiefficiëntie en minimalisatie van mestproductie. resultaat na 5 jaar Het effect van verschillende
licht-periodes op de activiteit, lichaamsgewicht, voedselopname, groei efficiëntie, energieverbruik en lichaamssamenstelling bij groeiende Wistar ratten is in dit project aangetoond. Ratten die slechts een korte lichtperiode hebben gekregen zijn minder in gewicht toegenomen, nemen ongeveer evenveel energie op, hebben een lagere groei-efficiëntie en verbruiken minder energie per dag dan ratten met een langere lichtperiode. resultaat na 10 jaar Het ID-DLO heeft belangstelling getoond om de ontwikkelde analyse methode te gaan gebruiken voor de bepaling van energiemetabolisme in kuikens. gebruiker(s) Hendrix’ Voeders BV, Boxmeer / Institute for Veterinarian Research, Wezep / Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid, Lelystad
58
utilisatierapport 2004
GCH.2758
CCC
Toepassing van synthetische amfifielen als vesiculaire drug carriers
P r o f . d r. J . B . F. N . E n g b e r t s tot ale 186,58 contracten Licentie: Rijksuniversiteit Groningen; CW-NWO; STW; Saint BV; Overdracht: Rijksuniversiteit Groningen; CWNWO; STW; Saint BV octrooien EU.962020954 Transportvehikels voor Macromoleculen inkomsten in k1 60,46
G NS.2873
AAA
Metal-ceramic interfaces: fundamental and applied aspects
G NS.2963
ABA
projectleider
projectleider
toewijzing in k 1
toewijzing in k1
doelstelling Doelstelling van het project was om
doelstelling Doel was het onderzoek naar de relatie
doelstelling Het ontwikkelen van een nieuwe
nieuwe amfifielen te synthetiseren. Amfifielen zijn moleculen waarvan een deel oplost in water en een deel niet. Vervolgens wilden de onderzoekers deze verbindingen onderzoeken op hun kwaliteit om te kunnen dienen als efficiënte drager voor de afgifte van drugs, met name oligonucleotiden en DNA(genen), aan cellen in vitro.
tussen de mechanische sterkte en microstructuur van materialen, in het bijzonder de ‘grain boundery’ structuur in metalen en de structuur van de grenslaag tussen metalen en keramiek.
methode om magnetische multilagen te vervaardigen met een goede interface-kwaliteit, gebruik makend van surfactants (‘vreemde’ atomen met een lage oppervlakte-energie)en bij lage temperaturen.
resultaat na 5 jaar In vrijwel alle opzichten heeft het
project beantwoord aan de verwachtingen. Er zijn methoden ontwikkeld om de transfectie van DNA te meten en de complexen van amfifiel en DNA te bestuderen. Er is een ‘eigen’ systeem ontworpen, gebaseerd op amfifielen afgeleid van pyridinium zouten genaamd SAINT-2. Dit systeem heeft superieure transfectiekwaliteiten ten opzichte van de meest gangbare commerciële preparaten. Er zijn commerciële contacten gelegd met bedrijven om de commercialisering van SAINT-2 te onderzoeken. Samen met een van deze bedrijven wordt SAINT-2 ook getest als carrier voor zogeheten artificiële minichromosomen. Inmiddels is een protocol ontwikkeld, gebaseerd op de toepassing van ultrageluid in combinatie met het gebruik van SAINT-2 amfifielen. Hiermee is het inderdaad mogelijk om deze chromosomen, met behoud van functionele eigenschappen, in cellen te introduceren. resultaat na 10 jaar Er is besloten de ‘SAINT’ activiteiten onder te brengen in een zelfstandig bedrijf Saint BV. Dit bedrijf is inmiddels onderdeel van Synvolux Therapeutics BV. Vervolgproject is CW/STW project GBI.4001. gebruiker(s) Synvolux therapeutics BV, Groningen / DSM Bakery Ingredients, Delft / Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp
Prof.dr. J.Th.M. De Hosson 483,46
tot ale
projectleider
Stimulated layer-by-layer growth of magnetic multilayers
in k1
Prof.dr. D.O. Boerma 200,38
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Het onderzoek was fundamenteel
van aard. Met HRTEM (Hoge Resolutie Transmissie Elektronen Microscoop) is gekeken naar atomaire structuur van metaal-oxide grenslagen. Een ontwikkeld reken-fysisch model kan de experimentele waarnemingen in de HRTEM voorspellen. Het ander deel van het onderzoek richtte zich op de interactie tussen de spitse tip van een AFM-probe (Atomic Force Microscope) en het te bestuderen oppervlak. Een ‘slip-stick’ model is opgezet om de schijnbare atomaire resolutie van het oppervlak naar te beschrijven en te verklaren. Daadwerkelijk gebruik van deze achtergrondkennis is pas in een veel later stadium te verwachten.
resultaat na 5 jaar De meeste van de genoemde
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden.
resultaat na 10 jaar Toepassing van surfactants als ‘stimulatiemiddel’ bij de groei van metaallagen wordt door vele groepen toegepast bij het maken van multilaag structuren met scherpe grenslagen en met goede kristalkwaliteit. Het werk van Breeman is in deze zin baanbrekend geweest. Industriële toepassing is een kwestie van tijd.
gebruiker(s) TNO-STB, Delft / Sulzer Metco Coatings BV, Lomm / TNO Industrie, Eindhoven / Philips Electronics Nederland BV, Drachten / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
doelen zijn gerealiseerd. De onderzoeksresultaten hebben geleid tot een proefschrift en tot circa 13 wetenschappelijke publicaties. Met name is een techniek ontwikkeld waarbij men op ijzer of staal een dun laagje nikkel aanbrengt en vervolgens nitreert. Men kan dan bij lagere temperatuur nitreren dan tot nog toe mogelijk was. Dit heeft gevolgen voor het energiegebruik, maar ook voor de kwaliteit van de laag. Het onderzoek is aanleiding geweest tot verder onderzoek, gesteund door Hoogovens via het NIMR. Dat is een direct gevolg van de samenwerking in dit project.
gebruiker(s) AMOLF, Amsterdam / Corus Research, Development & Technology, IJmuiden / Philips Research Laboratories, Eindhoven
59
projecten 1993
GCH.3033
AAA
Active Polymer Optical Fibers (APOF’s)
GCH.3034
ABA
Tunable multi block copolymers for Light-Emitting Diodes (LED) and quantumwell devices
projectleider
Prof.dr. A.J. Pennings tot ale toewij6 6 4 , 5 2 octrooien E U.952016 814 Light-emitting copolymers
projectleider
zing in k1
in k1
doelstelling Het project richtte zich op het maken en testen van verscheidene Actieve Polymere Optische Vezels (APOV), gebaseerd op polymere thermoset materialen waarin de actieve verbinding gedispergeerd is in de polymere matrix. De verbindingen zouden geoptimaliseerd worden voor toepassing in lange-afstand communicatie en geïntegreerde optische toepassingen.
doelstelling Het doel van dit project was de synthese en optimalisatie van nieuwe geconjugeerde halfgeleidende organische en/of hybride organisch/anorganische blokcopolymeren, die toegepast kunnen worden in efficiënte en stabiele LEDs (Light Emitting Diodes) en andere halfgeleidende apparaten. De potentiële toepassing van LEDs bieden belangrijke voordelen ten opzichte van de conventionele halfgeleiders (bijvoorbeeld gallinonarsenide (GaAs)) zoals mechanische flexibiliteit.
resultaat na 5 jaar Een copolymeer is ontwikkeld
dat bestaat uit afwisselende lichtuitzendende blokken en ‘verstorende’ blokken. ‘Verstorende’ blokken veranderen de oriëntatie van het molecuul en daardoor de conjugatie, waardoor de conjugatielengte wordt beïnvloed. Door variatie in de zijketens van de lichtuitzendende blokken kan de kleur van het copolymeer worden beïnvloed. resultaat na 10 jaar Met betrekking tot de resultaten zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. gebruiker(s) Akzo Electronic Products, Arnhem /
Philips Research Laboratories, Eindhoven
Prof.dr. G. Hadziioannou 723,51
totale toewijzing
GCH.3037
AAA
projectleider k1
339,77
Chiroptical molecular switches
Prof.dr. B.L. Feringa totale toewijzing octrooien EU.95201155.9 LCD
in
doelstelling Het doel van het project was de
ontwikkeling van moleculaire optische schakelaars waarvoor de bistabiele toestand wordt veroorzaakt door de enantiomere vormen van chirale moleculen. De niet-destructieve read-out is mogelijk via optische rotatie of circular dichroism. Het uiteindelijke doel is om deze verbindingen te gebruiken voor dataopslag en optische schakelingen op moleculair niveau. resultaat na 5 jaar De resultaten hebben gediend
als basis voor vervolgaanvragen voor projecten bij onder andere STW, CW en FOM.
resultaat na 5 jaar Nieuwe syntheseroutes voor
de bereiding van optische polymeren en de elektronische en structurele eigenschappen van deze nieuwe materialen zijn bestudeerd. Door het toepassen van deze copolymeren is het voor de eerste keer gelukt een efficiënte blauwe PLED te maken. De resultaten van dit, en van ander onderzoek op het gebied van optische polymeren in de groep, werden vastgelegd in een aantal patentaanvragen. Omdat er geen industriële belangstelling bleek voor overname of een licentie op de patenten, zijn de aanvragen niet verder voortgezet. resultaat na 10 jaar Met betrekking tot de resultaten zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. gebruiker(s) Akzo Electronic Products, Arnhem / Philips Research Laboratories, Eindhoven
resultaat na 10 jaar De resultaten voor het onderzoek hebben de basis gelegd voor het huidige werk aan optische materialen, onder andere in diverse STW, CW, FOM-projecten met als uiteindelijke doel het gebruik in datastorage, veiligheidspapier en een lichtdosismeter voor kunstwerken. gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Akzo Electronic Products, Arnhem
60
utilisatierapport 2004
| Instelling
LG N.2734
L_
B CA
universiteit leiden
Development of delayed luminescent labels for anti bodies and nucleic acids suitable for timeresolved fluorometry
Prof.dr. H.J. Tanke tot ale toewijzing 625,05 contracten Optie: Akzo Nobel; STW octrooien E U . 9 5 2 0 2 270 . 5 A r o m a t i c s e s i t i z e r modified Calix[4]arene Derivates inkomsten in k1 2,27
LG N.2781
BBB
Knowledge-driven quantitative analysis of cardiovascular images
projectleider
projectleider
in k1
in k1
doelstelling De aanwezigheid van macomoleculen
doelstelling De huidige technieken voor beeld-
zoals eiwitten en polynucleotiden in cellen, weefsels en lichaamsvloeistoffen wordt steeds meer bepaald met fluorescente labels in plaats van met radioactieve stoffen. Echter autofluorescentie en verstrooiing verlagen de gevoeligheid van deze vriendelijke detectiemethode. Dit project beoogde de gevoeligheid te verhogen door: 1. verbeterde fluorescente labels te maken, zogeheten delayed luminescentie labels; 2. deze labels met behoud van activiteit te koppelen aan antilichamen en polynucleotiden; 3. de bijbehorende instrumentatie te ontwikkelen.
bewerking hebben hun grens bereikt. Om de geautomatiseerde data en data-analyse verwerking betrouwbaarder te laten verlopen is betere image processing nodig. Bovendien wil men data die met verschillende technieken verkregen zijn (ultra-geluid, röntgen, MRI) kunnen integreren. Het doel van dit project was de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van een nieuw flexibel en intelligent systeem voor kennis geleide verwerking en analyse van beelden en beeldseries. Zo’n benadering vergt een hoog niveau van reasoning oftewel zeer intelligente software. De technieken worden gepresenteerd in driedimensionaal format waardoor de toegankelijkheid van de data voor cardiologen, radiologen, etcetera vergroot wordt.
resultaat na 5 jaar De beoogde fluorescente labels
werden gesynthetiseerd en gekarakteriseerd, maar bleken hun fluorescente karakter te verliezen in water. De projectleiders hadden echter zoveel vertrouwen in de nu verkregen complexen dat ook na het promoveren en uitwaaieren van de onderzoekers zij door gingen met experimenteren. resultaat na 10 jaar Het laatste resultaat is dat aangepaste complexen thans wel in water oplossen en hun luminescentie behouden. Er is een aspecifieke kleuring in biologische preparaten geprobeerd. Deze kleuring leverde niet veel op: niet specifiek betekent dat de fluorofoor zich door het hele preparaat verspreidt. Bovendien is de kwantumopbrengst slechts 15 procent in organisch milieu. In anorganische omgevingen is dit 50 procent. De resultaten verschijnen in Coordinated Chemical Reviews. Er werd verder gewerkt aan specifieke bindingsplaatsen en aan verhoging van de lichtopbrengst, zonder opzienbarend resultaat. gebruiker(s) Akzo Nobel Organon Teknika, Boxtel / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / BioMerieux BV, Boxtel / NV Organon, Boxtel
Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber 412,59
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar Voor het bereiken van een
standaardisatie waarmee snel nieuwe analysesystemen gebouwd kunnen worden, werd het beeldverwerkingsplatform MPIRE ontwikkeld. Dit platform is inmiddels geïntegreerd in een DICOM Viewer. De veelzijdigheid van MPIRE maakt het mogelijk dit platform te gebruiken voor het analyseren van IVUS-beelden (ultra-geluid beelden die vanuit het bloedvat opgenomen zijn) van coronairvaten, voor het meten van niervatvernauwing en voor het berekenen van de beweging van geïmplanteerde prothesen. Het MPIRE platform zal een rol spelen in ander STW-onderzoek, waarbij anatomische structuren automatisch herkend en bemeten zullen worden. Het streven is deze kunstmatige intelligentie onafhankelijk te maken van de gebruikte afbeeldingstechniek (echo, MRI, röntgen). resultaat na 10 jaar De resultaten van dit onderzoek werden deels gebruikt voor andere STW-projecten van de vakgroep. Industriële toepassing is tot nu tot verlopen via MEDIS, Leiden, waarmee STW contracten heeft. gebruiker(s) Oldelft BV, Delft / Medis Medical Imaging Systems BV, Leiden
projecten 1993
LB I.2822
CCA
Biomarkers for toxicity during chronic or acute exposure
LNS.2961
BAB
Interface studies by sum-frequency generation using the FELIX free electron laser
| Instelling
N _ katholieke universiteit nijmegen
projectleider
Dr. J.H.N. Meerman totale toewijzing in k1 Bijdrage: Unilever Research inkomsten in k1 64,44
Dr. E.R. Eliel totale toewijzing in k1 309,51 Samenwerking onderzoek: Universiteit Leiden; Philips Research Laboratories; STW inkomsten in k1 154,29
doelstelling Voor met meten van de blootstelling van arbeidskrachten aan toxische stoffen zijn biomarkers essentieel. In het ideale geval zijn zulke biomarkers non-invasief (bijvoorbeeld doormetingen in de urine) omdat monitoring bij voorkeur continu en in grotere groepen moet plaatsvinden. In dit project is onderzocht of het ontstaan van celschade ten gevolge van pathologische en toxicologische processen kan worden gevolgd door het meten van afbraakproducten in de urine.
doelstelling Onderzocht zijn oppervlakte reactieve stoffen zoals silanen op verschillende substraten en vloeibare kristal of polymeer-interfaces. Deze onderwerpen zijn direct relevant voor de elektronicaindustrie, bijvoorbeeld voor IC packaging en LCD-technologie. De vrijeelektronenlaser FELIX bij Rijnhuizen is in dit opzicht een doorbraak.
577,85
contracten
resultaat na 5 jaar Een aantal nieuwe, specifieke
en zeer gevoelige analytische methoden zijn ontwikkeld voor een aantal potentiële urinaire biomarkers. Met behulp van deze methoden werden urinemonsters onderzocht van proefdieren die aan specifieke, radicaalschade veroorzakende, toxische stoffen waren blootgesteld. Op non-invasieve wijze kunnen schadelijke effecten van specifieke geneesmiddelen (bijvoorbeeld cytostatica) of andere chemische verbindingen of mogelijk zelfs UV-straling worden gemeten. resultaat na 10 jaar Gebruiker Unilever was bereid een vervolg(aio-)project te financieren om effecten van radicaalschade en van anti-oxidantia in relatie tot voedingsmiddelen te onderzoeken.
projectleider contracten
resultaat na 5 jaar De kennis voor het bepalen van
de gemiddelde oriëntatie van moleculen in een monolaag, gekozen is voor thiophenol op Ag (zilver), bleek niet compleet. Zowel de moleculen als het Ag-oppervlak genereren straling bij de somfrequentie. Onbekende factoren in de interferentieverschijnselen compliceren de analyse nog in (te) grote mate. Gevonden is dat verkorting van de pulsduur van het infrarode licht en manipulatie (vertragen) van de beide lichtpulskomponenten, consequenties heeft voor de responstijden en het verkregen SFG-spectrum. Moeilijkheid is vaak de geringe intensiteit van het SFG-signaal vergeleken met bijvoorbeeld het gereflecteerde signaal. Honderd keer sterker SFG-signaal kon worden verkregen door gebruik te maken van oppervlaktegolven voor SFGstraling. Het laser licht kan zeer efficient worden omgezet in een dergelijke oppervlaktegolf. resultaat na 10 jaar Er zijn geen extra resultaten
gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen
behaald. gebruiker(s) Philips Research Laboratories,
Eindhoven
61
62
utilisatierapport 2004
N NS.2637
AAA
projectleider k1
Tools for interpretation of and materials for spin-polarized scanning tunneling microscopy
Prof.dr. R.A. de Groot
totale toewijzing in
176,46
NCH.2726
AAA
projectleider zing in k1
Generation of bioactive proteins in genetically en gineered animal cells by the novel furin family of proprotein processing enzymes
Prof.dr. W.J.M. van de Ven 687,73
totale toewij-
NCH.2766
Dopen van diamant
A00
projectleider
Prof.dr. L.J. Giling
totale toewijzing in k1
214,45
doelstelling Scanning Tunneling Microscopie (STM)
doelstelling Furine is een ‘proprotein processing’
doelstelling Het doel van het onderzoek is
meet aan oppervlakte structuren tot op atomair niveau. De bruikbaarheid van STM wordt verbeterd als metingen mogelijk zijn afhankelijk van de richting van de elektron-spin: voor magnetische systemen krijgt men zo informatie over de lokale magnetisatie. Een toepassing is de analyse van materialen voor magnetische opslag van gegevens met zeer hoge dichtheid. Dit project focusseerde op twee aspecten: – verkrijgen van kennis van de electronenstructuur van magnetische oppervlakken; – het ontwikkelen van een tip uit materiaal, dat in staat is de richting van de elektronenspin van het oppervlak te onderscheiden.
enzym. Deze enzymen hebben een rol in de verwerking natranslatie en secretie van eiwitten in de cel. Doel was de klasse van furine enzymen en hun genen te karakteriseren en procedures te ontwerpen zodat ze gebruikt kunnen worden in de productie van farmaceutisch interessante bioactieve eiwitten, zoals bijvoorbeeld hormonen.
tweeledig, namelijk tijdens groei zowel elektrisch als optisch dopen van éénkristallijne diamantlagen ten behoeve van de ontwikkeling van zowel elektrische als optische devices gebaseerd op diamant.
resultaat na 5 jaar Het project betrof theoretisch
onderzoek. Een eerder ontwikkeld rekenmodel was het uitgangspunt. Berekeningen aan magnetische oppervlakken behoren tot de minst stabiele voor wat betreft de zelfconsistentie. Door aanpassingen in het model is de flexibiliteit en de stabiliteit verhoogd. Het nieuwe model wordt veelvuldig toegepast in vervolgprojecten. Berekeningen lieten zien dat een legering van VFeSb met een kleine toevoeging van mangaan en indium waarschijnlijk de gewenste halfmetallische eigenschappen heeft. Dit moet nog experimenteel bevestigd worden. resultaat na 10 jaar Na aanvankelijke scepsis is het concept van het halfmetallisch anti-ferromagnetisme algemeen geaccepteerd. De interesse is groeiende vanwege de interesse in spintronica omdat in de VS voorspeld is, dat halfmetallische anti-ferromagneten een nieuwe vorm van supergeleiding vertonen. Toepassingen zijn er nog niet, aangezien men er nog niet in geslaagd is een halfmetallisch anti-ferromagneet experimenteel te realiseren. In Groningen wordt experimenteel naar anti-ferromagneten gezocht, speciaal in mineralen. Elders wordt gezocht in de richting van dubbele perovskieten. Ook wordt gekeken naar thiospinellen. gebruiker(s) Institüt Schicht und Ionentechnik, Julich (D) / IBM Plant Mainz Laboratories, Mainz (D) / Philips Research Laboratories, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Een groot aantal ‘convertases’
waarvan furin de eerste is, zijn in het project gevonden en geïdentificeerd. De activiteit van deze eiwitten en hun lokatie in de cel is onderzocht. Het onderzoek heeft zeer veel fundamentele kennis opgeleverd over deze groep van regulator eiwitten. Een aantal van de furineeiwitten zijn gekloneerd in diverse cellijnen. Deze cellijnen staan ter beschikking van andere onderzoekers. Een directe commerciële toepassing is er nog niet. resultaat na 10 jaar Inmiddels zijn er vele verzoeken van wetenschappers uit binnen- en buitenland om materialen (furine cDNA en monoklonale antistoffen tegen furine) gehonoreerd. Aen een van de gebruikerscommissieleden is een furine cellijn geleverd voor gebruik in hun onderzoek. gebruiker(s) Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst, Amsterdam / TNO Voeding, Zeist / NV Organon, Oss / NIZO food research, Ede / Innogenetics, Gent (België) / Center for Human Genetics, Leuven (België) / DSM Bakery Ingredients, Delft
resultaat na 5 jaar Dit project is voortijdig beëindigd
vanwege het niet functioneren van de onderzoeker. Er zijn derhalve geen resultaten en publicaties te melden. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. gebruiker(s) Sigillum BV, Amsterdam / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips GmbH, Aachen (Duitsland)
63
projecten 1993
NG N.2800
B BA
projectleider
Het meten van hemoglobine-adducten van nitroarenen i.v.m. opsporen gezondheidsrisico’s door luchtvervuiling door dieselmotoremissies
D r. R . P. B o s
tot ale toewijzing in k 1
N B I.2832
BAA
projectleider
Huid-enzym assays als stress-indicator voor vissen
Prof.dr. S.E. Wendelaar Bonga 245,20 inkomsten in k1 22,69
totale
NTN.2958
AAA
projectleider
Development of high temperature electronics based on diamond
Prof.dr. P.K. Larsen
totale toewijzing in k 1
376,75
toewijzing in k1
181,32
doelstelling Bepaalde groepen werknemers worden beroepsmatig blootgesteld aan dieselmotoremissies en hebben een verhoogd risico op longkanker. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de blootstelling aan dieselmotoremissies het blaaskankerrisico vergroot. Voor het schatten van gezondheidsrisico’s bij beroepsmatige blootstelling aan dieselmotor emissies of bij blootstelling aan door het verkeer geëmitteerde dieselcomponenten van de algehele populatie is het belangrijk te kunnen beschikken over goede dosimetrie. Dit onderzoek beoogt de ontwikkeling van een gevoelige methode voor het meten van hemoglobine adducten van nitroarenen bij personen die zijn blootgesteld aan dieselmotoremissies.
doelstelling Vissen zijn zeer gevoelig voor milieuverstoringen en verontreinigingen omdat het lichaamsoppervlak (huid en kieuwen) kwetsbaar is door de aanwezigheid van een slijmlaag, in plaats van een hoornlaag, zoals bij de landvertebraten. De huid van vissen is biologisch erg actief en gecompliceerd en reageert direct op veranderingen die als stressor worden ervaren (toxische stoffen, verzuring, transport, etcetera). Dit onderzoek had tot doel het ontwikkelen van één of meer gemakkelijk toepasbare enzymassay(s) voor de bepaling van bepaalde enzymen in huidslijmmonsters en om de bruikbaarheid hiervan als stressindicator in de praktijk te toetsen.
doelstelling Het voorstel beschrijft drie mogelijke
resultaat na 5 jaar Tijdens het onderzoek kreeg het resultaat na 5 jaar Opsporings- en meetmethoden
zijn ontwikkeld voor enkele meest relevante pyreenverbindingen; onder andere met gebruikmaking van proefdierstudies. Validatie van de proefdierstudies vond plaats in de menselijke situatie in een werkomgeving. Afhankelijk van de werkplek hadden werknemers duidelijk verschillende bloedwaarden. Men kreeg aanwijzingen dat vrachtwagens met veel dieselroet-emissie tot hogere bloedconcentraties leiden dan schone vrachtwagens. In de veldproef werd de tot dusver geldende, wettelijk maximaal toegestane (MAC-)waarde niet overschreden. De leiding van de proeflocatie kreeg het advies de sterkst vervuilende vrachtwagens te weren (bijvoorbeeld door een keurmerk voor dieselmotoren in te voeren).
project een andere wending. Een commercieel beschikbare meetmethode voor apoptose (Boehringer) bleek tot goede correlaties te leiden tussen stress en apoptose. Daarnaast is een andere, eenvoudiger meetmethode ontwikkeld voor FACS-toepassingen. Hierover werden contacten onderhouden met Boehringer. Het onderzoek ondervond internationaal veel belangsteling en heeft geleid tot samenwerking in diverse onderzoeksprojecten: bijv. verzuring en aluminiumvervuiling bij zalmen en temperatuureffecten bij tarbot (Noorwegen); zalmluis-epidemieën (Ierland); industriële watervervuiling in de Gele Zee (China). Deze projecten worden voortgezet met onder meer steun van EU en KNAW. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten
bekend.
bekend. gebruiker(s) Provinciaal Bureau Medische
Milieukunde, Breda / VROM-DGM, Den Haag / Novio Techniek BV, Nijmegen / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / RIKZ, Kamperland / VITO, Mol
routes voor het kinematisch invangen van de doping-atomen gedurende kristalgroei om tot een hoge niet-gelijkmatig verdeelde dopant concentratie te komen. resultaat na 5 jaar N,P (ingebracht vanuit de gasfase
via N 2 of NH 3 gedurende Chemical Vapor Deposition van polykristallijne en epitaxiale diamand lagen) en lithium (ingebracht in natuurlijk diamantplaten door in-diffusie bij hoge temperaturen) zijn toegepast voor n-type doping. In geen van deze gevallen is n-type geleiding gezien. De N-methode resulteerde in hoge concentraties en de ontwikkeling van een {100}fiber-achtige oppervlakte structuur. De P-methode resulteerde in optisch actieve (een rode lichtband, met een maximum van 1,9 eV) P-centra in het diamant. Dus kan worden geconcludeerd dat N, P, en Li kunnen worden ingebracht in hoge concentraties, maar dat dit niet leidt tot het wenselijke n-type karakteristieken. Verklaringen: vorming van elektrisch inactieve clusters; markering door afwijkingen; (niet) genoeg ondiepe donorniveaus; enzovoorts. resultaat na 10 jaar De problemen met het doteren van diamant, nodig voor elektronica, zijn ondanks wereldwijde inspanningen nog niet opgelost en diamant wordt niet of nauwelijks toegepast voor elektronica. Het alternatief is andere widebandgap materialen gebruiken. De interesse in materialen zoals GaN (galliumnitride) en SiC (Silicium Carbide) voor zulke toepassingen (hoge temperatuur, hoog vermogen, hoge frequenties) is inmiddels enorm gegroeid terwijl de interesse in diamant sterk verminderd is. Met betekking tot GaN zijn de belangrijkste gebruikers Philips Semiconductors en TNO Fysisch-Elektronisch Lab (TNO-FEL). gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips GmbH, Aachen (Duitsland) / Drukker International BV, Cuijk
64
utilisatierapport 2004
NCH.3026
BBB
projectleider in k1
Ontwikkeling en karakterisering van recombinant humane monoklonale antilichamen gericht tegen auto-antigenen
Prof.dr. W.J. van Venrooij 620,77
totale toewijzing
| Instelling
TTN.2617
T_
ABA
universiteit twente
projectleider in k1
Electro-ionisatielasers
Prof.dr.ir. W.J. Witteman 204,24
totale toewijzing
doelstelling Humane monoklonale antilichamen
doelstelling Het voorstel betrof onderzoek aan
zijn van groot belang voor wetenschappelijk biochemisch onderzoek in het algemeen (met name voor autoimmuunonderzoek), maar hebben ook duidelijke commerciële toepassingen in diagnostische testen en therapie. Doel van het project was de ontwikkeling van humane monoklonale antistoffen met de nieuwe faag display techniek. Als modelsysteem is voor het autoantigeen UI RNA gekozen. Patiënten met de autoimmuunziekte SLE (systemische lupus erythematosus) maken autoantilichamen tegen dit antigeen. Humane monoklonale immunoglobulinen gericht tegen UI RNA kunnen gebruikt worden als een component van een diagnostische test.
gepulseerde elektro-ionisatielasers. De op de Universiteit Twente gevonden experimentele condities voor het genereren van hoogvermogen straling bij een rendement van negen procent zou verder onderzocht worden voor langere pulsen (20 µs). De electronenbundelmachine werd vervangen door een zogenaamde WIP-gun waarmee de 20 µs-pulsen gegenereerd kunnen worden.
resultaat na 5 jaar Het doel van het project is
gehaald: in het onderzoek is een groot aantal patiënt-recombinant antistof-banken gemaakt met de faag display techniek. Het project heeft ook tot resultaat geleid voor andere ziekten dan systemische lupus erythematosus (SLE). Zo zijn er ook banken gemaakt van patiënten met reumatoïde artritis (RA) en sclerodermie. In het project zijn monoklonale antistoffen geselecteerd tegen een aantal autoantigenen. Ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek werden er monoklonale antilichamen gemaakt voor Innogenetics NV (Gent, België) en worden er monoklonale antilichamen gemaakt door ModiQuest bv (Nijmegen). ModiQuest bv heeft personele steun toegezegd waarmee de know-how wat betreft deze techniek in stand kan worden gehouden. resultaat na 10 jaar Vervolgonderzoek heeft zich met name gericht op reumatoïde artritis (RA) en heeft voor deze ziekte geleid tot een zeer succesvolle diagnostische test, die ook commercieel verkrijgbaar is. Vervolgprojecten: NCH.3159 en NCH.5188 (inkomsten) en NBC.5077. gebruiker(s) Innogenetics, Gent (België) / Future Diagnostics BV, Wijchen
resultaat na 5 jaar Er is een elektro-ionisatielaser
ontwikkeld (1,7 µm golflengte) met hoog vermogen (8 MW/l), hoog rendement (negen procent) en bij hoge druk (twee tot vijf bar), die met behulp van een E-Beam Sustained Discharge quasi-stationair 15-20 µs kan pulsen. De laserwerking is middels een analytisch model geanalyseerd en (het inzakken van) het vermogen blijkt af te hangen van de verhouding elektronen/ ionen in het gasmengsel. De performance van deze laser wijkt niet af van de moleculaire (CO 2 ) laser, maar heeft duidelijk voordelen (kleinere golflengten/energie via te transporteren). Er moet echter nog meer onderzoek aan gedaan voor iemand er in wil investeren. resultaat na 10 jaar Er zijn geen extra resultaten
behaald. gebruiker(s) TNO Industrie, Eindhoven / NCLR BV, Enschede / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Stork NV, Amsterdam
65
projecten 1993
TTN.2661
AB B
Selective epitaxial growth of high-Tc material
projectleider
TST.2701
CCA
Onderzoek en ontwikkeling van nieuwe spacervormen als afstandhouder en turbulentiepromotor in membraanmodulen
TE L.2722
CCB
A new generation of implantable triaxial acceleration and inclination sensors for feedback in functional electrical stimulation
Prof.dr. H. Rogalla totale toewijzing in 243,67 contracten Bijdrage: ESCETE Single C r y s t a l Te c h n o l o g y B V ; B i j d r a g e : P h i l i p s Medical Systems Nederland BV inkomsten in k 1 18,16
projectleider
D r. i r. I . G . R a c z t o t a l e t o e w i j z i n g i n 329,74 contracten Optie: STW; Universiteit Twente; Stork Friesland BV octrooien NL.1002397 Twisted tube membrane modules; NL.1002396 Spiral Wound membrane module with twisted flow channels inkomsten in k1 27,23
projectleider
k1
in k1
doelstelling Het ontwikkelen van een techniek voor selectieve epitaxiale groei die het mogelijk maakt om op een reproduceerbare manier Josephson juncties van hoge kwaliteit te maken van materialen waarvan dit voorheen niet mogelijk leek.
doelstelling Membraanfiltratie wordt nadelig beïnvloed door concentratie-polarisatie aan het scheidend oppervlak. Dit verschijnsel wordt bestreden door het verhogen van de turbulentie langs dat oppervlak. Het verlagen van de concentratiepolarisatie gaat echter gepaard met een verhoging van de drukval, wat dus een optimalisatieprobleem impliceert. In sommige membraanmodulen (plaat- en wikkelmodule) worden netwerkachtige structuren toegepast als afstandhouder en als turbulentie-promotor. Doel was het ontwerpen van nieuwe vormen van deze afstandhouders.
doelstelling Doel van dit project was een nieuwe
resultaat na 5 jaar In overleg met Stork Friesland
resultaat na 5 jaar De sensor die in dit project
(nu X-Flow BV) zijn de onderzoeksdoelen bijgesteld. Het doel bleef vermindering van concentratiepolarisatie aan het membraanoppervlak en verhoging van de flux, maar niet door het toepassen van nieuwe spacer, maar door een andere vorm van de membranen zelf. De (buisvormige) membranen worden in een spiraal om elkaar gewonden in een membraanmodule gezet. Diverse ontwerpparameters zijn door de onderzoekers experimenteel en modelmatig bepaald. Daarna zijn verschillende module ontwerpen experimenteel getoetst op hun prestaties. Door Stork Friesland zijn twee octrooiaanvragen ingediend, waarvan één niet patenteerbaar bleek. Voor het tweede zijn voorlopig geen mogelijkheden voor commercialisatie.
ontwikkeld is – de Tracmor – is reeds gebruikt in onderzoek naar fysieke activiteit en de kwantificering ervan. Daarbij is ook de relatie tussen activiteit van de patiënt en zijn metabool energiegebuik bestudeerd.
k1
resultaat na 5 jaar De grootste uitdaging was het
verkrijgen van een lage interface weerstand. Aangezien elektrisch transport in hoge-Tc supergeleiders in de kristallografische a-b richting plaatsvindt, wordt een contact op een helling gemaakt door middel van een etsstap, die het interface ruw, amorf en niet-stoïchiometrisch achterlaat. De studie naar selectieve epitaxiale groei heeft tot het inzicht geleid dat dit interface kan worden hersteld door middel van de depositie van een ultradunne laag van hoge-Tc materiaal. De laag herstelt het epitaxiale karakter van de hoge-Tc supergeleider tot aan het interface, waarop vervolgens in-situ een isolerende barrière, halfgeleider, metaal of andere supergeleider kan worden aangebracht. De herstellaag wordt behalve op de ramp ook op het substraat gedeponeerd, maar is in dit geval te dun om supergeleidend te worden. Dit voorkomt ongewenste lekstromen. resultaat na 10 jaar Er zijn zogenaamde p-juncties gerealiseerd, die belangrijke onderdelen zijn van mogelijke quantum-computing schakelingen. Recent zijn twee-dimensionale arrays met tienduizenden van dergelijke Josephson juncties succesvol gerealiseerd, waarin halve fluxquanta en hun interacties kunnen worden onderzocht. De techniek wordt momenteel verder toegepast in het realiseren van supergeleidende circuits (zoals analoog naar digitaal convertors) met hoge-Tc Josephson juncties. De resultaten zijn ingebracht in het spin-off bedrijf TSST. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV, Best / TNO-FEL, Den Haag / TNO-TPD TU Eindhoven, Eindhoven / ESA/ESTEC, Noordwijk / Philips GmbH, Hamburg (Duitsland)
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikke-
lingen te melden. Het principe van de gedraaide buizen is nog niet toegepast door X-Flow/Norit. De bereikte energiewinst wordt teniet gedaan door extra kosten die men elders in membraanopstelling als gevolg van het inzetten van de spiraalgewonden buizen moet maken. Andere principes voor vermindering van membraanpolarisatie zijn commercieel aantrekkelijker. gebruiker(s) Norit Membrane Technology BV,
Enschede
Prof.dr.ir. P. Bergveld 288,89
totale toewijzing
generatie van inplanteerbare triaxiaal sensoren maken voor het meten van versnelling en hellingshoek. De data zijn bedoeld voor feedback regelen van motorfuncties in de rug van patiënten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Functionele Elektrische Stimulatie. De sensoren die tot dan toe bestonden, voldeden niet aan de hiervoor nodige eisen (ze hebben bijvoorbeeld geen drift). De hier beoogde sensor moest gebaseerd zijn op een nieuw principe sensor, die de vervorming van een centrale massa als maat neemt voor de versnelling of gravitatie.
resultaat na 10 jaar Deze toepassing heeft geleid tot diepgaande belangstelling van het revalidatiecentrum Het Roessingh. Het inspireerde de projectleider tot een vervolg onderzoeksvoorstel (TEL.4167). De onderzoeker werkte de algoritmen uit voor de starter XSENS. Dat bedrijf maakt nu systemen met de betreffende sensoren, nieuw onderzoek is nog nodig voor commerciëlere versies. gebruiker(s) Texas Instruments Holland BV, Almelo / Infotronic, Tubbergen / Micromontage, Hengelo / McRoberts BV, Den Haag / Het Roessingh R&D, Enschede / AZ Maastricht
66
utilisatierapport 2004
TWI.2724
CCB
projectleider in k 1
Voortgezette studie van een algemeen toepasbaar driedimensionaal model voor niet-lineaire oppervlaktegolven
Prof.dr.ir. P.J. Zandbergen 299,79 contracten Licentie
totale toewijzing inkomsten in k 1
TST.2771
B BA
projectleider
Ontwikkeling van hoog-selektieve polyimide membranen voor de scheiding van CO 2 en CH 4
Prof.dr.ing. M.H.V. Mulder † 263,07
totale
toewijzing in k1
2,26
TE L.2778
ACA
Silicon condenser microphone with integrated preamplifier and dc voltage multiplier
projectleider
Prof.dr.ir. P. Bergveld totale toewijzing 412,63 contracten Geheimhouding octrooien P CT.N L9 6/00 4 62 Development of integrated silicin condensor microphoen (Stelsel van substraat en een opnemer) in k1
doelstelling Het onderzoek beoogde een betrouw-
doelstelling Het doel van het onderzoek was het
doelstelling De huidige microfoons in gehoor-
baar rekenmodel te ontwikkelen waarmee driedimensionale golfvelden en de wisselwerking van golven met constructies doorgerekend kunnen worden, rekening houdend met de invloed van de vorm van de zeebodem op het golfveld. Het model moet toepasbaar zijn voor vragen van rederijen, scheepswerven, baggerbedrijven, havenautoriteiten, kustbewaking, oliemaatschappijen en dergelijke.
ontwikkelen van aromatische polyimiden voor de scheiding van CO 2 /CH 4 met een permeabiliteit voor CO 2 van minimaal 20 Barrer en een selectiviteitfactor voor CO 2 /CH 4 van minimaal 50 onder procescondities (hoge druk). Een tweede doelstelling was de oorzaken te onderzoeken voor het het weekmakend effect van CO 2 .
toestellen zijn meestal voorzien van een ingebouwde elektronische schakeling om het lage voltage van de batterij om te zetten in de benodigde hoge spanning voor de versterker. In een zogeheten electret is deze schakeling onderdeel van de microfoon. Aan de Universiteit van Twente is een modern type van deze microfoon ontwikkeld, de silicon high voltage electret. In dit project werd een verbetering van de signaal-ruisverhouding gezocht, in de verdere integratie van onderdelen: kunnen we bijvoorbeeld ook de voorversterker in de microfoon opnemen?
resultaat na 5 jaar Tegen het einde van de project-
periode bleek deze groep een van de weinige wereldwijd die een door Det Norske Veritas (DNV) gesteld testprobleem konden oplossen. MARIN en WL hebben immaterieel belangrijk aan het project bijgedragen: beide instituten stelden een werkplek met de bijbehorende infrastructuur ter beschikking; daarnaast wordt er in toenemende mate tijd gestoken in begeleiding en aanvullend onderzoek. De ontwikkelde programmatuur is door zowel MARIN als WL gebruikt.
resultaat na 5 jaar Het project heeft geleid tot
nieuwe methoden om membranen bestendig te maken tegen zwellende media zoals gassen die onder hoge druk staan. Er zijn drie methodes gedefinieerd: a) thermisch crosslinken; b) chemisch crosslinken en c) mengen met beter bestendige polymeren. Alleen methode c) zal commercieel toepasbaar zijn omdat bij de andere methoden een temperatuurbehandeling benodigd is. Het project heeft geleid tot een aantaal nieuwe projecten (een CW-STW project en drie derde geldstroomprojecten (EET, EU 5th framework, Marie Curie Mobility Grant). resultaat na 10 jaar De kennis is van dusdanige
resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet in
project TWI.4197. Ook daarbij zijn MARIN en WL nauw betrokken. De programmatuur wordt gebruikt en verder doorontwikkeld. gebruiker(s) MARIN, Wageningen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / Albatros Flow Research, Vollenhove / WL - Delft Hydraulics, Delft
kwaliteit dat commercialisatie mogelijk zou zijn. Er is gezocht naar mogelijkheden, deze maar hebben tot nu toe nog geen reeële resultaten opgeleverd. gebruiker(s) Parker Gas Separation BV, Etten-Leur / Shell Nederland BV, Rotterdam / DSM Research BV, Geleen
resultaat na 5 jaar Het onderzoek mondde uit in
een silicon condenser microphone (afmetingen 220x220 micrometer) inclusief de geïntegreerde versterker en circuits. De microfoon is het resultaat van de combinatie van micromechanische technieken en van IC-technologie. De microfoon is zeer gevoelig (10mV/Pascal) en heeft een bedrijfsspanning van minimaal slechts 1,9 V. Toepassingen zouden gezocht kunnen worden in bijvoorbeeld de nieuwe generaties hoortoestellen, waarvan de kleinste geheel in het gehoor passen en dus kleine microfoons behoeven. Vervolg research is evenwel nodig om vraagstukken over productie reproduceerbaarheid, stabiliteit en kostprijs op te lossen. De onderzoeker trad in dienst bij een buitenlandse fabrikant, die de eerste microfoons geproduceerd heeft. Er zijn diverse besprekingen met bedrijven in binnen en buitenland gevoerd. Het gaat daarbij om een meer specifieke verdere ontwikkeling van de technologie. resultaat na 10 jaar De Twentse technologie is terug te vinden in gehoortoestelmicrofoons van Knowles en in siliciummicrofoons van Sonion, dat de Twentse spin off Microtel.
67
projecten 1993
TST.2812
ACA
projectleider in k1
De ontwikkeling van duurzame CHEMFET-sensoren voor de continue en selectieve detectie van zware metaalionen in water
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt 398,43
totale toewijzing
doelstelling In dit onderzoek werden sensoren voor de detectie van geringe concentraties van zware metaalionen ontwikkeld op basis van ion-gevoelige veldeffect transistoren (ISFETs). Dit project richtte zich op: a) synthese van nieuwe receptoren met een hoge selectiviteit en modificatie van deze receptoren voor covalente binding; b) onderzoek naar de optimale samenstelling van het ‘sensing’ membraan (zowel wat betreft hoeveelheid en verhouding van receptormoleculen en anionische sites alwat betreft vernetting en polariteit) en onderzoek naar de invloed van covalente binding van de elektroactieve componenten in het membraan op respons en duurzaamheid van de CHEMFETs; c) het testen van de sensoren onder praktijkomstandigheden en verdere optimalisatie van de meetcel en de meetmethode. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
receptormoleculen voor zilver, lood,koper, cadmium en cesium. Ingebed in duurzame membranen en covalent gekoppeld aan ISFETs resulteerde dat in duurzame sensoren voor lood en cesium. In geval van cadnium, zilver en koper is nog enige verdere ontwikkeling nodig om de duurzaamheid te verhogen.Essentieel voor de werking van de sensormembranen is de verankering aan de ISFET van het zogeheten polyHEMA hydrogel, waarvan de rechten bij Priva berusten. Anderzijds liggen de rechten op de ionoforen bij de STW. Samen met Priva zal worden gezocht naar partners om de ionoforen, de membranen en de ISFETs tot werkende sensorsystemen uit te ontwikkelen, geschikt voor gebruik in de tuinbouw, waterstromen, etcetera.
TE L.2849
CCA
Integratie van neuroprothetische en mechanische voorzieningen in een hybride loopsysteem voor dwarslaesiepatiënten
Prof.dr. H.B.K. Boom totale toewijzing 249,33 contracten Samenwerking onderzoek: Universiteit Twente; Roessingh Research and Development; STW inkomsten in k1 203,29
TE L.2876
B BA
Poly-crystalline Ge-Si alloys
projectleider
projectleider
in k 1
k1
doelstelling Een hybride loopsysteem is een systeem voor het herstel van de sta- en loopfunctie van dwarslaesiepatiënten, dat bestaat uit een combinatie van een orthese (een beugelconstructie) en functionele elektrostimulatie (elektrische prikkeling van de spieren via huidelektroden). Doel van het project was de realisatie van zo’n systeem.
doelstelling Doel van het project was onderzoek
resultaat na 5 jaar Een hybride loopsysteem is niet
gerealiseerd. Wel is een nieuwe heup/knie/enkel/ voet-orthese ontworpen, de SEPRIX. Deze orthese is deelbaar waardoor de beugel die de romp steunt tijdens rolstoelgebruik losgekoppeld kan worden van de twee onderbeenbeugels. De SEPRIX is bij een beperkt aantal dwarslaesie patiënten uitgetest. De resultaten zijn gunstig. Roessingh Research & Development (RRD), de UT, en Kunst & van Leerdam/Ambroise (KvL) overwegen een vervolgproject om de SEPRIX verder te ontwikkelen en op de markt brengen. De sensoren voor de besturing van de functionele elektrostimulatie (FES) zijn op bruikbaarheid getoetst en is een ontwerp van een besturingssysteem gemaakt.
resultaat na 10 jaar De commerciële doorbraak in het toepassen van ISFET’s voor meer voor de handliggende ionen (de niet zware metaalionen natrium en kalium) is niet via Priva en Sentron tot stand kunnen komen. Daardoor is de ontwikkeling van deze ISFET-sensoren ook blijven liggen.
resultaat na 10 jaar Op basis van de SEPRIX is een nieuwe orthese ontworpen (de Caddy). Een patentaanvraag is ingediend en de orthese wordt door KvL verder ontwikkeld voor productie. Voor de studie naar FES is samen met RRD geparticipeerd in het EU-project ‘Sensations’. Conclusie is dat FES klinisch effectief is bij patiënten met een incomplete dwarslaesie. Het onderzoek is voortgezet met steun van SENTER en in het kader van het Europese programma TUBA. Er is een nieuwe stimulator ontworpen die door het Engelse bedrijf Finetech is overgenomen. Voor de besturing van de stimulator zijn inertiële sensoren nodig. Expertise hierover is ontstaan in onder meer in STW-project TEL.4167, leidend tot een nauwe samenwerking met het bedrijf Xsens.
gebruiker(s) Kiwa NV, Nieuwegein / Rijkswaterstaat, Delft / GeoDelft, Delft / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / Priva Hortimation BV, De Lier / RIZA, Lelystad / Anasys BV, Albergen
gebruiker(s) Kunst & Van Leerdam Medical Technology BV, Enschede / Revalidatiecentrum Hoensbroek / VU Medisch Centrum, Amsterdam / Roessingh Revalidatie Techniek BV, Enschede
Prof.dr. H. Wallinga
totale toewijzing in
347,46
te doen naar de toepassing van polykristallijn germanium-silicium (poly-GeSi) als gate materiaal in zeer kleine CMOS transistoren. De depositie met ex-situ en in-situ doping is onderzocht met LPCVD system (Low Pressure Chemical Vapor Deposition) en in een cold wall single wafer systemmet RT (Rapid Thermal) and ECR (Electron Cyclotron Resonance) plasma opties. Het onderzoek moest ondermeer resulteren in karakteristiek parameters voor process en circuit designers. resultaat na 5 jaar De mogelijkheid om het verschil
in werkfunktie, veroorzaakt door de lagere valentieband energie van GeSi in vergelijking met Si te benutten is onderzocht. Belangrijk is de mogelijkheid om dit materiaal te gebruiken in een Si-proces en het dient dan ook compatibel te zijn met zo’n proces. Er is aangetoond dat het mogelijk is om sub-micron CMOS transistoren te maken met een poly-GeSi gate. De resultaten tonen aan dat poly-GeSi vergelijkbare of betere materiaal en proces eigenschappen heeft dan poly-Si. Door PMOSFETS met een p + gedoteerde poly-GeSi gate te combineren met een lager kanaal doping profiel zijn betere transistor eigenschappen te behalen. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe reultaten
bekend. gebruiker(s) ASM Europe BV, Bilthoven / Flat Panel Display, Eindhoven / Philips Analytical BV, Almelo
68
utilisatierapport 2004
TG N.2908
ABA
projectleider
Intracorporaal continu-actief correctiesysteem voor scoliotische afwijkingen
AAA
Bevordering van de endothelialisatie van kunststof bloedvatprothesen door behandeling met gasplasma en plaatselijke afgifte van groeifactor
TST.3009
ABA
Immobilisatie van radio-isotopen voor diagnostiek en therapie van humane tumoren
projectleider Prof.dr. J. Feijen totale toewijzing in k 1 417,77 contracten Geheimhouding: Medtronic B akken Research Center BV; STW octrooien N L.1008724 Kunstof bloedvat Werkwijze voor het prepareren van een kunstof bloedvat
D r. W. Ve r b o o m tot ale toewijzing in 241,88 octrooien N L.1008988 Calixareenverbinding en een selectief molecuul voorzien van een dergelijke verbinding
doelstelling Doel was een verbetering van de chirur-
doelstelling Doel van dit (in vitro) onderzoek was
doelstelling Een nieuwe methode bij de behandeling
gische behandeling van wervelkolomafwijkingen (scoliose) met een goede correctie van zijwaartse en torsionele afwijkingen, zonder dat verstijving (fusie) van de wervelkolom nodig is. Een nieuw fysiologisch correctieproces moest met langdurig werkende kleine krachten in de loop van de tijd een scoliotische afwijking corrigeren. Bij de operatie wordt een actief implantaat ingebracht. Bij een juiste krachtwerking van het implantaat, maakt het visco-elastische gedrag van de wervelkolom een volledige correctie met behoud van flexibiliteit mogelijk.
om bloedvatprothesen zodanig te modificeren dat de hechting, spreiding en proliferatie van gezaaide endotheelcellen wordt bevorderd, terwijl de bloedstolling en depositie van bloedplaatjes wordt tegengegaan. Endhotheelcellen vervullen een belangrijke rol bij het tegengaan van trombose.
van tumoren is het gebruik van een radioactieve verbinding tussen liganden en antilichamen. De essentie is dat het antilichaam de stralingsbron specifiek naar de bewuste tumor brengt. Doel van het project was de ontwikkeling van voldoende stabiele liganden volgens een nieuw concept: het radioactieve kation wordt ingevangen in een stabiliserende omgeving, waarna als het ware de deksel van de moleculaire doos vanzelf wordt dichtgetrokken. Geschikte liganden zouden vervolgens worden gemodificeerd om koppeling aan het antilichaam mogelijk te maken.
Prof.ir. J.C. Cool
totale toewijzing in k 1
TST.2910
683,18
resultaat na 5 jaar Het doel is (nog) niet bereikt.
Een nieuw type corrigerend implantaat voor scoliotische afwijkingen is ontworpen en beproefd. Bij de ontwikkeling van het implantaat zijn onverwachte problemen gerezen. Viervoeters met scoliosis bestaan niet. Het experiment moet omgekeerd worden uitgevoerd: het implantaat moet een rechte rug kromtrekken. Het is echter dubieus of het rechten van een scoliotische humane rug kan worden vergeleken met het verkrommen van de rechte rug van een viervoeter. Het ontworpen systeem werkt betrouwbaar, en is veilig. resultaat na 10 jaar Inmiddels hebben 12 patiënten voor een korte segmentale fusie, tegelijkertijd het ‘Memory Metal Fixation Device’ met veel succes geïmplanteerd gekregen. Zij vormen een onderdeel van een vergelijkende studie met conventionele implantaten. De tweede stap in dit proces is de ontwikkeling van thoracale haak systeem waardoor lange trajecten gefuseerd kunnen worden zoals bij scoliose correctie. De verwachting is dat in januari 2004 alle wettelijke hobbels genomen zijn en dan de eerste scoliose patiënt met het ‘Extended Memory Metal Fixation Device’ behandeld kan worden. De derde stap is de ontwikkeling van een non-fusie systeem waarmee volgens schema in de loop van 2004 een aanvang gemaakt zal worden. gebruiker(s) Wilhelmina Ziekenhuis, Assen / Ignatius Ziekenhuis, Breda / Nederlandse Orthopaedische Vereniging, Arnhem / OrthoDynamics, Drachten
resultaat na 5 jaar Op basis van deelexperimenten
is een model opgesteld, waarmee de endothelialisatie van kleine kunststofbloedvaten beschreven wordt. In het laatste stadium van het project is dit model in varkensexperimenten getest. De getransplanteerde kunstofbloedvaten vertoonden geen verstoppingen. In alle zes onderzochte gevallen trad goede endothelialisatie op met een lichte maar duidelijke trend naar een hogere procentuele bedekking bij bFGF gecoate vaten. Echter te weinig om er conclusies aan te verbinden. De pilotproef wordt van cruciaal belang geacht voor toekomstig uitgebreider onderzoek. De patentaanvraag is na bestudering van het nieuwheidsonderzoek niet doorgezet. Toch besloot Medtronic naar aanleiding van de resultaat na afloop van de STW-financiering dit onderzoek te blijven steunen met een extra oio-plaats. resultaat na 10 jaar Binnen de werkeenheid BMI van de Universiteit Twente wordt aan het onderwerp bloedvatprothesen verder gewerkt. Dit vervolgonderzoek richt zich nu bijvoorbeeld op de ontwikkeling van volledige ‘tissue-engineered’ bloedvaten, waarbij onder meer de resultaten van het project TST.2910 als uitgangspunt dienen. Het vervolgonderzoek wordt onder meer gefinancierd door IOP-Eiwitten, het Medisch Spectrum Twente te Enschede en DPI (DSM). gebruiker(s) Diakonessenhuis, Utrecht / Datascope Biomaterials Research BV, Vaals / Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht
projectleider
k1
resultaat na 5 jaar In het project zijn diverse
calix[4]arenen gesynthetiseerd, waarin zowel actinium als radioliganden kon worden gebonden. Door een modificatie van de calixarenen is aangetoond dat deze aan monoklonale antilichamen kunnen worden gekoppeld met behoud van immunoreactiviteit. Wanneer gehumaniseerde antilichamen worden gebruikt is de kans op een immuunrespons van de patiënt tegen het calixareen minimaal. De verbindingen zijn gepatenteerd en er zijn in de laboratoria van de industriële gebruikers diverse biochemische experimenten uitgevoerd. Door een gewijzigde bedrijfsstrategie hebben deze contacten niet tot een succesvol product geleid. resultaat na 10 jaar Geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere resultaten; de vervolgtests van de verbindingen door PharmActinium BV hebben onvoldoende succes gehad. gebruiker(s) Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden / Akzo Nobel, Oss / Organon NV, Oss / PharmActinium Inc., Chevy Chase (Verenigde Staten)
projecten 1993
TST.3030
ACC
Deflagratie in stromende, brandbare gasmengsels
projectleider
TTN.3053
CCA
Ontwikkeling van een golfgeleiderimmuunsensor voor subnanomolairdetectie van kleine moleculen
Prof.dr.ir. K.R. Westerterp totale toe287,54 contracten Licentie: TNO-PML; Universiteit Twente; STW inkomsten in k1 113,45
projectleider Dr. R.P.H. Kooyman totale toewijzing in k1 386,51 contracten Optie: STW; Universiteit Twente; Analytic Devices; Licentie: STW; Universiteit Twente; Analytic Devices inkomsten in k1 9,08
doelstelling De invloed van de mechanismen die mogelijk een rol spelen bij de ontsteking, ontbranding en uitdoving van stromende explosieve gasmengsels – zoals turbulentie, warmteoverdracht vanuit de reactiezone naar de omringende gasfase en het wandmateriaal – zijn nog nauwelijks of niet onderzocht. Doel van het onderzoek was het beschrijven van de deflagratie (of de explosie) in gasmengsels. Het onderzoek richtte zich op de invloed van turbulentie op de deflagratie van brandbare gasmengsels onder industriële procescondities.
doelstelling Het bouwen en uittesten van een golfgeleider-immuunsensor van het type interferometer om van relatief kleine moleculen de concentratie te bepalen in het subnanomolaire gebied.
wijzing in k1
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft een experi-
menteel geverifieerde beschrijvingsmethode van deflagratie in stromende brandbare gasmengsels opgeleverd. Hiermee is te bepalen bij welke omstandigheden van temperatuur, druk, stroomsnelheid en vrije doorstroomruimte deflagratie kan optreden. resultaat na 10 jaar De onderzoeksrichting van de groep op de universiteit is gewijzigd; aan dit onderwerp wordt geen onderzoek meer gedaan. TNO heeft de apparatuur van de groep overgenomen. Bovendien zal TNO een deel van de winst uit opdrachten waarbij gebruik wordt gemaakt van deze apparatuur uitkeren aan STW. Vervolgproject TPC.5184 (inkomstenproject). gebruiker(s) NIZO food research, / Dow Benelux BV,
Terneuzen / Shell Nederland BV, Den Haag / Akzo Nobel Chemicals BV, Deventer / TNO-PML, Rijswijk
resultaat na 5 jaar Er werd een bruikbaar instrument
ontwikkeld, waarmee de haalbaarheid van de beoogde detectie aangetoond kon worden. De kennis werd onder contract overgedragen aan een ‘kleine starter’, Analytic Devices te Zeist. resultaat na 10 jaar De veelbelovende ontwikkeling kon niet doorgezet worden omdat Analytic Devices concurrentie ondervond van een ander systeem (ook) afkomstig van de UT (de Mach Zehnder interferometer). Analytic Devices kon met de gebruiker daarvan geen overeenstemming bereiken over samenwerking. Analytic Devices ondervond ook technische tegenslag. Geheel tegen verwachting bleken de aangeleverde siliciumsensoren niet stabiel te zijn. gebruiker(s) Eco Chemie BV, Utrecht / TNO-TPD,
Delft / TNO Voeding, Zeist / Euro-Diagnostica BV, Arnhem / Rijkswaterstaat, Delft
| Instelling
U _ universiteit utrecht
69
70
utilisatierapport 2004
U NS.2645
B BA
Een magnetische spectrograaf voor materiaalkundig onderzoek
Prof.dr. D.O. Boerma totale toewijzing in 349,93 octrooien NL.1003455 Werkwijze voor het behandelen van een in hoofdzaak metalen althans nabij een oppervlak ijzerhoudend voorwerp en dergelijk voorwerp.
UG E.2728
ABA
Method for locally elevating the ground
U B I.2797
AAA
Optimalisatie van de massakweek van aardhommels: het effect van de omgevingstemperatuur op overwintering en kolonieontwikkeling van Bombus terrestris
projectleider
projectleider
k1
in k1
Prof.dr. J.D. Nieuwenhuis totale toewijzing 519,37 octrooien PCT.NL8900014 Procedure for locally raising the ground artificially inkomsten in k1 22,69
projectleider Dr. H.H.W. Velthuis totale toewijzing in k1 683,80 contracten Bijdrage: Koppert BV inkomsten in k1 12,93
doelstelling Aan de RUG is een magnetische spec-
doelstelling Het verkrijgen van inzicht omtrent de
doelstelling Bloembestuiving is essentieel voor
trograaf met bijbehorende draaitafel, goniometer, vacuümkamers met preparatie en insluismogelijkheden ontworpen en vrijwel compleet in onderdelen gerealiseerd. Dit instrument is in samenwerking met de vakgroep AGF aan de Tandem Versneller van de UU geïnstalleerd. De spectrograaf is speciaal ontworpen voor materiaalonderzoek en zal worden gebruikt voor een breed scala van onderzoek.
technische en economische haalbaarheid van het concept voor het lokaal opheffen van land door de injectie van industrieel afvalzwavelzuur in ondergrondse kalksteenreservoirs.
de vruchtzetting in diverse tuinbouwgewassen. Daartoe worden ook aardhommels, Bombus terrestris, ingezet. De kweekmethoden voor de op commerciële basis voortgebrachte kolonies zijn onvoldoende efficiënt; minder dan twee tot vijf in teelt gebrachte koninginnen brengt een bruikbare kolonie voort. Dit hangt samen met een grote natuurlijke variatie in de uiteindelijke omvang en samenstelling van de kolonie. Dit onderzoek beoogde de kennis te verschaffen over de oorzaken van deze variatie met het oog op mogelijke verbetering van de massakweek, waardoor een hoger rendement van een commerciële kweek kan worden bereikt, maar ook koninginnen, via een winterrust van variabele duur, in voorraad kunnen worden gehouden. Daarmee kunnen de schommelingen in de vraag naar hommelkolonies gedurende het jaar worden opgevangen.
resultaat na 5 jaar Er is een techniek ontwikkeld
waarbij men op ijzer of staal een dun laagje nikkel aanbrengt en vervolgens nitreert. Dat kan bij lagere temperatuur nitreren dan tot nog toe mogelijk was. Dit heeft gevolgen voor het energiegebruik, maar ook voor de kwaliteit van de laag. Het onderzoek is aanleiding geweest tot twee nieuwe projectvoorstellen. Het ene past de ontwikkelde techniek toe ten behoeve van de fabrikage van magnetische films, het andere richt zich vooral op de toepassing van een beschermende laag. Dit onderzoek wordt gesteund door Hoogovens via het NIMR. Dat is een direct gevolg van de samenwerking in dit project. De output betreffende ijzer nitrides was het belangrijkst. Het heeft tot vervolgprojecten geleid op het gebied van Ultra-soft magnetic materials (GWN.4561) en een project over magnetic multi-layers of metal nitrides and metal oxides for tunneljunctions. (FOM99PSI05). Magnetische ijzer-nitridelagen zijn sterk in de belangstelling komen te staan.
resultaat na 5 jaar Op basis van verkregen inzichten
uit laboratoriumexpermimenten en na analyse van de reservoireigenschappenen van de hydrogeologie van de ‘Chalk’ van Zuid-Limburg, werden in dit gesteente twee ‘medium-scale’ veldexperimenten uitgevoerd. Injectie werd verricht in twee reservoirtypen die model staan voor injectie in ‘double porosity’, gebroken Chalk reservoirs en ‘double permeability’, ongebroken Chalk reservoirs. Er werd een maximaal haalbare en met tiltmeters goed geregistreerde bodemheffing gerealiseerd. Toekomstig nader onderzoek naar deze effecten aan instituten voor toegepaste geologie moet definitief uitwijzen of de toepassing van de methode om lokaal land op te heffen met zwavelzuurinjectie in ondergrondse kalksteen, in de bouwkunde, milieutechniek, land(her)winning en kustversterking algemeen toepassing kan vinden. De veldexperimenten kwamen in samenwerking met Halliburton European ResearchCenter en Groundcontrol Rotterdam, dat uiterst gevoelig en nauwkeurig bodembewegingen kan meten, tot stand. Bij boorkernanalyses was Panterra betrokken, bij de flowexperimenten werd geholpen door het geologisch instituut te Keulen.
resultaat na 10 jaar Op dit moment (2004) werken
aan de Universidad Autónoma de Madrid zeker drie subgroepen aan diverse aspecten van de groei van deze nitriden. Er blijken mogelijkheden te zijn voor het maken van nanostructuren van dit materiaal. De gunstige magnetische eigenschappen van mono-kristallijne dunne lagen van Fe4N (ijzernitriecel) lenen zich voor device applications. In Madrid wordt een sterk verbeterde versie van deze spectrograaf gebouwd die naar verwachting over een jaar zal functioneren. gebruiker(s) AMOLF, Amsterdam / Corus Research, Development & Technology, IJmuiden / Corus Staal BV, IJmuiden / Philips Research Laboratories, Eindhoven
resultaat na 5 jaar a) Condities waaronder een
hommelkolonie veel werksters produceert zijn nu beter bekend. b) Optimale overwinteringsduur/condities zijn gedefinieerd. Het project heeft geleid tot aanbeveling voor hommelkwekers op basis van bovengenoemde resultaten. De gebruikers hebben hiermee een wetenschappelijke onderbouwing van de waargenomen fenomenen. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten te
melden. resultaat na 10 jaar Het is bij achtergrond kennis
gebleven. Er was geen industriële belangstelling. Door recycling leek het overschot van zwavelzuur niet meer zo actueel in Nederland/Europa. STW liet het octrooi verlopen. gebruiker(s) Staatstoezicht op de Mijnen, Rijswijk / TNO-NITG, Utrecht / Fugro Ingenieursbureau BV, Leidschendam / WL - Delft Hydraulics, Delft / Groundcontrol, Rotterdam / Akzo Nobel Chemicals BV, Amersfoort / Heijmans Infrastructuur en Milieu BV, Rosmalen / ARCADIS Heidemij Advies, Deventer en Arnhem
gebruiker(s) Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Stichting Ambrosiushoeve, Hilvarenbeek
71
projecten 1993
U NS.3008
AAA
projectleider
Nieuwe fosforen voor gebruik in fluorescentielampen
Prof.dr. G. Blasse
totale toewijzing in k1
| Instelling
VB I.2817
V_
AAA
vrije universiteit amsterdam
projectleider
Phytochelatine en het enzym phytochelatine synthase als potentiële fysiologische biomarkers voor metaalstress en metaaltoxiciteit in planten
Dr. J.A.C. Verkleij
totale toewijzing in k1
159,28
294,54
doelstelling Gedurende een aantal jaren worden luminescerende materialen gedoteerd met zeldzame aarden op grote schaal gebruikt als fosforen in lampen voor verlichtingsdoeleinden. De rode en de groene fosfor bevatten niet alleen een zeer dure activator, maar bestaan ook uit een duur gastheerrooster. In dit project is nagegaan in hoeverre deze keuze op fundamenteelwetenschappelijke gronden gebaseerd is en of het mogelijk is goedkopere fosforen te maken.
doelstelling Metaalbindende peptiden,
phytoche-latinen, (PC’s) kunnen worden gebruikt als biomarkers voor de fysiologische metaalstress die de plant ondervindt bij blootstelling aan oncentraties zware metalen. Het doel van het roject was het introduceren van PC’s als toxicologische biomarkers van metaalstress, welke ingebracht kunnen worden bij verdere ecotoxicologische risico-evaluatie studies. resultaat na 5 jaar Een HPLC-meetmethode werd
resultaat na 5 jaar De belangrijkste resultaten zijn:
a) Het Eu 2+ ion, dat meestal in het blauwe spectrale gebied licht uitzendt, kan in sommige grondroosters groen licht uitzenden. Het onderzoek heeft kennis verschaft waarmee de groene luminescentie begrepen kan worden. De efficiëntie van de groene Eu 2+ emissie is gemeten, maar het blijkt dat die niet hoger kan zijn dan 60 procent. b) Een alternatief voor het groen-emitterende Eu 2+ ion is het Mn 2+ ion. Op een plaats met een zwak kristalveld kan ook dit ion een groene emissie geven. De efficiëntie van de groene Mn 2+ fosforen bleek niet hoog genoeg om te kunnen concurreren met dat van de nu gebruikte fosforen op basis van Tb 3+. De resultaten hebben een duidelijk antwoord verschaft op de probleemstelling van het onderzoek: het is duidelijk geworden onder welke omstandigheden het Eu 2+ ion de gewenste groene luminescentie geeft. De efficiëntie van de groene emissie kan vrij hoog zijn, maar is helaas nooit hoog genoeg om te kunnen concurreren met de nu gebruikte (dure) groene fosforen met Tb 3+. Dit lijkt een eigenschap te zijn die hoort bij de relatief langgolvige Eu 2+ emissie. Verder onderzoek naar een goedkope groene fosfor in deze richting lijkt niet zinvol. resultaat na 10 jaar Er is nog steeds een intensieve samenwerking met de gebruiker op andere gebieden (zoals bij het beëindigde CW/STWproject UCH.3696 en het huidige CW/STWproject UFC.5086). Er is buiten steun aan STW-projecten ook andere steun van Philips aan de onderzoeksgroep. gebruiker(s) Philips Lighting BV, Eindhoven / Philips Forschungslabor, Aachen (Duitsland)
ontwikkeld voor een gevoelige bepaling van PC’s. Onderzocht werd of PC’s als biomarker kunnen dienen voor metaalstress bij groenten op substraatteelt, danwel voor verschillen in cadmiumgevoeligheid tussen een groot aantal verschillende maïsrassen. Wat het laatste betreft: voor 23 maïsrassen werd geen bruikbaar verband gevonden tussen het PC-niveau in de spruit en de mate van groeiremming. Het bleek dat de aanmaak van PC’s ongeveer gelijk opgaat met een overmatige metaalbelasting. Vaststelling van metaaltoxiciteit (koper) bij groentenkweek op steenwol kon via PC-analyses evenmin worden vastgesteld. De ontwikkelde meetmethode biedt dus (nog) geen voordelen ten opzichte van de gebruikelijke meetmethoden voor dit soort risico-evaluaties. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten
bekend. gebruiker(s) Plant Research International BV, Wageningen / RIZA, Lelystad / Overlegorgaan Nationaal Park de Biesbosch, Den Bosch / Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente, Naaldwijk / Ministerie van LNV, Eindhoven
72
utilisatierapport 2004
VCH.2831
CCA
projectleider
Assessment of polymorphisms to predict interindividual differences in susceptibility for toxicity: the case of trichloro ethylene
ABA
Immunomodulerende liposomen voor vaccinatie, via de bovenste luchtwegen, bij landbouwhuisdieren
B CB
Het combineren van vloeistofchromatografie en spectroscopische identificatiemethoden door eluens eliminatie
projectleider
k1
182,28
doelstelling a) De ontwikkeling van biomarkers
doelstelling Het ontwikkelen van een vaccinatie-
doelstelling Doel is vloeistof-chromatografie door
voor expositie aan en (vroege) effecten van 1,2-dibroomethaan (1,2-DBE), een veel gebruikte mutagene en carcinogene verbinding. b) Toepassing van deze biomarkers om interindividuele verschillen in de activiteit van betrokken biotransformatie-enzymen vast te stellen. c) Ontwikkeling van een nieuwe strategie om de risicoschatting van blootstelling aan 1,2-DBE te individualiseren door gebruikmaking van (‘bottom up’) ‘physiologically-based pharmacokinetic modeling’ (PBPK). d) Toepassing van deze nieuwe PBPK-benadering op Trichloorethyleen (TRI), een zeer veel gebruikt industrieel oplosmiddel.
protocol waarbij met liposomen-aerosols een immuunrespons opgewekt wordt via het slijmvlies van de longen. Deze aerosolen zijn een combinatie van antigeen en liposomen. De versterkte immuunrespons in de long berust op een tijdelijke en plaatselijke uitschakeling van makrofagen door de liposomen, waardoor het antigeen het afweersysteem stimuleert tot productie van antilichamen. Onderzocht wordt of immunisatie via de longen ook bescherming geeft tegen pathogenen die via andere wegen het lichaam binnendringen. Immunisatie met aerosolen is in potentie snel, omdat men grote aantallen dieren tegelijk kan behandelen. In de pluimveehouderij zal een dergelijke vaccinatieroute naast een verhoogde effectiviteit kostenbesparend werken.
een indirecte koppeling te combineren met FTIR, Raman en massaspectrometrie teneinde identificatiemethoden voor niet vluchtige componenten uit complexe matrices te ontwikkelen.
Prof.dr. N.P.E. Vermeulen 478,89 inkomsten in k1 34,03
resultaat na 5 jaar Het project heeft nieuwe kennis en
inzichten opgeleverd over het belang van interindividuele verschillen in de metabole bioactiverings- en bioinactiveringscapaciteiten van rat en mens. Dit is van belang voor risicoschatting van blootstelling aan 1,2-DBE, een mutagene en carcinogene modelstof. De ontwikkelde in vivo biomarkers voor 1,2-DBE (met name 2-hydroxyethyl mercaptuurzuur en thiodiazijnzuur) kunnen worden gebruikt om expositie van mens (en dier) aan 1,2-DBE en diverse andere chemicaliën (bijvoorbeeld ethyleenoxide en verschillende andere halo-alkanen en -alkenen) vast te stellen. Het gecomputeriseerde (bottom-up) PBPK-model, ontwikkeld voor 1,2-DBE, kan relatief eenvoudig en snel worden toegepast op andere chemicaliën en geneesmiddelen. resultaat na 10 jaar Het onderzoek werd vervolgd met een door Dow en STW gezamenlijk gefinancierde studie naar het genetisch polymorfisme ten aanzien van de industrieel veel gebruikte stof trichloor-ethyleen. De resultaten van dit onderzoek zullen waarschijnlijk een belangrijke rol spelen bij de vaststelling van de arbeidshygiënische richtlijnen van de EPA (VS) en de diverse Europese overheden. gebruiker(s) Dow Benelux BV, Terneuzen / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / DOW Europe S.A., Horgen
Prof.dr. G. Kraal tot ale toewijzing in 299,67 contracten Samenwerking onderzoek: NWO; I D-Lelystad BV; STW; Vrije Universiteit Amsterdam octrooien PCT.NL9800145 Mucosal Immunity of lung and gut; P CT.N L9 9/00 478 Surfactant vaccination
VCH.3024
projectleider
in k1
totale toewijzing
VG N.2844
resultaat na 5 jaar Aangetoond is dat liposomen
geladen met EDTA en een modelantigeen een goede systemische immuunrespons opwekt in muizen. Vervolgens zijn bij 2 maanden oude kippen liposomen ingebracht die geïnactiveerd New Castle Desease (NCD) virus bevatten. Hierna zijn beschermende antilichamen aangetoond in het bloed van de kippen. Experimenten om via dit protocol van gecombineerde depletie en antigeenaanbieding jongere kippen te beschermen tegen een virus zijn niet gelukt. De kostprijs van een vaccinatie met liposomen is een barrière voor een toepassing in de kippenfokkerij, wel is een toepassing in wat grotere landbouwhuisdieren (varkens) kostprijstechnisch haalbaar. Er zijn twee patentaanvragen ingediend door het ID-DLO. In de loop van 1999 wordt duidelijk of de aanvragen worden gehandhaafd.
Prof.dr. C. Gooijer 2,27
totale toewijzing in k1
inkomsten in k1
resultaat na 5 jaar Het accent in het onderzoek lag op
de koppeling van LC en FTIR, en in mindere mate op dat van LC en Raman spectroscopie. Na een aantal verkennende experimenten is op grond van praktische overwegingen de onderzoekslijn naar de koppeling van LC met massaspectroscopische technieken gestaakt. De interface is door de instrumentmakerij van de VU geleverd aan en geïmplementeerd in onderzoeksinstituten die in de gebruikerscommissie waren vertegenwoordigd (Shell Research Laboratorium en het RIVM). Daarnaast is ook van andere bedrijven belangstelling voor het systeem, maar enkel als nieuwe analyse techniek. Mogelijke producenten voor het systeem zijn wel benaderd, maar op grond van economische overwegingen zien deze (vooralsnog) af van marktintroductie.
resultaat na 10 jaar De octrooien zijn recent stopgezet in overleg met alle uitvinders en belanghebbende instanties. Geconstateerd is dat het op dit moment niet waarschijnlijk is dat deze octrooien toegepast kunnen worden. Er heeft geen vervolgonderzoek meer plaatsgevonden. Het onderzoek aan immunologie van de luchtwegen is langzaam afgebouwd.
resultaat na 10 jaar Het LC-IR interface is geleverd aan het Shell Research and Technology Centre, Amsterdam en aan het RIVM. Bij beide instituten is het gecombineerd met aanwezig vloeistofchromatografische apparatuur alsmede een infraroodmicroscoop en gebruikt als ‘analytical tool’. Bij SRTC was de aandacht daarbij vooral gericht op polymeerscheidingen. Marktintroductie van het LC-IR interface is niet gerealiseerd omdat gelijktijdig met ons onderzoek in 1996 een commercieel interface op de markt is gebracht, de LC-Transform (onderzoeker dr. G.W. Somsen promoveerde in september 1997). De voorbereidende experimenten op het gebied van de koppeling met Ramanspectroscopie resulteerden in een succesvolle LC-Surfaceenhanced Raman techniek – ontwikkeld in een vervolgproject VAC.5079 door de heer R.J. Dijkstra, promotie 2004 – waarvoor de gebruikersgroep (AKZO Nobel, DSM, Philips Research en Organon) veel belangstelling aan de dag legt.
gebruiker(s) Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
gebruiker(s) RIVM, Bilthoven / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
73
projecten 1993
VNS.3064
B BA
projectleider
Polarisatie-eigenschappen van het elektromagnetische veld in optische diodeversterkers voor toepassing in de optische communicatie
Prof.dr. D. Lenstra
totale toewijzing in k1
| Instelling
WCH.2700
W _ wageningen universiteit
AAA
projectleider
Ordening van polymeriseerbare amfotrope moleculen voor de ontwikkeling van goed gedefinieerde en optisch gevoelige moleculaire films
Prof.dr. E.J.R. Sudhölter 502,65
totale toewijzing
234,22
in k1
doelstelling Voor optische (tele)communicatie is het onontbeerlijk te kunnen beschikken over goedkope, compacte en betrouwbare optische versterkers. De halfgeleider diodelaser is hiervoor een goede kandidaat, maar heeft als nadeel dat in het algemeen de versterkingsfactor sterk afhangt van de polarisatietoestand van het aangeboden licht. Doel van dit project was om goed inzicht in de polarisatie-eigenschappen te krijgen en deze problematiek in praktische zin beheersbaar te maken.
doelstelling In het project werden polymeriseerbare,
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft een
computerapplicatie opgeleverd waardoor een belangrijk deel van de kennis toegankelijk is gemaakt. De Electro-optics groep van Philips Eindhoven heeft van de resultaten gebruik gemaakt in de vorm van belangrijke theoretische kennis die als onderbouwing diende voor de ontwikkelingen van nieuwe producten. Er bleken twee hoofdoorzaken te zijn van de polarisatiegevoeligheid: de golfgeleiding en de anisotrope wisselwerking van het optische veld met de quantum well. Het eerste aspect, de golfgeleiding, wordt in de literatuur besproken in termen van confinementfactoren. Aangetoond is dat de gebruikte vuistregels voor de gain onjuiste voorspellingen opleveren. In dit project is een correct verband gevonden tussen confinement en polarisatiegevoeligheid. Het tweede aspect, de interactie met de quantumwell, is geanalyseerd met een verstrooïngsmodel, waarmee de polarisatiegevoeligheid voorspeld kon worden. resultaat na 10 jaar Er is geen verdere utilisatie geweest van deze achtergrondkennis. gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Lucent Technologies Nederland BV, Hilversum
amfotrope moleculen gesynthetiseerd en gekarakteriseerd. Amfotrope moleculen hebben zowel amfifiele eigenschappen (door de aanwezigheid van een hydrofoob en hydrofiel fragment in één molecuul) en vloeibaar kristallijne eigenschappen (door de aanwezigheid van mesogene eenheden). Het faseovergangsgedrag van deze verbindingen in een monolaag werd onderzocht met Langmuir-Blodgett technologie, en gecorreleerd met die in de bulk. Het gedrag van de moleculaire laagjes staat model voor biomembranen en biomembraanprocessen. De resultaten van het onderzoek kunnen mogelijk de weg wijzen naar verdere ontwikkeling van hoog geordende moleculaire lagen voor toepassing in technologisch geavanceerde producten. resultaat na 5 jaar Door langdurige ziekte van de
AIO heeft de uitvoering van het onderzoek lange tijd stil gelegen. Met de aanstelling van een post-doc in het laatste projectjaar is het project alsnog bevredigend afgerond. Ondanks het feit dat de resultaten van het project niet geweldig groot zijn is het project voor de groep van groot belang geweest. Het DSC (caloriemeter) apparaat dat in het project is aangeschaft doet nu dienst in het verdere onderzoek aan vloeibare kristallen, vloeibaar kristallijne polymeren, vesicle dispersies enzovoorts. Voor de gesynthetiseerde verbindingen worden door de bedrijven in de gebruikerscommissie geen toepassingen voorzien. Er zijn al andere materialen met betere eigenschappen bekend. resultaat na 10 jaar De expertise die door het STWproject is verkregen is van groot nut geweest voor de uitvoering van een vervolgproject: “A paint removal concept with side-chain liquidcrystalline polymers as primer material”, gefinancierd door het IOP-Verf en dat in 1999 is afgerond met twee promoties. gebruiker(s) TNO Industrie, Eindhoven / Philips Research Laboratories, Eindhoven / AMOLF, Amsterdam / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
74
utilisatierapport 2004
WCH.2755
AAA
projectleider
Karakterisering van vluchtige stoffen van Sarracenia-soorten als potentiële lokstoffen voor de bestrijding van plaaginsecten
Prof.dr. A. de Groot
totale toewijzing in k 1
WB I.2793
AAA
projectleider
Ontwikkeling van ongeslachtelijke voortplanting bij parasitaire wespen, ter verbetering van biologische bestrijding
Prof.dr. J.C. van Lenteren 307,17 inkomsten in k1 2,72
totale toewijzing
WB I.2818
B CA
projectleider
Prof.dr. R.W. Goldbach 117,56
totale toewijzing
149,40
in k1
doelstelling Sarracenia planten scheiden vluchtige
doelstelling Sluipwespen worden onder andere met
doelstelling Voor vroegtijdige detectie en effectieve
stoffen af die een grote aantrekkingskracht uitoefenen op vliegen. Doel was deze stoffen te isoleren en te synthetiseren. De actieve stoffen kunnen gecombineerd worden met diverse insectendodende technieken en aldus op effectieve wijze populaties van plaaginsekten uitdunnen. Deze insektenvallen zouden in de woonomgeving, de detailhandel en de veehouderij toegepast kunnen worden.
veel succes toegepast ter bestrijding van plaaginsekten in kasteelten. Met name de kaswittevlieg wordt op zeer efficiënte wijze bestreden door de asexuele sluipwesp Encarsia formosa. Andere plaaginsekten zouden ook met behulp van sluipwespen kunnen worden bestreden mits de kweekkosten voor sluipwespen niet te hoog zijn. De asexuele reproductiewijze van Encarsia formosa hangt samen met de aanwezigheid van een bacteriële symbiont. Verwijdering van de symbiont door een behandeling met antibiotica leidt tot een terugkeer naar normale sexuele reproductie. In dit onderzoek is deze symbiose nader onderzocht met als toegepaste doelstelling sexuele wespen door infectie parthenogenetisch te maken om op die wijze hun biologische bestrijdingspotentieel te verbeteren.
bestrijding van TSWV (‘tomato spotted wilt virus’)-infecties is enerzijds een betrouwbare diagnostische toets nodig en anderzijds een stabiele vorm van resistentie die voorlopig niet te doorbreken is. Geen van de beschikbare toetsen was in staat om alle tospovirus isolaten aan te tonen. Doel van dit onderzoek was om een serologische toets te ontwikkelen waarmee alle tospovirus-infecties in planten betrouwbaar zijn aan te tonen. Het NSm eiwit is in verband met de ontwikkeling van nieuwe resistentiestrategieën onderzocht. Er is gestreefd naar resistenties gebaseerd op meer dan één gen (mechanisme) opdat de kans van doorbreking minimaal is.
resultaat na 5 jaar Er is onderzoek verricht naar
welke vluchtige stoffen verantwoordelijk zijn voor de insekten aantrekkende werking van één Sarracenia soort. Als onderdeel van dit project is een techniek ontwikkeld voor het overbrengen van vluchtige stoffen. Deze techniek kan ook in ander soortgelijk onderzoek van de werkgroep fytochemie toegepast worden. Daarnaast is een biotoets ontwikkeld voor het testen van de activiteit van Sarracenia planten en is bewezen dat deze planten ook in het laboratorium fruitvliegen aantrekken. Tenslotte is de chemische samenstelling van Sarracenia leucophylla geanalyseerd. De hoofddoelstelling van het project is niet gerealiseerd. Het is niet duidelijk geworden welke vluchtige stoffen verantwoordelijk zijn voor de insektaantrekkende werking. De chemische samenstelling van S. leucophylla headspace is gepubliceerd in Biochemical Systematics and Ecology. resultaat na 10 jaar Door personeelsproblemen, problemen met apparatuur en achteraf te kort ingeschatte projectduur is er geen sprake van utilisatie. Utilisatie is slechts mogelijk na identificatie van de actieve stoffen.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
een beter begrip van de symbiose tussen de parthenogenese Wolbachia en hun gastheren. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de effecten die deze symbiose heeft op de nakomelingenproductie van de gastheer. Vooral onder situaties van gastheren die niet in clusters voorkomen blijkt de geïnfecteerde vorm duidelijk te prefereren voor inundatieve biologische bestrijding. Men is er ook in geslaagd de parthenogenese Wolbachia over te zetten van een sluipwesp naar Drosophila simulans, maar helaas bleek deze associatie niet permanent en na zes generaties was de infectie verdwenen uit de Drosophila simulans. De transmissieexperimenten van een sluipwespensoort naar een ander zijn niet gelukt, hoewel het protocol voor deze transmissies op het laatst wel geheel is uitgewerkt.
gebruiker(s) Denka International BV, Barneveld /
Animal Sciences Group, Lelystad / Uniroyal Chemical BV, Amsterdam
in k1
Klonering en expressie van het NSm-gen van het tomatebronsvlekkenvirus voor de ontwikkeling van een universele detectietoets en nieuwe resistentiestrategiëën
resultaat na 5 jaar Het NSm-eiwit blijkt in de
plantencel slechts korte tijd tot expressie te komen. Het NSs-eiwit daarentegen komt veel stabieler tot expressie en is daarom beter geschikt voor diagnostiek. Het ontwikkelde antiserum voldeed goed in diagnostische ELISAtests die door NAK-S werden uitgevoerd en is daarmee kandidaat om de gebruikelijke toets op tospovirussen (via het N-eiwit) te vervangen. Met dit serum konden verwante, doch serologisch van TSWV verschillende, virussen worden aangetoond die met de tot dusverre beschikbare sera niet werden gezien. Een tweede antiserum, gericht tegen TSWV-glycoproteinen, blijkt eveneens een goede kandidaat voor universele detectie van tospovirussen. Een belangrijke spin off van het onderzoek is dat kon worden aangetoond dat het NSm-eiwit het ‘viral movement protein’ is, verantwoordelijk voor het transport van cel naar cel van tospovirussen. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten te
melden. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten te
melden. gebruiker(s) Fa. Brinkman, ‘s Gravenzande / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Plant Research International BV, Wageningen
gebruiker(s) Bloembollenkeuringsdienst (BKD), Lisse / Plantenziektenkundige Dienst, Wageningen / NAKS, Roelofarendsveen / LBO, Lisse
75
projecten 1993
WB I.2823
CCC
Development of species-specific, molecular bio-markers, using the chemical activated luciferase gene expression (CALUX) system
Prof.dr. A. Brouwer totale toewijzing in 442,05 contracten Samenwerking onderzoek: Wageningen Universiteit; University of California; Overdracht: Wageningen Universiteit; STW; CALUX BV; Overig: Wageningen Universiteit; STW; BioDetection Systems BV octrooien Multiple DNA binding Forms of teh TCCD: AhR Complex
WB I.2902
AAA
Klonering van de AVR9 elicitor en het resistentiegen Cf4 uit tomaat
B CA
projectleider
k1
toewijzing in k1
k1
doelstelling In het milieu zijn complexe mengsels van gehalogeneerde aromatische koolwaterstoffen aanwezig die al bij lage concentraties kunnen leiden tot toxische en biologische effecten. Het doel was om op basis van het principe van chemisch geactiveerde genexpressie een biomarker te ontwikkelen voor de bepaling van de biologische potentie van complexe mengsels. De beoogde CALUX-bioassay is gebruikt voor de detectie en kwalitatieve bepaling van gehalogeneerde aromatische koolwaterstoffen in milieumonsters, biologische monsters en in voedingsmiddelen.
doelstelling In Nederland is de Cladosporium fulvum – tomaat interactie één van de best bestudeerde plant – schimmel interacties. Onderzoek naar de moleculaire basis van resistentie in planten tegen schimmels leidde tot de isolatie en karakterisering van een eiwitsignaalmolecuul dat door deze schimmel wordt uitgescheiden en waarop de tomatenplant met het bijpassend resistentiegen (Cf) reageert met een overgevoeligheidsreactie. De bedoeling van dit project was, om op nationaal niveau een poging te doen om dit mechanisme verder te karakteriseren en de lokalisatie van andere verwante genen zoals het Cf4 resistentiegen te verwezenlijken.
doelstelling Wetenschappelijk onderzoek aan
resultaat na 5 jaar Het onderzoek werd uitgevoerd
door WU, University of California at Davis en het RIKILT. Diverse stabiele CALUX-cellijnen werden ontwikkeld voor de bioanalyse van dioxinen in zeer diverse matrices (bijvoorbeeld voedingsmiddelen, milieu- en humane monsters). De CALUX-methode betekent een relatief goedkoop alternatief voor (zeer dure) GC-MSbepalingen van dioxines waar kan worden volstaan met relatieve bepalingen (bijvoorbeeld voor eerste semikwantitatieve screening). resultaat na 10 jaar In samenwerking met het Hubrechtlaboratorium te Utrecht is in vervolg op het STW-project een oestrogenen-assay ontwikkeld, waarvoor bij vele bedrijven belangstelling bestaat en die op de markt wordt gebracht. Door de Amerikaanse partners is het bedrijf Xenobiotic Detection Systems (XDS) opgericht (Durham, North Carolina) met ondersteuning door het Amerikaanse SBIR-programma. In Nederland is het bedrijf BioDetection Systems (BDS) opgericht, dat in maart 2004 15 personeelsleden heeft en dit jaar ‘break even’ hoopt te draaien. Door koppeling aan genomics (Bsikproject Ecogenomics) hoopt men de portfolio aan bio-assays verder uit te breiden. RIKILT gebruikt de methode voor verrichting van haar wettelijke taken op het gebied van kwaliteitsbewaking van landbouwproducten en voedingsmiddelen. Zie www.biodetectionsystems.com. gebruiker(s) Ministerie van VROM, Den Haag / RIZA, Lelystad / RIVM, Bilthoven / Alterra BV, Den Burg
projectleider
Ontwikkeling van ingeteelde, gestandaardiseerde visselijnen voor wetenschappelijk onderzoek en commerciële aquacultuur
projectleider
P r o f . d r. i r. P. J . G . M . d e Wi t 900,67
tot ale
WB I.2921
Prof.dr. C.J.J. Richter
totale toewijzing in
436,81
koudbloedige, waaronder vissen, wordt vaak verstoord vanwege grote variatie tussen de proefdieren. Net als bij zoogdieren zou het gebruik van goed gedefiniëerde ingeteelde vissenlijnen kunnen leiden tot begrip welk deel van de variatie genetisch bepaald is en welk deel veroorzaakt wordt door externe (milieu-)factoren. Het was de bedoeling om via dit project een aantal geselecteerde inteelttijnen te maken voor onder andere voortplantings- en immuniteitsonderzoek bij vissen. Na selectie op bepaalde productiekenmerken kunnen deze lijnen ook voordelen hebben voor de commerciële aquacultuur.
resultaat na 5 jaar Men trachtte met de transposon-
tagging techniek het resistentiegen Cf4 te isoleren en zijn genetische omgeving te karakteriseren. Dit deel is afgerond en het lijkt erop dat een nieuw resistentiegen gelokaliseerd is. Het genproduct vertoont sterke homologie met de producten van andere resistentiegenen. Een ander deelproject wilde een complete fysisch/ genetische kaart maken van het gebied waar homologen van Cf genen voorkomen. Na opheldering van het resistentiemechanisme is deze kaart een uiterst relevant instrument voor de resistentieveredeling van commerciële gewassen. De resultaten zijn toepasbaar in tomaat, maar het project levert in totaliteit belangrijke fundamentele input bij het bepalen van de lange termijn strategie voor de veredeling van andere gewassen.
resultaat na 5 jaar Er zijn uit het project diverse
karper inteeltlijnen voortgekomen, waarvan enkele momenteel gebruikt worden door voornamelijk toxicologische onderzoeksgroepen buiten Wageningen. Gebruikers (vooralsnog op pro bono basis) zijn onder andere: RITOX, TNO (Delft), Katholieke Universiteit Leuven, OMEGAM, NOTOX, Universiteit Leiden. Het project heeft daarnaast een belangrijke spin-off gehad naar het onderzoek aan pseudo-oestrogenen, waar met succes een Wageningse all-male karper lijn is gebruikt (Gimeno et al., Nature. 384:221222). Het laatste half jaar van het project is vooral gebruikt voor het ontwikkelen van een methode voor invriezen van karpersperma. Momenteel worden diverse lijnen op deze wijze geconserveerd.
resultaat na 10 jaar Met het Cf-9/Avr9 genenpaar
is een set van 200 genen opgespoord die geactiveerd of juist onderdrukt wordt tijdens de afweerreactie in tomaat. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Keygene en een consortium van ‘Bioseeds’ bedrijven. Nu wordt onderzocht welke van deze 200 genen een oorzaak of gevolg van resistentie zijn tegen Cladosporium fulvum. Deze lijn van onderzoek wordt deels ook opgepakt binnen het CBSG. gebruiker(s) Enza Zaden BV, Enkhuizen / Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Syngenta, Research Triangle Park / Plant Research International BV, Wageningen
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten
bekend. gebruiker(s) RIVM, Bilthoven
‘ONDERNEMEND HOOGLERAAR’ PROF.DR. ABRAHAM BROUWER:
“Dankzij een vuurvlieg zien dioxinen het licht en kunnen ze bestreden worden” project: WBI.2823
| WB I.2823
Om dioxines in het milieu op te sporen voeren laboratorium-
dat zij licht ontsteken in de cel. Kom je tot de conclusie
medewerkers doorgaans chemisch-analytisch onderzoek uit.
dat de aanwezigheid van een bepaalde hoeveelheid dioxinen
Met een massaspectrometer meten ze talloze monsters om
in een product een bepaalde norm overschrijdt, dan kun je
te bepalen wat er aan de hand is. Deze onderzoeken duren
onmiddellijk ingrijpen. Hoe eerder je dit ontdekt, des te
lang en zijn arbeidsintensief. In een crisis zijn dat twee grote
sneller kun je een dreigende crisis bezweren. Dankzij een
handicaps. Immers, als bijvoorbeeld in België de kippenpest
vuurvlieg zien dioxinen dus het licht en kunnen ze bestreden
uitbreekt, willen de overheid, inspectiediensten en niet in
worden. Ten tijde van de kippencrisis in België hadden we
de laatste plaats de kippenboeren zo snel mogelijk actie
met onze methode een bijdrage kunnen leveren aan de
zien om uitbreiding van de plaag in te perken. Als toxicoloog
bestrijding, maar de overheid had er nog moeite mee op
waagde prof.dr. Abraham Brouwer, hoogleraar aan de Vrije
onze methode te vertrouwen”, zegt Brouwer.
Universiteit Amsterdam, Instituut voor Milieuvraagstukken, zich enkele jaren geleden op het van oudsher aan chemici behorende werkgebied, omdat hij meende een snellere,
Scepsis
efficiëntere en goedkopere methode te kunnen ontwikkelen. De acceptatie van de CALUX-methode is niet eenvoudig CALUX staat voor Chemically Activated Luciferace Expression.
geweest. “Ook al heb je aangetoond dat het technologisch
Het is een biologische methode om heel snel uit te vinden
verantwoord in elkaar zit, dan nog moet je de overheid
of producten teveel dioxinen bevatten. Op basis van
van het belang van toepassing van de methode zien te over-
deze methode heeft prof.dr. Abraham Brouwer het bedrijf
tuigen. Vooral erkenning door de Europese Unie is van
BioDetection Systems BV (BDS) opgericht. Inmiddels is BDS
belang. Daarom hebben we CALUX eerst als screening-
van vele markten thuis. Brouwer schippert zo nu en dan met
methode gepresenteerd. Daarvoor is het voldoende als je
zijn tijd, maar ondervindt tegelijkertijd zoveel uitdagingen
kunt aantonen waar het probleem zit. De EU erkent
dat hij nog geen moment spijt heeft gehad van zijn besluit
CALUX inmiddels als screeningmethode en onder meer
‘ondernemend hoogleraar’ te worden.
de Keuringsdienst van Waren accepteert CALUX als gelijkwaardig aan de traditionele benadering. Zelfs als je die status bereikt, heb je nog steeds te maken met
Kippencrisis
chemici in laboratoria die hun twijfels houden. Zij zijn ingesteld op hun eigen instrumentele methoden. De hele
“Chemici analyseren stoffen op basis van hun chemische
infrastructuur is erop ingericht en dan komt er een bio-
structuur en trekken daar conclusies uit over de ernst van
technoloog die het allemaal anders aanpakt. De scepsis
verontreiniging van producten. Dat is een vrij langdurig
is best begrijpelijk, maar uiteindelijk niet terecht gebleken.
onderzoek, omdat de monstervoorbereiding nogal uitgebreid
Een chemicus die zich twee weken toelegt op het gebruik
is en de te analyseren monsters één voor één in de massa-
van CALUX, beheerst de methode.” Inmiddels wint CALUX
spectrometer worden geanalyseerd. Wij hebben een andere
snel aan geloofwaardigheid onder overheden en keurings-
invalshoek gekozen: we zoeken niet naar de chemische
instituten. Ook chemici zijn stukken minder sceptisch.
structuur, maar wij oriënteren ons op de werking van de stof. Ook meten wij de te verwachten effecten directer. Deze zijn
De toepassingsmogelijkheden van CALUX zijn legio.
in een cel zichtbaar te maken door het gebruik van het
Of het nu om de detectie van dioxinen in voeding, grond,
lichtgenererende enzym van het vuurvliegje, het luciferase.
water, of welk onderdeel in een keten dan ook gaat, de
Alle stoffen met een bepaalde werking hebben zo het effect
methode is toepasbaar. Dat heeft bedrijven als Unilever
77
78
utilisatierapport 2004
| WBI.2823
en Nutreco ertoe gebracht de methode in licentie te nemen.
Schoolvoorbeeld
Zij kiezen hier onder meer voor omdat het onderzoek sneller en goedkoper is. Het is veel minder nodig om de te onder-
De ontwikkeling van BDS maakt het bedrijf een school-
zoeken stof te isoleren van zijn omgeving. Brouwer: “Als je
voorbeeld van hoe een STW-project kan bijdragen tot
alleen naar de effecten kijkt, leveren de omgevingsfactoren
succesvolle utilisatie. “Dankzij de ondersteuning van STW
veel minder verstoring van de onderzoeksresultaten op.
in de beginfase in 1993, hebben we kritische massa kunnen
Bij een chemische analyse van een product kan er wel
bereiken. STW heeft het mogelijk gemaakt een stevig
invloed uit de omgeving zijn. Bovendien kost ons onderzoek
fundament te bouwen voor de onderneming. Inmiddels
minder tijd. Afhankelijk van het te onderzoeken product is
hebben we vijftien mensen in dienst, zijn we buiten de
toepassing van CALUX een factor drie tot vijf goedkoper
universiteit gehuisvest met een eigen laboratorium,
dan de traditionele methode.”
verkopen we licenties in landen als Nieuw Zeeland, Japan, Amerika, Chili, Peru en Scandinavië. Ook sturen bedrijven
| WB I.2823
uit de hele wereld monsters naar ons op voor onderzoek.
Hij verwacht dat de introductie van deze nieuwe producten
Met de exploitatie van alleen CALUX voor dioxinen is de
sneller zal kunnen verlopen dan die van CALUX voor
jaaromzet in 2003 gestegen naar ongeveer een miljoen
dioxinen. “Met CALUX hebben we bewezen dat we een
euro en schrijft BDS dit jaar voor het eerst zwarte cijfers.
geloofwaardig alternatief bieden. Chemici geloven nu
Andere producten, zoals hormonenmetingen in onder meer
eerder dat biotechnologie op hun vakgebied ook een rol
bloed, vlees en melk, alsmede metingen naar doping zullen
van belang kan spelen. Die geloofwaardigheid zal ons ten
binnenkort hun introductie krijgen. Ook heeft BDS onlangs
goede komen als we nieuwe producten introduceren.”
een Bsik-subsidie (gelden uit aardgasbaten, red.) toegekend gekregen (‘Ecogenomics’) waardoor het bedrijf nieuwe uitleesprofielen kan maken voor andere stoffen. Simpel gezegd wordt de CALUX-methode hiermee op andere stoffen aangepast”, aldus Brouwer.
79
80
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1993
utilisatierapport 2003
A 3M Nederland (Leiden) _ EBK.2928 ABECON Informatiesystemen (Naarden) _ EBW.2708 AHOLD Vastgoed BV (Zaandam) _ E BW.3081 AMOLF (Amsterdam) _ ETN.2638 _ DTN.2642 _ U NS.2645 _ WCH.2700 _ G NS.2963 ARCADIS Heidemij Advies (Arnhem) _ UG E.2728 ARCO Oil and Gas Company (Plano, Verenigde Staten van Amerika) _ DM B.2933 ASM Europe BV (Bilthoven) _ TEL.2876 ASML (Veldhoven) _ DTN.2642 AZ Groningen _ GGN.2741 _ DTN.2966 AZ Maastricht _ TEL.2722 AZ VU (Amsterdam) _ TEL.2849 Academisch Medisch Centrum Amsterdam _ DIO.2732 Adviesbureau Kolpron (Gorinchem) _ EBW.3082 Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV (Rijswijk) _ D CT.2774 Adviesbureau voor B ouwtechniek BV (Arnhem) _ D CT.28 4 0 Agrotechnology & Food Innovations BV (Wageningen) _ TWI.2724 _ TST.2812 Ahold BV (Zaandam) _ EBW.3082 Akzo Electronic Products (Arnhem) _ GCH.3033 _ GCH.3034 _ GCH.3037 Akzo Nobel (Arnhem) _ DWT.2623 Akzo Nobel - Organon N.V. (Oss) _ TST.3009 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ ETN.2638 _ CWI.2695 _ WCH.2700 _ CWI.2703 _ LGN.2734 _ GNS.2873 _ ANS.2941 _ DTN.3039 _ EST.3090 Akzo Nobel Chemicals BV (Deventer) _ UGE.2728 _ TST.3030 Akzo Nobel Coatings BV (Breda) _ EBK.2928 Akzo Nobel Engineering BV (Arnhem) _ DCT.2847 Akzo Nobel Organon Teknika (Boxtel) _ LGN.2734 Albatros Flow Research (Marknesse) _ TWI.2724 Alterra BV (Den Burg) _ WBI.2823 Altometer (Sliedrecht) _ DTN.2646 Amoco Chemical Company (Naperville, Verenigde Staten van Amerika) _ DWT.3007 Anasys BV (Albergen) _ TST.2812 Animal Sciences Group (Lelystad) _ WCH.2755 Autodesk European Software Centre (Marin, Zwitserland) _ EBW.3081 B Baggermaatschappij Boskalis BV (Papendrecht) _ DM B.2886 Ballast Nedam Engineering BV (Amstelveen) _ DCT.2930 Berenschot/Osborn (Utrecht) _ EBW.2708 BioMerieux BV (Boxtel) _ LGN.2734 Bloembollenkeuringsdienst (BKD) (Lisse) _ WB I.2818 B ouw- en Woningtoezicht Rotterdam _ D CT.28 47 B ouwcombinatie H S L (Utrecht) _ D CT.28 47 B ouwdienst Rijkswaterstaat (Utrecht) _ DCT.2721 _ EBW.2725 C CATENA Microelectronics BV (Delft) _ DEL.2810 COMPRIMO BV (Schiedam) _ ETN.2952 CWI (Amsterdam) _ CWI.2703 Canberra Semiconductor NV (Olen) _ ETN.1833 Carl Zeiss (Oberkochen, Duitsland) _ DTN.2642 Carl Zeiss Jena GmbH (Jena, Duitsland) _ ANS.2941 Center for Human Genetics (Leuven, België) _ NCH.2726 Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (Amsterdam) _ NCH.2726 Centrum Hout (Almere) _ DCT.2840 Cindu BV (Uithoorn) _ DWT.3007 Corus Research, Development & Technology (IJmuiden) _ UNS.2645 _ GNS.2963 _ DTN.2672 Corus Staal BV (IJmuiden) _ ETN.2638 _ UNS.2645 _ DTN.2672 _ DCT.2774 _ DME.2868 _ DTN.2967 Crismatec (Gieres, Frankrijk) _ DTN.2966 Cygne BV (Eindhoven) _ GGN.2741 D D.H.V. (Amersfoort) _ DCT.2893 DAF Trucks NV (Eindhoven) _ EWT.2790 DOW Europe S.A. (Horgen, Zwitserland) _ VCH.2831 DSM (Geleen) _ EWT.2853 DSM Bakery Ingredients (Delft) _ CWI.2695 _ NCH.2726 _ GCH.2758 _ DTN.3039 DSM Research BV (Geleen) _ DWT.2623 _ FAM.2658 _ CWI.2695 _ TST.2771 _ DWT.3007 Datascope Biomaterials Research BV (Vaals) _ TST.2910 Delft Instruments BV (Delft) _ DTN.2649 Delta Marine Consultants BV (Gouda) _ DCT.2847 Denka International BV (Barneveld) _ WCH.2755 Diakonessenhuis (Utrecht) _ TST.2910 Diosynth BV (Oss) _ EST.3090 Dow Benelux BV (Terneuzen) _ DWT.2623 _ VCH.2831 _ TST.3030 Drukker International BV (Cuijk) _ NTN.2958 E ESA/ESTEC (Noordwijk) _ TTN.2661 ESTEC (Noordwijk) _ DTN.2642 Eco Chemie BV (Utrecht) _ TTN.3053 Edisco BV (Zwolle) _ EBK.2928 Elf Aquitaine (Pau Cedex, Frankrijk) _ DMB.2933 Elsevier Publikaties (Amsterdam) _ CWI.2714 Enza Zaden BV (Enkhuizen) _ WBI.2902 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam _ VGN.2844 Euro-Diagnostica BV (Arnhem) _ TTN.3053 Eurogas BV (Utrecht) _ EWT.2790
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1993
F FE I-E O (Eindhoven) _ D M E.2731 _ DTN.29 67 F OM-Instituut voor Atoom- en Molecuulf ysica (Amsterdam) _ D ST.18 82 FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’ (Nieuwegein) _ DTN.2642 Fa. Brinkman (‘s Gravenzande) _ WBI.2793 Flat Panel Display (Eindhoven) _ TEL.2876 Fugro Ingenieursbureau BV (Leidschendam) _ UGE.2728 Future Diagnostics BV (Wijchen) _ NCH.3026 G Gastec NV (Apeldoorn) _ ETN.2952 Gemeente Dordrecht _ E BW.3 0 82 Gemeente Eindhoven _ E BW.3 0 81 _ E BW.3 0 82 Gemeentewerken Rotterdam _ DCT.2930 General Electric Plastics BV (Bergen Op Zoom) _ DWT.2623 GeoDelft (Delft) _ TST.281_ DCT.2930 Goudsche Machinefabrieken (Waddinxveen) _ DWT.3007 Grabowsky & Poort Zuid BV (Eindhoven) _ DCT.2847 Groundcontrol (Rotterdam) _ UGE.2728 H H.E. Luning Adviesbureau voor Technische Houtconstructies BV (Doetinchem) _ DCT.2840 HEMA (Amsterdam Zuid-Oost) _ EBW.3082 Halliburton BV (Leiderdorp) _ DMB.2933 Heijmans Infrastructuur en Milieu BV (Rosmalen) _ UGE.2728 Hendrix’ Voeders BV (Boxmeer) _ GBI.2743 Het NKI (Amsterdam) _ BGN.3240 Het Roessingh R&D (Enschede) _ TEL.2722 I I0S Press BV (Amsterdam) _ CWI.2714 IBM Plant Mainz Laboratories (Mainz, Duitsland) _ NNS.2637 ICCS BV (Nuenen) _ EWT.2790 IHC Systems BV (Sliedrecht) _ CWI.2703 ING (Den Haag) _ EBW.3081 Ignatius Ziekenhuis (Breda) _ TGN.2908 Infotronic (Tubbergen) _ TEL.2722 Innogenetics (Gent, België) _ NCH.2726 _ NCH.3026 Institüt Schicht und Ionentechnik (ISI) (Julich, Duitsland) _ N N S.2637 Institute for Veterinarian Research (Wezep) _ G B I.2743 Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid (Lelystad) _ GBI.2743 Intron BV (Culemborg) _ EBW.2725 J JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) _ FAM.2878 Jason Geosystems BV (Rotterdam) _ DWI.2712 K KEMA Nederland BV (Arnhem) _ DTN.2672 _ NBI.2832 _ DEL.2879 KVI (Groningen) _ DTN.2966 Kiwa N.V. (Nieuwegein) _ TST.2812 Kluwer Academic Publishers (Dordrecht) _ CWI.2714 Kolpron Consultancy Rotterdam _ EBW.3082 Koltec BV (Breda) _ EWT.2790 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) _ WBI.2793 _ UBI.2797 Kunst & Van Leerdam Medical Technology BV (Enschede) _ TEL.2849 L LBO (Lisse) _ WBI.2818 Leids Universitair Medisch Centrum _ TST.3009 Lucent Technologies Nederland BV (Hilversum) _ VNS.3064 M MARIN (Wageningen) _ TWI.2724 Maersk Olie og Gas AS (Copenhagen, Denemarken) _ DMB.2933 McRoberts BV (Den Haag) _ TEL.2722 Medis Medical Imaging Systems BV (Leiden) _ LGN.2781 Medtronic Bakken Research Center BV (Maastricht) _ TST.2910 Micromontage (Hengelo) _ TEL.2722 Mietec / Alcatel (Oudenaarde, België) _ DTN.2871 Ministerie van LNV, Dienst Zuid (Eindhoven) _ VBI.2817 Ministerie van VROM (Den Haag) _ EWT.2790 _ WBI.2823 Mobil Exploration and Producing (Dallas, Verenigde Staten van Amerika) _ DMB.2933
81
82
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1993
utilisatierapport 2004
N N.V. Nederlandse Gasunie (Groningen) _ ETN.2952 NAKS (Roelofarendsveen) _ WBI.2818 NCLR BV (Enschede) _ TTN.2617 NECAM (Amersfoort) _ EWT.2790 NIKHEF-H (Amsterdam) _ BGN.3240 NIZO food research (Ede) _ NCH.2726 _ TST.3030 NLR (Emmeloord) _ EWT.2853 _ ETN.2952 NMi Certin BV (Dordrecht) _ DTN.2646 _ ETN.2952 NOVEM (Utrecht) _ EWT.2790 _ DWT.3007 NV Luchthaven Schiphol _ DIO.2732 NV Organon (Boxtel) _ NCH.2726 _ LGN.2734 Nederland Haarlem BV (Haarlem) _ DEL.2879 Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (Bussum) _ DCT.2840 Nederlandse Orthopaedische Vereniging (Arnhem) _ TGN.2908 Norit Membrane Technology BV (Enschede) _ TST.2701 Novio Techniek BV (Nijmegen) _ NGN.2800 Nunhems Zaden BV (Haelen) _ ABI.2704 O Océ-Technologies BV (Venlo) _ DTN.2646 Oldelft BV (Delft) _ LGN.2781 Oosterhoorn Advies (Loon Op Zand) _ EBW.2708 Oranjewoud BV (Rijswijk) _ DCT.2721 _ EBW.2725 OrthoDynamics (Drachten) _ TGN.2908 Overlegorgaan Nationaal Park de Biesbosch (Den Bosch) _ VBI.2817 P PD & E Automotive BV (Helmond) _ EWT.2790 PTT Telecom (Leidschendam) _ FAM.2878 PTT Telecom Logistiek (Leidschendam) _ EBK.2928 Paes Nederland BV (Zoeterwoude) _ DIO.2732 Parker Gas Separation BV (Etten-Leur) _ TST.2771 PharmActinium Inc. (Chevy Chase, Verenigde Staten van Amerika) _ TST.3009 Philips (Eindhoven) _ DEL.2810 Philips Analytical BV (Almelo) _ DTN.2649 _ DME.2868 _ TEL.2876 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) _ TTN.2617 _ GNS.2873 _ DTN.2642 _ DEL.2879 _ ETN.2952 Philips Components (Eindhoven) _ DST.1882 Philips Consumer Electronics (Eindhoven) _ DTN.2966 Philips Domestic Appliances and Personal Care (Drachten) _ ETN.2952 Philips Electron Optics (Eindhoven) _ DTN.2967 Philips Electronics Nederland BV (Eindhoven) _ DEL.2810 _ GNS.2873 _ DTN.2953 Philips Forschungslabor (Aachen, Duitsland) _ UNS.3008 Philips GmbH (Aachen, Duitsland) _ TTN.2661 _ NCH.2766 _ NTN.2958 _ ETN.2965 Philips Lighting BV (Eindhoven) _ ETN.2965 _ UNS.3008 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) _ DTN.2618 _ TTN.2661 Philips Research Laboratories (Eindhoven) _ NNS.2637 _ UNS.2645 _ DTN.2649 _ DTN.2672 _ WCH.2700 _ CWI.2703 _ DME.2731 _ NCH.2766 _ DEL.2810 _ EWT.2853 _ DME.2868 _ DTN.2871 _ GNS.2873 _ DEL.2874 _ DEL.2947 _ AGN.2954 _ NTN.2958 _ LNS.2961 _ GNS.2963 _ ETN.2965 _ DTN.2967 _ GCH.3033 _ GCH.3034 _ GCH.3037 _ DEL.3055 _ VNS.3064 Philips Semiconductors (Nijmegen) _ DEL.2810 _ DTN.2871 _ D E L.2874 _ D E L.3 055 Plant Research International BV (Wageningen) _ WB I.2793 _ VB I.2817 _ WB I.29 02 Plantenziektenkundige Dienst (Wageningen) _ WBI.2818 Plaxis BV (Delft) _ DCT.2930 Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (Naaldwijk) _ ABI.2704 Priva Hortimation BV (De Lier) _ TST.2812 Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente (Naaldwijk) _ VBI.2817 Provinciaal Bureau Medische Milieukunde (Breda) _ NGN.2800 R RIKZ (Kamperland) _ NBI.2832 RIVM (Bilthoven) _ DST.1882 _ WBI.2823 _ WBI.2921 _ VCH.3024 RIZA (Lelystad) _ TST.2812 _ VBI.2817 _ WBI.2823 Revalidatiecentrum Hoensbroek _ TEL.2849 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV (De Lier) _ ABI.2704 _ WBI.2902 Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (Amersfoort) _ ETN.2638 Rijksgebouwendienst (Den Haag) _ EBW.2708 Rijksplanologische Dienst (Den Haag) _ EBW.3081 Rijkswaterstaat (Delft) _ TST.2812 _ TTN.3053 Rijnmond Holding BV (Rotterdam) _ EBW.3082 Roessingh Revalidatie Techniek BV (Enschede) _ TEL.2849 S Scheepswerf Stapel BV (Spaarndam) _ DM B.2886 Schlumberger Cambridge Research (Cambridge, Groot Brittannië) _ DWI.2712 _ DMB.2933 Sector Bouwen, Wonen en Economie (Amsterdam) _ EBW.3081 Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) _ DTN.2672 _ CWI.2695 _ DME.2731 _ NGN.2800 _ VCH.2831 _ GNS.2873 _ DTN.2967 _ VCH.3024 _ DTN.3039 Shell Intern Exploration and Production BV (Rijswijk) _ DWI.2712 Shell Nederland BV (Den Haag) _ TST.2771 _ TST.3030 Shell
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1993
Research and Technology Centre (Amsterdam) _ DWT.2623 _ FAM.2658 _ TWI.2724 _ DME.2845 _ ANS.2941 _ ETN.2952 Shell SIEP BV (Rijswijk) _ DMB.2933 _ ETN.2952 Shell SIOP BV (Den Haag) _ ETN.2638 _ DCT.2847 Siemens AG (Munchen, Duitsland) _ DTN.2871 Sigillum BV (Amsterdam) _ NCH.2766 Solvay Pharmaceuticals BV (Weesp) _ GCH.2758 _ VG N.2844 St. Jozef Ziekenhuis (Veldhoven) _ AG N.295 4 Staatstoezicht op de Mijnen (Rijswijk) _ U G E.2728 Stichting Ambrosiushoeve (Hilvarenbeek) _ UBI.2797 Stichting CROW (Ede) _ DCT.2893 Stork NV (Amsterdam) _ TTN.2617 Sulzer Metco Coatings BV (Lomm) _ GNS.2873 Sunbury Research Centre (Middlesex, Groot Brittannië) _ DMB.2933 Syngenta (Research Triangle Park, Verenigde Staten van Amerika) _ WBI.2902 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) _ ABI.2704 Synvolux therapeutics BV (Groningen) _ GCH.2758 SystematIC Design (Delft) _ DEL.2879 T TIM Ingenieursbureau (Bussum) _ EST.3090 TNO Bouw (Delft) _ DTN.2672 _ EBW.2725 _ DCT.2774 _ DME.2845 _ DCT.2930 TNO Industrie (Eindhoven) _ TTN.2617 _ WCH.2700 _ EWT.2853 _ GNS.2873 TNO Voeding (Zeist) _ NCH.2726 _ TTN.3053 TNO-FEL (Den Haag) _ TTN.2661 TNO-MEP (Apeldoorn) _ DWT.3007 TNO-NITG (Utrecht) _ UGE.2728 TNO-PML (Rijswijk) _ DST.1882 _ TST.3030 TNO-STB (Delft) _ GNS.2873 _ DMB.2886 TNO-TM (Soesterberg) _ DIO.2732 TNO-TPD (Delft) _ DTN.2642 _ CWI.2695 _ ETN.2952 _ TTN.3053 TNO-TPD TU Eindhoven _ TTN.2661 TNO-WT (Delft) _ EWT.2790 Texas Instruments Holland BV (Almelo) _ TEL.2722 Thales Nederland BV (Hengelo) _ CWI.2703 Thibo Bouwstaal (Beek En Donk) _ DCT.2774 U UMC (Utrecht) _ AGN.2954 Unilever Research (Vlaardingen) _ LBI.2822 _ ANS.2941 _ DTN.3039 _ EST.3090 Uniroyal Chemical BV (Amsterdam) _ WCH.2755 V VDH Konstruktieburo (Odoorn) _ DCT.2840 VITO (Mol, België) _ NBI.2832 VNC (Den Bosch) _ DCT.2893 VROM-DGM (Den Haag) _ NGN.2800 Vendex Food Groep BV (Helmond) _ EBW.3082 Vermeer International (Goes) _ DMB.2886 Vialle BV (Eindhoven) _ EWT.2790 Vosta BV (Sliedrecht) _ DMB.2886 Vroom en Dreesmann Nederland (Amsterdam) _ EBK.2928 W WL - Delft Hydraulics (Delft) _ DTN.2672 _ TWI.2724 _ UGE.2728 _ DMB.2886 Wilhelmina Ziekenhuis (Assen) _ TGN.2908 X Xensor Integration BV (Delfgauw) _ DEL.2879 Y Yamanouchi Europe BV (Leiderdorp) _ GCH.2758 Z Zandvoort Ordening en Advies (Utrecht) _ EBW.3081
83
85
hoofdstuktitel
Utilisatierapport 2004
| Projecten
1998
86
utilisatierapport 2004
| Projecten 1998
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
De door STW aan dit project
voor de start tot na afloop van het
Het projectnummer, de laatste vier
toegekende subsidie (in k3 ).
project.
contracten en octrooien
doelstelling
cijfers vormen het volgnummer waarop de projecten zijn gesorteerd.
Soort overeenkomst die met een
Een korte omschrijving van de
BPI
gebruiker is afgesloten (optie, licentie,
doelstelling van het onderzoek.
(voor uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
bijdrage, samenwerking, raamover-
De utilisatiecategorieën waarin het
eenkomst, etc.) en eventuele
resultaten
project is ingedeeld.
octrooien/octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
titel
inkomsten
De titel van het project.
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
inkomsten (in k3 ). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
projectleider
en bijdragen in natura die op basis van
van de gebruikers bij het project.
Naam van de projectleider.
een STW-project gegenereerd worden
toewijzing
gedurende het hele traject. Dus van
A_ universiteit van amsterdam
G_ rijksuniversiteit groningen
B_ para universit aire instituten
D_ technische universiteit delft
E_ technische universiteit eindhoven
87
88
L_ universiteit leiden
104
109
89
N_ k atholieke universiteit nijmegen
11 0
95
R_ erasmus universiteit rotterdam
112
F_ FOM-instituten
104
T_ universiteit twente
113
U_ universiteit utrecht
V_ vrije universiteit amsterdam
W_ wageningen universiteit
11 6
120
121
87
projecten 1998
| Instelling
ANS.4403
A _ universiteit van
ACA
amsterdam
New materials for dental magnets
projectleider
Dr. E. Brück totale toewijzing in k1 354,44 contracten Geheimhouding: STW; Engelhard Clal Drijfhout BV; Geheimhouding: Goudsmit Magnetic Supplies BV octrooien PCT.NL00/00722 Werkwijze voor het vervaardigen van een permanente ijzer platina magneet, en het daarmee verkregen product
doelstelling Het ontwikkelen van een magnetisch materiaal dat geschikt is om
een kunstgebit te fixeren in de mond. Hetzelfde basismateriaal moet daarbij in een hard magnetische versie (in de prothese) en een zacht magnetische (in de kaak) uit te voeren zijn, dit ter vermijding van een elektrische potentiaal tussen de beide magneten. In de mond mag bovendien geen corrosie optreden en er mogen geen giftige stoffen oplossen in het speeksel. resultaat na 5 jaar De doelstelling is volledig gehaald met een ijzer-platina-
legering met een kleine hoeveelheid niobium of aluminium als toevoeging. Er is ondanks veel inspanning nog geen producent gevonden die de materialen volgens de ontwikkelde procedure wil maken. Recentelijk is namelijk de wereldmarktprijs van platina sterk gestegen terwijl de prijs voor palladium juist is gedaald. Palladium is een belangrijke ingrediënt van het tot nu toe meest gebruikte zacht magnetisch materiaal, waarvan men de andere nadelen kennelijk op de koop toe neemt. gebruiker(s) Elephant Dental BV, Hoorn / Shell SIEP BV, Rijswijk / DYNA Dental
Engineering BV, Bergen Op Zoom
AAC.4556
CB B
Hydrodynamic chromatography in integrated micro machined separation systems (‘HDC chip’)
ACH.4597
BAA
Development of synthetic tools for the solid phase synthesis of CNS active compounds
projectleider
Prof.dr.ir.ing. R. Tijssen totale toewijzing in k 1 672,95 contracten B i j d r a g e : D S M R e s e a r c h B V ; G e h e i m h o u d i n g : Va r i a n C h r o m p a c k International BV octrooien PCT.N L01/00365 Inrichting geschikt voor het meten van de viscositeit van een fluïdum (HDC CHIP) inkomsten in k1 36,29
projectleider
doelstelling Het doel was microkanalen te ontwerpen en te construeren met een
doelstelling In dit project zijn enkele limiterende factoren binnen het gebruik van vaste fase procedures binnen de combinatioriële chemie aangepakt. De onderzoeksgroep aan de UvA zou zich richten op de ontwikkeling van nieuwe N-acyliminium ion synthese op een vaste fase zodat nieuwe heterocyclische klassen verbindingen beschikbaar komen via vaste drager synthese. In de onderzoeksgroep aan de KUN zou de ontwikkeling van het concept van nieuwe linkers worden onderzocht die door verhoogde temperatuur verbroken kunnen worden met achterlating van slechts een dubbele binding in het molecuul in plaats van een ongewenste polaire functionaliteiten.
hoogte tussen 0,1 en 5 micrometer en een lengte van 10 mm waarin hydrodynamisch chromatografie kon plaatsvinden. Met theoretische beschouwingen en modelwerk werd de sample inlet ontworpen (UvA), de kanalen werden gemaakt en getest in Twente (MESA). Hier werd ook gewerkt aan een microviscosimeter. resultaat na 5 jaar Het lab-on-a-chipontwerp heeft veel belangstelling gehad van
grote firma’s die zelf actief zijn in de polymeerbranche, maar ook van apparatuurbouwers. Er werd octrooi aangevraagd op de viscosimeter. Er zijn uitvoerige besprekingen geweest met Polymer Labs, maar uiteindelijk beoordeelde men het ontwerp als te geavanceerd voor het bedrijf. De projectresultaten zullen een rol spelen in de verdere ontwikkeling bij MESA. Een van de medewerkers is in dienst getreden van Polymer Labs. De technologie wordt thans gebruikt in een project gefinancierd door NanoImpuls. De toepassing van het concept van HDC op biologische polymeren kon helaas niet worden uitgevoerd, omdat de buitenlandse onderzoeker verkoos terug te gaan. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / NV Organon, Oss / Shell Global
Solutions International BV, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen / Varian Chrompack International BV, Middelburg / LC Packings, Amsterdam / Philips Research, Eindhoven / Viscotek European Technical Center, Oss / National Starch & Chemicals, Zutphen / Polymer Laboratories, Heerlen en Shropshire (GB)
Prof.dr. H. Hiemstra
totale toewijzing in k1
374,57
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft aan de wetenschappelijke doelen beantwoord. De utilisatie van het onderzoek is beperkt gebleven tot het leveren van relevante wetenschappelijke informatie voor de combinatoriële synthese van farmacologisch interessante structuren. Er is een groot aantal verbindingen gesynthetiseerd, deels via deze combinatoriële techniek, en vervolgens getest op zijn biologische eigenschappen, onder meer door Solvay. gebruiker(s) Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / DSM Research BV, Geleen
88
utilisatierapport 2004
AB I.4701
B BA projectleider
The use of a benthic cladoceran as a model organism for ecotoxicological testing
Prof.dr. W. Admiraal
totale toewijzing in k1
255,60
AG N.4731
ABA projectleider
Fysiologische diagnose van voedselovergevoeligheid. De ontwikkeling van een in vitro test op sensibilisatie met behulp van biopten van darmepitheel
Dr. J.A. Groot totale met behulp van rectum-epitheel
toewijzing in k1
202,39
octrooien
Allergietest
doelstelling Watervlooien van het genus Daphnia zijn kleine kreeftjes, die zeer
doelstelling Voedselovergevoeligheid is een toenemend probleem. De diagnose
veel gebruikt worden voor het meten van de toxiciteit van water en poriewater. Ze planten zich ongeslachtelijk voort en dat maakt ze als testorganisme heel geschikt. De bestaande Daphnia test kan echter niet op intact sediment toegepast worden maar dat zou wel kunnen met de sediment-bewonende watervlo Chydorus. Dit nieuwe testorganisme is ontwikkeld specifiek voor de meting van toxiciteit in sediment.
ervan wordt bemoeilijkt door matige sensitiviteit en specificiteit van de nu gebruikte testen, de serum (RAST) test en de huidpriktest. De dubbelblind placebo-gecontroleerde voedsel provocatie test, de ‘gouden standaard’, is zeer tijdrovend en kostbaar, en impliceert het risico van anaphylactische shock. Doel was het ontwikkelen van een betrouwbare, eenvoudige en snelle test voor voedselallergie en -overgevoeligheid met darmbiopten.
resultaat na 5 jaar Chydorus is in cultures gebracht en de levenscyclus is beschreven onder relevante omstandigheden. Dit specifieke organisme maakt het mogelijk om een complete ontwikkeling te registreren binnen vier dagen, dat is veel korter dan de Daphnia test. Het bleek mogelijk de chydoriden in een sedimentmonstertje te laten groeien en eventuele negatieve effecten van de in het sediment aanwezige toxicanten vast te stellen. Deze toepassing is mogelijk gebleken in pilot-studies voor onder andere Arcadis en RIZA, waarbij testen zijn uitgevoerd in het kader van respectievelijk ‘Nader onderzoek verontreiniging Wenumse Beek’ en ‘Proefsanering Haringvliet’.
resultaat na 5 jaar Uit testen met 40 patiënten is gebleken dat de elektrofysio-
gebruiker(s) RIVM, Bilthoven / Witteveen & Bos, Deventer / RIZA, Lelystad /
Arcadis Ruimtelijke Ontwikkeling, Apeldoorn
ACH.4777
CCB
Multivariate statistical process control (MSPC) of batch processes in the chemical and food industry: from data to product and process information
projectleider
Prof.dr. A. Smilde totale toewijzing in k1 531,24 contracten Bijdrage: DSM Research BV; Unilever Research; Shell Global Solutions International BV; Akzo Nobel Central Research BV inkomsten in k1 88,53
doelstelling Het voorstel beschrijft twee aparte doch nauw gerelateerde projecten.
Het eerste project concentreert zich op de invloed van de voedingsvariatie op de eindproduct kwaliteit. Het doel van dit project bestond uit het ontwikkelen van een rationele voedingsspecificatie en tolerantie voor de voeding. Dit creëert de mogelijkheid om de voeding te veranderen terwijl de eindproduct kwaliteit goed blijft. Bovendien kan de batchproces operatie naar wens worden aangepast om aan de productkwaliteit specificaties te voldoen. Het tweede project behelsde het implementeren van fundamentele proces kennis in multivariate statistische proces bewakingskaarten (MSPB). Het is belangrijk te benadrukken dat de ontwikkelde methodologie in beide projecten generiek is en niet afhankelijk is van een bepaald type proces. Niet het model zelf maar de manier waarop een MSPC model wordt geconstrueerd is het onderzoeksonderwerp. resultaat na 5 jaar Er zijn congressen en symposia bezocht waarbij mondelinge en posterpresentaties zijn gehouden. Een uitgebreide case study met DSM is behandeld, geïmplementeerd binnen DSM en gepubliceerd. Op 1 januari 2002 is het bedrijf Toegepaste Industriële Procesbeheersing (TIPb) opgericht door E.N.M. van Sprang en H.J. Ramaker. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / DSM Research BV, Geleen / Shell International Chemicals BV, Amsterdam / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
logische secretieresponsen van rectumbiopten op voedsel-extracten een gevoeliger test oplevert dan de serum RAST-test. De afname van symptomen na dieet-adviezen op grond van de biopten-testuitslagen wijst uit dat de test klinisch relevant is. De bioptentest is vergeleken met de ‘gouden standaard’, resulterend in een sensitiviteit en specificiteit van 80-90 procent, hoger dan RAST- en huidpriktesten. Momenteel wordt de test in Duitsland toegepast voor klinisch-diagnostische doeleinden. gebruiker(s) Academisch Medisch Centrum Amsterdam / Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst, Amsterdam / VU Medisch Centrum Amsterdam / College voor Zorgverzekeringen, Amstelveen / Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
| Instelling
B _ para universitaire instituten
89
projecten 1998
Development and implementation of a flowcytometric method for studying selective grazing of zooplankton as a tool for providing an improved base for water quality management
B B I.4145
ABA projectleider
Prof.dr. H.J. Laanbroek
totale toewijzing in k1
171,73
B B I.4474
B CA projectleider
Modelling of Animal Welfare: the development of a decision support system to assess the welfare-status of farm animals
Prof.dr.ir. J.H.M. Metz
totale toewijzing in k1
10,34
doelstelling Het meeste oppervlaktewater is ondanks alle fosfaatreducerende
doelstelling Doel van het onderzoek was de ontwikkeling van een beslissing
maatregelen nog steeds troebel door een hoge algenbiomassa. Eutrofiëring wordt daarom steeds meer bestreden door een combinatie van vermindering van de nutriëntenbelasting en actief biologisch beheer. Bij dit laatste spelen vooral twee efficiënte grazers, de watervlo en de driehoeksmossel, een potentieel belangrijke rol. Het doel was de ontwikkeling van een biotoets voor het meten van graas op het fytoplankton middels flowcytometrie.
ondersteunend systeem om de welzijnsstatus van landbouwhuisdieren te evalueren.
resultaat na 5 jaar Voor watervlooien en driehoeksmosselen werd een biotoets
ontwikkeld waarmee van te voren voor elk gewenst watertype een goede inschatting gemaakt kan worden van de effectiviteit van deze twee grazers bij het verlagen van de concentraties aan zwevende deeltjes. Voor het meten van selectieve graas werd een speciaal voor fytoplankton ontwikkelde flow-cytometer gebruikt. Dit resultaat is van belang voor toepassing van deze grazers bij het wegvangen van overlastveroorzakende blauwalgen in troebel oppervlaktewater. Beheerders kunnen nu van tevoren een goede inschatting maken of actief biologisch beheer een effectieve beheersmaatregel zal zijn. gebruiker(s) AquaSense, Amsterdam / NV Waterwinningsbedrijf Brabantse
resultaat na 5 jaar Het project heeft een basaal denkmodel opgeleverd voor de
integrale beoordeling van dierenwelzijn onder houderij-omstandigheden, dat uniek mag heten voor de Nederlandse situatie, maar ook internationaal. Het denkmodel is omgezet in een computermatig expertmodel dat de welzijnsstatus van zeugen beoordeelt met een cijfer. Dit model heeft de vorm gekregen van een beslissingsondersteunend systeem (Decision Support Systen - DSS) en kreeg de naam SOWEL. Het model is gevalideerd op basis van een enquête onder internationale deskundigen. Gewerkt wordt aan een patentaanvraag op de rekenstructuur van het SOWEL model. Tot op heden is SOWEL voornamelijk bruikbaar voor ingewijden. Breder gebruik van het model (ook door meerdere doelgroepen) vraagt om een softwarematige omzetting naar gebruiksvriendelijker programmatuur. gebruiker(s) ID-Lelystad BV, Lelystad / IKC, Ede / Ministerie van LNV, Den Haag / NVBD, Den Haag / LTO Nederland, Den Haag
Biesbosch, Werkendam / RIZA, Lelystad / Koeman en Bijkerk BV, Haren
| Instelling
DE L.3605
D _ technische universiteit
B CA
delft
Integrated low-power low-voltage analog-to-digital converters
projectleider
Prof.dr.ir. J.H. Huijsing totale toewijzing in k 1 212,59 contracten Bijdrage: Philips Semiconductors Inc.; Overdracht: TUD; STW; Koninklijke Philips Electronics NV octrooien EU.03103383.0 Method for calibrating a multi-bit digital-to-analog converter, multi-bit-digital-to-analog... (Active calibration of current-mode multi-bit DACs) inkomsten in k1 48,05 doelstelling In de micro-elektronica is er behoefte aan omzetters van analoge
naar digitale signalen (ADC) die een laag verbruik aan energie hebben en die werken met een laag voltage. ADC’s spelen een belangrijke rol bij het omzetten van signalen onder andere in audio-, video-, en telecommunicatieapparatuur. Ook in allerlei ‘smart’ systemen (in auto’s, industrie, thuis) spelen ADC’s een belangrijke rol. Het doel was om in nieuwe ontwerpen het energieverbruik en voltage van de ADC drastisch naar beneden te brengen. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot een nieuw ontwerpproces
voor sigma-delta ADC’s. Dit ontwerpproces is vastgelegd in een proefschrift. Het bevat onder andere een beschrijving in detail van een sigma-delta ADC voor telefonietoepassingen. Er is ook een nieuwe actieve calibratietechniek ontwikkeld. Op deze techniek is octrooi aangevraagd. gebruiker(s) Koninklijke Philips Electronics NV, Eindhoven
90
utilisatierapport 2004
DWT.3951
AAA projectleider
Analyse van vertakkingen en chaos in werktuigkundige systemen met discontinuïteiten
Dr.ir. P.Th.L.M. van Woerkom
totale toewijzing in k1
240,12
DST.4174
B CA projectleider
Wear-resistant aluminium matrix composites containing ceramic spheres
Dr.ir. J. Duszczyk
totale toewijzing in k1
323,58
inkomsten in k1
61,26
doelstelling De toepassing en uitbreiding van moderne numerieke gereed-
doelstelling Aluminium matrix composieten combineren de eigenschappen van
schappen om niet-lineair dynamisch gedrag en chaos in niet-gladde systemen uit de technische praktijk te onderzoeken. Hiermee werd beoogd een bijdrage te leveren in het overbruggen van de kloof tussen de ontwikkeling van wiskundige technieken en de toepassing in de werktuigbouwkunde.
taai aluminium met de stijfheid van de keramiekdeeltjes. De laatste zijn echter ook verantwoordelijk voor de grote slijtage van het tegenmateriaal. Daarom worden deze materialen ondanks hun overige gunstige eigenschappen niet breed toegepast. Doel van het onderzoek was het ontwerpen van nieuwe matrix composieten met gunstige tribologische eigenschappen die geschikt zijn voor een toepassing in extrusieprocessen.
resultaat na 5 jaar Numerieke methoden voor het simuleren, het berekenen van periodieke bewegingen en het voortzetten van deze oplossingen bij een verandering van een parameter, zijn verder ontwikkeld voor toepassing op systemen met discontinuïteiten. Deze methoden zijn toegepast op een servosysteem met droge wrijving en een discrete opnemer en op het onderste deel van een boorstang voor het boren naar olie en gas. Dit onderzoek heeft aangetoond dat dergelijke systemen met de ontwikkelde methoden onderzocht kunnen worden. gebruiker(s) AEA Technology Rail BV, Utrecht / Shell SIEP BV, Rijswijk / Urenco Nederland BV, Almelo / Philips Optical Storage, Eindhoven / SKF Engineering & Research Centre BV, Nieuwegein
DTN.4175
BAA projectleider
Colour-Plasma-Display-Panel Luminescent Materials
Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk
totale toewijzing in k1
377,44
resultaat na 5 jaar In Delft is een aantal nieuwe aluminium composieten gemaakt
door een aanpassing van de poedervoorbereiding en de extrusiemethodiek. De materialen zijn getest bij Tribologie (UT). Ze zijn harder, taaier en hebben een grotere slijtvastheid dan de conventionele legeringen. Verrassend genoeg bleek dat composieten bestaande uit vulmateriaal van verschillende grootte minder bros en taaier zijn dan het uitgangsmateriaal. De taaiheid blijkt een functie te zijn van de deeltjesverdeling. gebruiker(s) RSP Products BV, Rotterdam / BGT, Eindhoven / AEA Technology
Rail BV, Utrecht / Mifa Aluminium BV, Venlo
DCT.4201
CB B inkomsten in k1
projectleider
Het effect van wapening op scheurvorming ten gevolge van temperatuureffecten en autogene krimp in verhardend beton
Prof.dr.ir. K. van Breugel
totale toewijzing in k1
310,99
inkomsten in k1
29,04
45,46
doelstelling Luminescente materialen worden toegepast in TL-buizen en
doelstelling Het verharden van beton is een chemisch-fysisch proces, waarbij
kleurentelevisie. Deze fosforen zenden blauw, groen en rood licht uit onder invloed van UV straling. Bij TL-buizen wordt kwik gebruikt voor de UV opwekking. Kwik is echter milieubelastend en heeft bovendien het nadeel van een lange response-tijd bij het inschakelen van de TL-buis. Xenon kent deze nadelen niet, maar levert UV-licht waarvoor nieuwe fosforen ontwikkeld moet worden. Het onderzoek richtte zich op nieuwe met lanthanide-ionen gedoopte fosforen voor lichttoepassingen en flat panel displays.
een grote hoeveelheid warmte vrijkomt. Daarbij kunnen spanningen optreden die leiden tot scheurvorming en een afname van de duurzaamheid van de constructie. Doel van dit project was te komen tot een consistente modellering van het kruip- en relaxatiegedrag en tot aanbevelingen voor de regelgeving.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek richtte zich hoofdzakelijk op optimalisatie van
groene fosforen voor gebruik in plasma display panels (PDP). Als dopant werd in plaats van lanthanide mangaan gebruikt in Zn2SO4- en BaO Al2O3-fosforen. Beide fosfor-systemen bleken bij optimale Mn-concentratie beter te voldoen dan de commercieel verkrijgbare fosforen. Het geoptimaliseerde bariumhexaaluminaat werd door Thompson gebruikt in hun 24 en 42 PDP’s. gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Thomson Tubes Electroniques, Moirans (Frankrijk)
resultaat na 5 jaar Op basis van bestaande kennis van verhardingsprocessen en
daarop gebaseerde inzichten in de ontwikkeling van materiaaleigenschappen zijn modellen ontwikkeld voor het aanhecht- en scheurgedrag van verhardend beton. Bij de beoordeling van schadegevallen leiden deze modellen tot een meer genuanceerd oordeel over de oorzaken van opgetreden schade. Er wordt nu gestreefd naar naar aanpassing van de regelgeving, maar daarvoor blijkt meer onderzoek nodig te zijn. gebruiker(s) Oranjewoud BV, Rijswijk / Bennenk Consultancy BV, Monnickendam / Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht
91
projecten 1998
DTN.4323
B CB
Design and manufacture of an interferometric system for measuring dynamic phase changes
DST.4381
B BA
Isothermal Extrusion of Aluminium Alloys through Exit Temperature-Ram Speed Closed-loop Control
projectleider
Prof.dr.ir. J.J.M. Braat totale toewijzing in k 1 3 45,81 contracten Overdracht: STW; Liaison Office TU Delft; TNO-TPD; Optie: TU Delft; TNOTPD; STW octrooien NL.1024070 Werkwijze en inrichting voor het uitlijnen van een interferometer; NL.1024069 Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van spikkelinterferometrie inkomsten in k1 24,95
projectleider
doelstelling In dit project zou een nieuw type interferometer worden ontwikkeld en
doelstelling Aluminium extrusie is een proces waarbij een verwarmde aluminium
gebouwd. Met dit systeem kunnen contactloos oppervlaktevervormingen van vaste structuren worden gemeten. Hiermee kunnen inwendige beschadigingen worden opgespoord. Een van de voordelen van het nieuwe systeem is dat het minder gevoelig is voor verstoringen in vergelijking met bestaande interferometriesystemen.
staaf door een matrijs wordt geperst. De warmte die vrij komt tijdens de vervorming van het metaal verhoogt de temperatuur van het eindproduct als het de matrijs verlaat. Doel van het project was de extrusiemethode verbeteren door beter begrip te krijgen van de temperatuurbalans vóór en na het verlaten van de matrijs, en door extrusie onder isotherme omstandigheden uit te voeren bij variërende extrusiesnelheid.
resultaat na 5 jaar Van het nieuwe systeem is een draagbaar prototype ontwikkeld
dat met succes op locatie is ingezet. Tijdens het project zijn mogelijk geïnteresseerde marktpartijen actief benaderd. Dit heeft echter nog niet geresulteerd in verdere stappen ter commercialisering van het systeem. Wel is op basis van het prototype door TNO-TPD een interferometer ontwikkeld die zal worden ingezet voor het monitoren van materiaalafname tijdens polijstprocessen. Daarnaast is door STW een vervolgproject gefinancierd waarin de technologie verder zal worden ontwikkeld en waarin onderzocht zal worden of goedkopere lasers toegepast kunnen worden. gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Dutch Space
BV, Leiden / Corus Staal BV, IJmuiden / Daimler Benz Aerospace Airbus GmbH, Bremen (Duitsland) / NLR, Emmeloord / Urenco Nederland BV, Almelo / Fokker Special Products BV, Hoogeveen / Stork FDO BV, Amsterdam / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Sendt, Roosendaal / Industrial Automation Integrators, Veldhoven / DAF Trucks NV, Eindhoven
DCT.4406
CB B projectleider
Shear and Anchorage Behaviour of Fire Exposed Hollow Core Slabs
Prof.ir. J.W.B. Stark
totale toewijzing in k 1
338,42
inkomsten in k 1
Dr.ir. J. Duszczyk
totale toewijzing in k1
326,34
inkomsten in k1
36,53
resultaat na 5 jaar Computersimulatie van aluminiumextrusie is uitgevoerd om
het verlopen van temperatuur tijdens de extrusie te voorspellen. Nieuwe extrusietechnieken zijn geïntroduceerd met getrapte en continue variaties van ramsnelheid. Experimenten laten zien de voorspelling goed overeenkomt met de praktijk. Het onderzoek bevestigde dat het op een constante temperatuur houden van geëxtrudeerd profiel haalbaar is, en dat de extrusieduur verkort kan worden. Op basis van de behaalde resultaten heeft MIFA-aluminium een state-of-the-art temperatuur bepalingssysteem geïnstalleerd op haar extrusieapparaten. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / BOAL Profielen BV, De Lier / Mifa Aluminium BV, Venlo
DE L.4415
AAA projectleider
Improving the performance of process simulators by multi-grid methods and parallelisation
Dr.ir. W. Crans
totale toewijzing in k1
578,05
20,00
doelstelling Het verkrijgen van fundamenteel inzicht in het gedrag van
doelstelling In dit project is gewerkt aan de simulatie van het productieproces
kanaalplaatvloeren bij brand, afhankelijk van de geometrie van de plaat en de manier waarop deze in de constructie is bevestigd.
van halfgeleidercircuits. Door de complexe structuren van dit soort devices kan de toepassing van zogeheten multigrid methoden een grote besparing van rekentijd van dit soort simulaties opleveren.
resultaat na 5 jaar Op basis van theoretisch, experimenteel en numeriek
onderzoek zijn aanbevelingen gedaan voor brandveilige toepassing van kanaalplaatvloeren. De resultaten zijn geïmplementeerd in het CUR-rapport over ontwerpregels voor kanaalplaatvloeren met geïntegreerde stalen balken. Hieruit zal een nieuwe pre-normatieve CUR-Aanbeveling voortkomen. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft de prefab industrie de geometrie van kanaalplaatvloeren aangepast om een brandveiliger product te leveren. gebruiker(s) Bouwen met Staal, Rotterdam / TNO Bouw, Delft / Addtek België, Kessel (België) / Bennenk Consultancy BV, Monnickendam / VBI Ontwikkeling BV, Huissen
resultaat na 5 jaar Er is een stressmodel ontwikkeld. Ook is een implementatie van
multigrid-methoden ontwikkeld. Helaas heeft de industriële partner gedurende het project zijn interesse verloren door een overname. gebruiker(s) Fraunhofer Institut, Sankt Augustin (Duitsland)/ Avant! Corporation,
Fremont (Verenigde Staten)
92
utilisatierapport 2004
DE L.4442
B BA projectleider
A synthetic approach for the treatment of EMC problems in the design process of electronic circuits and low-power low-voltage electronics in particular
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund
totale toewijzing in k1
291,36
DE L.4476
CCB
Nulling obstructing electromagnetic interferers (noEMI)
projectleider
Prof.dr.ir. A.J. van der Veen totale toewijzing in k1 686,38 octrooien PCT.NL02/00552 Calibration method, device and computer program (Gain Calibration)
doelstelling Doel van dit project was onderzoek naar EMC-aspecten die
doelstelling Het onderdrukken van storingen door communicatiesignalen
meegenomen dienen te worden in het het ontwerpproces van elektronische schakelingen. Deze aanpak is veel efficiënter dan de gebruikelijke analyse achteraf. Het onderzoek spitste zich toe op laagvermogen- en laagspanningscircuits.
(RFI) die op de antennes van radiotelescopen binnenvallen, met signaalbewerkingsalgoritmen. Het onderzoek omvatte in-depth studie van algoritmes, dat uiteindelijk moet resulteren in een werkende demonstrator binnen de radio applicatie omgeving van ASTRON.
resultaat na 5 jaar De achtergrondkennis van EMC-aspecten in het ontwerpproces van electronische schakelingen is aanzienlijk toegenomen. De resultaten zijn opgenomen en worden vervolgd in het promotieonderzoek van Emile Toter (TUD).
resultaat na 5 jaar – algoritmen voor storingsonderdrukking; – demonstrator
gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / TNO-FEL, Den Haag / Philips Semiconductors, Eindhoven / National Semiconductor BV, Delft / SonionMicrotronic Nederland BV, Amsterdam
DE L.4506
AAA projectleider
Neuro-Fuzzy Modeling in Model Based Fault Detection, Fault Isolation and Controller Reconfiguration
Prof.dr.ir. M.H.G. Verhaegen
totale toewijzing in k1
457,74
gepubliceerd en geïmplementeerd op computers; – een patent (ASTRON); – een 8-kanaals datarecorder en correlatiemachine; – een 64-kanaals phased array die is te gebruiken als referentieantenne en de bijbehorende controller. Tezamen vormen deze een demonstrator voor de impact van spatieel filteren. gebruiker(s) Eonic BV, Delft / ASTRON, Dwingeloo / Adelante Technologies BV, Waalre / Thales Nederland BV, Hengelo / Stichting ASTRON, Dwingeloo / Stichting ASTRON, Zwiggelte / Ericsson EuroLab Netherlands BV, Enschede
DTM.4507
Heat transfer from impinging jet arrays
CBA projectleider
Prof.dr. K. Hanjalic totale toewijzing in k1 466,79 contracten Bijdrage: TNO-TPD; Samenwerking onderzoek: TNO-TPD; Technische Universiteit Delft; STW inkomsten in k1 69,90
doelstelling Verdergaande automatisering van industriële processen vereist dat
doelstelling Het optimaliseren van meervoudige impinging jets om te komen
de controle storingsongevoelig wordt: storingen van componenten, actuators of sensors moeten opgespoord en geïsoleerd worden, en de controle moet zich zo aanpassen aan de nieuwe situatie dat de invloed op het productieproces minimaal is of dat het proces veilig tot staan wordt gebracht. In dit project wordt een combinatie van neurale netwerken en fuzzy modellen gebruikt om zo’n ‘robuuste’ controller te ontwerpen.
tot gelijkmatige en gecontroleerde warmteoverdracht door het doen van gecombineerd experimenteel en numeriek onderzoek. De techniek, die zowel voor koelen als verwarmen geschikt is, kan in zeer uiteenlopende industrietakken worden ingezet.
resultaat na 5 jaar Een gecombineerd systeem voor storingsdetectie en diagnose
en een storingstolerante controller is ontworpen. Een probabilistische ontwerpmethode voor robuuste controllers is ontwikkeld die geen meting van de systeemtoestand vereist, een algemene klasse van onzekerheden aankan en relatief weinig rekenwerk per iteratiestap vergt. Een experimentele setup in ontwikkeling heeft al aangetoond dat de methodes werken. Het storingsdetectie en -isolatiewerk is nog in ontwikkeling. gebruiker(s) IHC Systems BV, Sliedrecht / NLR, Amsterdam / SKF Engineering & Research Centre BV, Nieuwegein / TNO-TPD, Delft / ECN, Petten / Dutch Space BV, Leiden
resultaat na 5 jaar Er is een hoogwaardige meetopstelling gerealiseerd waarmee
zeer accuraat zowel de warmteoverdracht als de stromingspatronen kunnen worden bepaald. Daarnaast zijn geavanceerde modellen voor turbulentie en warmteoverdracht ontwikkeld. Deze zijn uitvoerig getest en geïmplementeerd in X-stream, een pakket dat door TNO-TPD en TUD/Warmte en Stroming gezamenlijk is ontwikkeld. Tenslotte zijn ontwerpregels voor optimale jet-arrays bepaald. gebruiker(s) SKF Engineering & Research Centre BV, Nieuwegein / TNO-TPD, Delft / Rademaker BV, Culemborg / Gemco Furnace, Son / Rademaker Den Boer BV, Dalfsen / Corus Staal BV, IJmuiden / OPRA Optimal Radial Turbine BV, Hengelo
93
projecten 1998
DWT.4551
Development of a ballistic walking biped
ABA
DE L.4577
CBA
projectleider
Prof.dr.ir. H.G. St assen totale toewijzing in k 1 5 67,37 L i c e n t i e : Te ch n i s ch e U n i v e r s i t e i t D e l f t ; ST W ; Fe s t o B V PCT.NL99/00238 Tweebenig lichaam Two-legged body
ten
contracoctrooien
Development of deep dry etching technology for intelligent micromachine devices
projectleider
Dr. E.W.J.M. van der Drift totale toewijzing in k 1 647,56 Procede et dispositif de gravure anisotrope du silicium a haut facteu in k1 56,72
octrooien inkomsten
doelstelling Bij de TUD is een prototype van een biped (een tweevoeter)
doelstelling Het diep anisotroop droog etsen in silicium voor ontwikkelen
ontwikkeld, bestaande uit twee onderling gekoppelde benen zonder knie- en enkelgewrichten en ook nog zonder bovenlichaam. In het project werd beoogd een biped te ontwikkelen die gebruik maakt van de eigenfrequenties van de bewegende delen en op die manier een minimum aan energie nodig heeft. De biped zal modulair worden opgebouwd, dat wil zeggen dat de beweegbare delen gemakkelijk door andere moeten kunnen worden vervangen. Het doel van het geheel was om ontwikkelaars van beenprothesen en -orthesen en leden van revalidatieteams in staat te stellen om – meer inzicht te krijgen in zowel normaal als afwijkend loopgedrag, en – prototypen van loophulpmiddelen in een laboratorium uit te testen alvorens deze op de patiënt uit te proberen.
van intelligente microsystemen. Het levert sensorstructuren met een verhoogde gevoeligheid bij een lagere oppervlakte consumptie én maakt on-chip integratie van sensor en elektronica mogelijk. Het sensordeel wordt via een post-processing stap aan de micro-elektronica toegevoegd. Dit maakt smart systems op veel ruimere schaal relatief goedkoop en bereikbaar. resultaat na 5 jaar Het gedeelte procesontwikkeling is met groot success inmiddels
het doel genoemde eisen, ook een interessante attractie is voor amusementsparken. Festo BV gebruikt prototype MIKE voor demonstratiedoeleinden.
afgerond. Voor twee verschillende processen, een continu cryoprocess bij 100°C en een gepulst (Bosch) process bij kamertemperatuur, is een kwantitatieve aanpak gevonden. Mogelijkheden en onmogelijheden zijn scherp in beeld gebracht. Een en ander heeft geresulteerd in een patentaanvraag samen met de firma Alcatel vacuum Technologie in Annecy/Frankrijk. Het integratiedeel is nog in volle gang. Een nieuw ontwerp versnellingsopnemer is ontworpen en wordt momenteel gerealiseerd met de ontwikkelde droogetstechnologie.
gebruiker(s) Roessingh Research and Development, Enschede / De Efteling BV,
gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Alcatel CIT, Annecy /
Kaatsheuvel / Lithp Systems BV, Purmerend / Ambroise Holland BV, Enschede
Melexis R&D Center, Tessenderlo / Alcatel Vacuum Technology, Houten / Robert Bosch GmbH, Reutlingen
resultaat na 5 jaar Er wordt verwacht dat een looprobot, die voldoet aan de in
DTA.4585
Geometry of hydraulic fractures
DE L.4625
CCB projectleider
CCC Dr. C.J. de Pater
totale toewijzing in k1
979,87
inkomsten in k1
442,80
Sinusoidal coding for audio and speech (SiCAS)
projectleider Dr.ir. R. Heusdens totale toewijzing in k1 613,84 contracten Samenwerking onderzoek: STW; KTH; Philips Electronics Ned. BV octrooien PCT.EP01/12721 Sinusoidal model based coding of audio signals; PCT.EP01/12423 Parametric coding of audio signals; PCT.IB02/03316 Audio coding with non-uniform filter bank; Optimal frequency-differential sinusoidal coding inkomsten in k1 375,44
doelstelling ‘Hydraulic fracturing’ is een methode om de productie te verhogen
doelstelling Doel van het project was een universeel codeersysteem te
bij gas- en oliewinning. Dit project was erop gericht om het verband te bepalen tussen permeabiliteit van de formatie en de benodigde injectiedruk om een scheur te maken en te onderzoeken met welke vloeistof een efficiënte scheur gemaakt kan worden in formaties die uit los zand bestaan. Tevens richtte het project zich erop de scheur te karakteriseren met behulp van akoestische metingen vanuit hetzelfde boorgat.
ontwikkelen, gebaseerd op een sinusoïdaal signaalmodel. Het systeem moet in staat zijn om zowel audio als spraak te coderen zonder dat de gebruiker het systeem hoeft te informeren wat het te coderen signaal is. De kwaliteit van de gecodeerde audio- en spraaksignalen dient gelijk te zijn aan die verkregen met behulp van applicatie geoptimaliseerde state-of-the-art audio/spraakcoders. resultaat na 5 jaar In het project zijn zes patenten gegenereerd, waaronder
resultaat na 5 jaar De scheurwijdte is te bepalen uit akoestische metingen in
het boorgat van waaruit de scheur gemaakt wordt; lengte is slechts te meten voor kleine scheuren. De beste resultaten zijn te behalen met vlak bij de scheur geplaatste opnemers. Voor formaties met een dicht netwerk van natuurlijke scheuren werd vastgesteld hoe tortuositeit van hydraulische scheuren afhangt van de viscositeit van de injectievloeistof. Daarmee werd bijgedragen aan de eerste succesvolle stimulatiebehandeling in Japan. gebruiker(s) BP Exploration, Middlesex (Groot Brittannië) / Statoil, Stavanger (Noorwegen) / Shell SIEP BV, Rijswijk / Schlumberger Cambridge Research, Cambridge (Groot Brittannië) / Schlumberger Dowell, Sugarland (Verenigde Staten) / Teikoku Oil Co. Ltd., Shibuya-Ku (Japan) / Elf Aquitaine, Pau (Frankrijk)
twee belangrijke op het gebied van de psychoakoestiek en het modeleren van signalen met behulp van sinusoïden. Een binnen Philips Research opgezet onderzoeksproject op het gebied van audio/spraak-codering, één van de spin-offs van het project, heeft geleid tot een codeersysteem dat recentelijk gestandaardiseerd is in de MPEG-4 audio-standaard. Tevens is de binnen SiCAS ontwikkelde kennis aanleiding geweest voor drie vervolgprojecten, te weten het EU-project ARDOR (IST-2001-34095), het VIDI-project ‘Adaptive Sound Coding’ (DET.5851), en het STW-project ‘Single-Microphone Enhancement of Noisy Speech Signals’ (DET.6042). gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / KTH (Royal Institute of Technology), Stockholm (Zweden) / Philips Consumer Electronics, Eindhoven / Center for PersonKommunikation, Aalborg (Denemarken)
94
utilisatierapport 2004
DST.4653
CB B
Production of S and removal of heavy metals from S-containing industrial waste streams with inorganic biotechnology
DCT.4672
Damwandconstructies in slappe grond
CB B
projectleider
Prof.dr.ir. J.J. Heijnen totale toewijzing in k 1 1.358,08 contracten Bijdrage: Paques BV; Optie: Technische Universiteit Delft; PAQU ES BV; STW inkomsten in k1 54,48
projectleider
doelstelling Doel van het onderzoek was de verdere ontwikkeling van een
doelstelling Het onderzoek was erop gericht experimenteel te bepalen wanneer
biotechnologisch rookgasontzwavelingsproces. Hiervoor zijn drie subprojecten gedefinieerd: a) chemisch technologisch onderzoek (TUD); b) milieutechnologisch onderzoek (WUR); c) bioprocestechnologisch/microbiologisch onderzoek (TUD).
een damwand in slappe grond bezwijkt en hiervoor een model te ontwikkelen.
resultaat na 5 jaar De monolith reactor kan succesvol worden ingezet als bioreactor, waterstof als elektrondonor voor sulfaatreductie kan goed worden overgedragen naar een sulfaatreducerende celsuspensie. Het systeem is hydraulisch gekarakteriseerd door mathematische stofoverdrachtsmodellen te maken voor de tegen- en meestroom configuratie. De biologische ijzer cyclus is toegepast om sulfide dat gevormd wordt na sulfaatreductie in te wassen onder de vorming van elementair zwavel, waarna Fe3+ werd gegenereerd door aërobe bacteriën bij een zeer lage pH. Dit proces verloopt efficiënt (bijna 100%). Verder is microbiële sulfide oxidatie naar elementair zwavel bij hoge pH-waarden en zoutconcentraties succesvol onderzocht, dit aspect wordt verder bestudeerd in een nieuw STW-project (WBC.5939). Uit theoretische ‘flow-sheet’ berekeningen over de geschakelde ‘unit operations’ is naar voren gekomen dat het voorgestelde totaal ontwerp in principe haalbaar is.
Prof.ir. A.F. van Tol
totale toewijzing in k1
173,61
inkomsten in k1
22,68
resultaat na 5 jaa In het kader van een CUR-commissie is door de onderzoeker een grote veldproef uitgevoerd waarin twee typen damwanden zijn onderzocht. Aanvullend is experimenteel en numeriek onderzoek gedaan naar het gedrag van individuele damwandplanken. Voor uitvoering van de veldproef is een aantal instellingen gevraagd om het verloop van de proef te voorspellen. De onderzochte damwandplanken bleken bij een aanmerkelijk hogere belasting te bezwijken dan verwacht; de huidige normen bleken zeer conservatief. De bevindingen zijn ingebracht in de discussie rond de nieuwe regelgeving. gebruiker(s) Plaxis BV, Delft / Fugro Ingenieursbureau BV, Leidschendam / Stichting CUR, Gouda / Mos Grondmechanica, Rhoon / Ballast Nedam Funderingstechnieken, Dordrecht / Bender International BV, Krimpen a/d IJssel / Arbed Damwand Nederland BV, Moerdijk / NS Railinfrabeheer, Vondelingenplaat / GeoDelft, Delft / Projectorganisatie HSL-Zuid, Utrecht / Rijkswaterstaat, Delft / Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht / Ballast Nedam Engineering BV, Amstelveen / Nedeximpo BV, Amsterdam
gebruiker(s) PAQUES BV, Balk / Danieli Corus Europe, IJmuiden / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem / Pasminco Budel Zink, Budel
DST.4728
AAA
Principles of protein secretion by Aspergillus niger: analysis of the protein secretion pathway and construction of improved secretory strains
projectleider
DTN.4758
BAA
Parametrische verwerking van radarsignalen
Prof.dr. C.A.M.J.J. van den Hondel totale toewijzing in k1 439,81 Bijdrage: Unilever Research; Bijdrage: DSM Bakery Ingredients inkomsten in k1 34,03
projectleider
doelstelling Voor het gebruik van schimmels als productieorganisme is kennis
doelstelling Een radar detecteert reflecties van zowel relevante objecten, de
van de processen waarmee stoffen door de schimmel worden uitgescheiden van groot belang. Doel van dit onderzoek was om aan de hand van modelverbindingen (glucoamylase en enkele fusieproducten daarvan) beperkende factoren in het secretieproces op te sporen. Wanneer deze factoren bekend zijn, kunnen ze mogelijk worden weggenomen.
doelen, als van de omgeving, de clutter. Het is van belang de clutter te scheiden van de doelen. In dit project zijn daarvoor parametrische modellen gebruikt, die een geïntegreerde afstandsschatting en classificatie van de doelen mogelijk maakt.
contracten
Dr.ir. P.M.T. Broersen totale toewijzing in k 1 191,4 9 Bijdrage: Thales Nederland BV inkomsten in k1 18,16
contracten
resultaat na 5 jaar Er is een methode voor automatische modelinductie resultaat na 5 jaar Belangrijke basiskennis en mutantstammen zijn ontwikkeld die
aanknopingspunten vormen voor optimalisatie van uitscheidingprocessen en fermentatieprocessen. Deze kennis en stammen worden ingebracht in andere samenwerkingsprojecten met de gebruikers. gebruiker(s) TNO Voeding, Zeist / DSM Bakery Ingredients, Delft
ontwikkeld, zodat accuratere modellen van een groter probleemgebied kunnen worden verkregen. Hiervoor zijn nieuwe technieken ontwikkeld en is een weloverwogen keuze gemaakt tussen bestaande technieken. De automatische inductiemethode is beschikbaar als een software-toolbox. gebruiker(s) Ministerie van Defensie, Den Haag / Thales Nederland BV, Hengelo / HITT, Apeldoorn / TNO-FEL, Den Haag / Koninklijke Marine, Den Haag / CHL Netherlands BV, Katwijk
projecten 1998
DST.4764
AAA projectleider
Monolith catalytic reactors for chemical processes involving two liquid phases
Prof.dr. J.A. Moulijn
totale toewijzing in k1
All-Solid-State battery based on a ceramic electrolyte and manufactured by Magnetic Pulse Compaction
DST.4854
CCC projectleider
Prof.dr. J. Schoonman totale toewijzing in k1 751,08 contracten Optie: STW; Technische Universiteit Delft; Shell SIEP BV; Samenwerking onderzoek: STW; Technische Universiteit Delft; Shell SI E P BV octrooien A Libattery for use at high temperature; High temperature battery with ceramic electrolyte for use in wells inkomsten in k1 249,26
268,67
doelstelling Doel van het project was het toepassen van monolithische
doelstelling In het project worden keramische materialen ontwikkeld die als
katalysatoren voor het intensiveren van commerciële (gas)-vloeistof-vloeistofvast processen, bijvoorbeeld bij de productie van cyclohexeen door benzeen hydrogenering, enzymatische productie van zoetstoffen, oxidatieve ontzwaveling of reactieve extractieprocessen.
elektrolyt kunnen dienen in een vaste-stof lithium-ion batterij en worden de interfaces verbeterd die cruciaal zijn voor de werking van zo’n batterij. Een batterij gebaseerd op een vaste-stof elektrolyt heeft een beter werking bij hogere temperaturen dan een batterij met een vloeibaar geleidend materiaal. Een zeer interessante toepassing is bijvoorbeeld te vinden bij olieboringen, waar op grote diepte (dus bij hoge temperatuur) een kleine stroombron nodig is om analyses te kunnen doen in en rond de boorkop.
resultaat na 5 jaar In dit onderzoek zijn alle in het oorspronkelijke projectvoorstel
geplande wetenschappelijke doelstellingen gerealiseerd. Dit was het eerste project op een nieuw onderzoeksgebied. DSM heeft een toepassing in gedachte voor de productie van kunstmatige zoetstof, en Shell denkt aan een oxidatief ontzwavelingsproces. Beide gebruikers zullen in samenwerking met de TU Delft de ideeën uitwerken, op basis waarvan een nieuw projectvoorstel zal worden geformuleerd. Het mogelijke vervolgproject zal na vijf jaar naar volledig ontworpen modellen en opschaalmethodologie van monolithische katalysatoren voor reactieve (gas)-vloeistof-vloeistof-vast systemen leiden, met als einddoel experimentele demonstratie van de voordelen van het nieuwe concept op een industrieelrelevant proces.
resultaat na 5 jaar In het project is een sterk verbeterde vaste-stof lithium-ion
batterij ontwikkeld bestaande uit keramische componenten die gebruikt kan worden bij hoge temperaturen en een unieke methode om deze batterijen te produceren. In het project is nauw samengewerkt met de gebruiker en zijn de materialen en de productiewijze geoctrooieerd. gebruiker(s) Shell SIEP BV, Rijswijk
gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel Eka Chemicals AB, Bohus / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem
DM F.5051
CBA projectleider
Novel Micromachined Structures and Components for Future RF Silicon Technology
Prof.dr. J.N. Burghartz
totale toewijzing in k1
1.348,18
inkomsten in k1
708,80
doelstelling In de siliciumtechnologie dienen de 500 tot 1000 micrometer dikke
siliciumplakken in eerste instantie als mechanische substraten tijdens het integratieproces van elektronische schakelingen in de bovenste 10 micrometer laag. Doelstelling van dit project was de ontwikkeling van processen voor de integratie van passieve hoogfrequente componenten in de bulk silicium onder de schakelingen aan de chipoppervlakte. Deze technologie is ter verhoging van het integratieniveau en ter verbetering van de kwaliteit van geïntegreerde hoogfrequente componenten en schakelingen. resultaat na 5 jaar Er is een procesmodule ontwikkeld die na de waferfabricage
de integratie van componenten in het siliciumsubstraat mogelijk maakt. De integratie van aardvlakken ter vermindering van elektrische overspraak is gedemonstreerd voor industriële fabricageprocessen. Twee speciale fabricageprocessen en procesapparatuur voor het aanbrengen van fotolak op waferoppervlakken met een topografie van meerdere honderden micrometer is ontwikkeld samen met een Nederlands en een Oostenrijks bedrijf. De onderzoeksresultaten hebben geleidt tot meer dan 30 (inter)nationale wetenschappelijke publicaties. gebruiker(s) Philips Semiconductors, Albuquerque / Philips Research Leuven (België) / Stichting ASTRON, Dwingeloo / Adcon RF Technology BV, Amsterdam
| Instelling
E_
technische universiteit eindhoven
95
DR. ERIK KELDER:
“Meetsystemen in boorputten van elektriciteit voorzien met kleine lithiumbatterijen” project: DST.4854
| DST.4854
Al op de middelbare school vond hij batterijen ingewikkeld.
Als dat lukt, kun je immers kleine batterijen maken die
Maar kennelijk ook voldoende intrigerend om er een hele
heel lang meegaan. Shell heeft daar belangstelling voor
wetenschappelijke carrière in op te bouwen. Universitair
omdat het herlaadbare systemen voor remote sensing
docent aan de Technische Universiteit Delft dr. Erik Kelder
ontwikkelt waarmee het bedrijf in bijvoorbeeld boorputten
houdt zich als anorganisch chemicus al sinds 1992 bezig
de kwaliteit van olie te analyseert. Daarvoor heb je een
met de ontwikkeling van zo klein mogelijke lithiumbatterij-
elektrisch systeem nodig dat sensoren en meters kan
en. De laatste jaren concentreerde hij zich onder meer rond
aansturen. De batterijen waaraan wij werken, zouden
de vraag hoe je met lithiumionen zoveel mogelijk elektronen
daarin kunnen voorzien. Daarom is Shell vooral geïnteres-
‘op transport’ kunt zetten om elektriciteit te genereren.
seerd in het intellectuele eigendom van onze bevindingen.”
Dit ter verhoging van de energiedichtheid van batterijen. Met name Shell en Europese projecten stimuleerden Kelder
Die bevindingen zijn na vele jaren (vervolg)onderzoek
hierop door te gaan.
onder meer dat lithiummangaanoxide niet geschikt is omdat er teveel ionen uit ‘weglekken’, waardoor de duur-
Vooral de kristalchemie fascineert Kelder. “Heel eenvoudig
zaamheid vermindert. Met lithiumkobaltoxide bleek dit
uitgelegd komt het erop neer dat je voor een lithiumbatterij
probleem te kunnen worden opgelost, maar een nadeel
een lithiumplaat en een plaat van een ander vaak kristallijn
van kobaltoxide is dat het een te kostbaar materiaal is
materiaal tegenover elkaar plaatst. Het kristal werkt hier
voor de productie van deze batterijen op grote schaal.
net als een soort spons. Het slaat lithiumionen en elektro-
Bovendien spreken milieutechnische factoren en mogelijk
nen op en geeft ze weer vrij wanneer nodig. De elektronen
zelfs kankerverwekkende invloeden van kobaltverbin-
leveren elektriciteit. Die moeten dus naar buiten komen,
dingen tegen het gebruik ervan. Een nieuwe poging deed
wil je de elektriciteit kunnen gebruiken. Om dit te bereiken,
Kelder met nikkelmangaanoxide en uiteindelijk is hij
moet er een tegenwicht aan lading meebewegen, positieve
uitgekomen op een combinatie van 20 procent nikkel,
deeltjes ofwel ionen, door de batterij heen. In vaktermen:
75 procent mangaan en vijf procent magnesium. Om de
de lading wordt gecompenseerd door het ionentransport.
batterij verder te stabiliseren gebruikte Kelder geen
Zo krijg je elektriciteit uit een batterij. Normaal gesproken
lithiumplaat meer maar een lithiumtitaanoxide.
vindt het transport van de ionen plaats door vloeibare elektrolyten. Maar doe je dit met kristallijnen elektrolyten, dus vaste stoffen, dan kun je de batterijen ook inzetten in
Toekomstig center of excellence
een omgeving waar temperaturen van meer dan zeventig graden Celsius heersen.”
Het oorspronkelijke STW-project leverde een octrooi op, in de vervolgstudies heeft Shell mede de kennis verworven. Op dit moment is het afwachten wat er met de bevindingen
Herlaadbare systemen voor remote sensing
gaat gebeuren. Het maken van de batterijen is mogelijk, maar het is nog niet te zeggen of het een succes wordt,
Het materiaal dat als tegenhanger van lithium dient, kan
omdat zij nog niet in productie, laat staan in gebruik zijn
van verschillende samenstelling zijn. “Wij hebben het eerst
genomen. Er moet zich nog een bedrijf aandienen dat
geprobeerd met lithiummangaanoxide en later met lithium-
dit ook wil gaan doen. Shell voert besprekingen met een
kobaltoxide”, zegt Kelder. “De bedoeling was zoveel
bedrijf om de kennis over te dragen, maar prefereert dit
mogelijk ionen opslaan in een van deze twee om een hoge
te doen op voorwaarde dat TU Delft en eventueel een
energiedichtheid in zowel volume als gewicht te krijgen.
Australische universiteit, die ook aan de onderzoeken heeft
97
98
| DST.4854
utilisatierapport 2004
| DST.4854
meegewerkt, als centers of excellence aan de ontwikkeling van de batterijen blijven werken. Beide groepen hebben namelijk cruciale kennis gegenereerd ten behoeve van het ‘Intellectuele eigendom’. Of het er van gaat komen, is een dubbeltje op zijn kant.
Zelfreflectie
Kelder is vol lof over Shell als ‘facilitator’ van al het onderzoek dat is verricht naar de kleine lithiumbatterij. “Op papier hadden we bij het STW-project een gebruikerscommissie samengesteld en in het begin heeft DSM ook actief meegedaan aan het onderzoek”, zegt Kelder. “Al snel bleek dat vooral Shell geïnteresseerd was in de ontwikkelingen. Ook nadat het STW-project was afgelopen, konden we steeds bij Shell terecht met verzoeken om nieuwe financieringen. We kregen geen pot met geld om maar te doen wat ons inviel, maar elke keer moesten we verantwoorden waar de middelen voor nodig zouden zijn. Was die verantwoording in orde, dan kwam er geld beschikbaar. In totaal heeft Shell ongeveer 300.000 euro geïnvesteerd in het project. Daarnaast heeft het bedrijf een anorganisch chemicus, Frans Ooms, via Yaught bij ons gedetacheerd. Hij werkt al ruim anderhalf jaar mee aan het onderzoek, betaald door Shell. Deze manier van werken was voor ons nuttig omdat het ons dwong tot zelfreflectie. Enerzijds genereus, anderzijds kritisch op de bestedingen. Het heeft ons dan ook heel ver gebracht in het onderzoek naar een zo klein mogelijke lithiumbatterij. Zoals het er naar uitziet, kunnen we nog wel een aantal jaren door gaan om de resultaten verder te perfectioneren.”
99
100
utilisatierapport 2004
EST.4439
BAA projectleider
Polymers and polymeric construction materials through reversible, self-complementary multiple hydrogen-bonding
Prof.dr. E.W. Meijer
totale toewijzing in k1
ETN.4448
CCC
Moisture and ion transport in porous building materials
projectleider
Prof.dr.ir. K. Kopinga totale toewijzing in k 1 518,43 contracten Samenwerking onderzoek: TNO Bouw; Technische Universiteit Eindhoven; STW
223,93
doelstelling Het vormen van thermoplastische elastomeren op basis van
doelstelling De verdere ontwikkeling van het op kernspin-resonantie (NMR)
reversible waterstofbruggen in goed gedefinieerde harde segmenten.
gebaseerde meetsysteem uit project ETN.3400, om vochthuishouding en opgeloste stoffen in poreuze materialen te bepalen: baksteen, kalkzandsteen, gips en mortel. Deze hebben veel invloed op de duurzaamheid, c.q. het gedrag bij vorst-/dooicycli, zoutuitslag en schimmelvorming. Bij klei en slib is inzicht in de vochthuishouding essentieel voor de optimalisatie van het droog- en ontwateringsproces.
resultaat na 5 jaar Nieuwe thermoplastisch elastomeren met goed gedefinieerde harde segmenten zijn ontwikkeld. Deze materialen hebben exceptionele mechanische eigenschappen en kunnen in de harde fase specifiek complementaire gastmoleculen binden. gebruiker(s) Magellan M5 BV, Arnhem / DSM Research, Geleen / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
resultaat na 5 jaar De resultaten zijn ingebracht in een drietal EU-projecten, die
allemaal gerelateerd zijn aan het voorkomen en behandelen van zoutschade. Deze projecten worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met TNO Bouw: ASSET, COMPASS en SALTCONTROL. Utilisatie hiervan verloopt via rapporten met richtlijnen en aanbevelingen. De bij de TU Eindhoven ontwikkelde NMR infrastructuur wordt in samenwerking met TNO Bouw ingezet voor toepassingsgericht onderzoek – in opdracht van derden – naar het proces van opname, afgifte, migratie en faseovergangen van vloeistoffen en daarin opgeloste stoffen in bouw- en afwerkmaterialen in relatie tot de duurzaamheid daarvan. gebruiker(s) Stichting Technisch Centrum voor de Keramische Industrie, De Steeg / TNO Bouw, Delft / VNK (Vereniging Nederlands Kalkzansteen, Hilversum / KEMA Nederland BV, Arnhem / Shell SIEP BV, Rijswijk
EWI.4536
Strong authentication methods
ABA projectleider
E E L.4614
Elektronisch geleide voertuigen
CB C Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg
totale toewijzing in k1
281,41
projectleider
Prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch totale toewijzing in k1 161,80 contracOverdracht: STW; Frog Navigation Systems BV; Geheimhouding: Advanced Public Transport Systems(APTS) inkomsten in k1 83,93 ten
doelstelling Het verbeteren en versnellen van methoden om vast te stellen
doelstelling Doel was een meet- en regelsysteem te ontwikkelen voor het
dat een bericht afkomstig is van de juiste verzender en dat een bericht onderweg niet veranderd is. Toepassingen in de financiële wereld en bij dataverkeer over het internet.
automatisch besturen van een dubbelgelede autobus met een nauwkeurigheid van meer dan tien cm langs een voorafgedefinieerd traject. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot voor Frog en APTS waardevolle
resultaat na 5 jaar Twee nieuwe families van priemgetallen zijn gevonden.
Aanwijzingen zijn gegeven voor een veiliger toepassing van het McEliece cryptosysteem. Het genereren van pseudorandom getallen voor sleutelgeneratie is verbeterd. Aangetoond is dat digitale handtekeningen gezet volgens het Alabaddi and Wicker schema niet veilig zijn. Een versnelling is bereikt van XTR en een aanverwant cryptosysteem. Zodra XTR serieus geïmplementeerd wordt, zullen de ontwikkelde algoritmes daar zeker een rol in spelen. Een bepaalde variant van elliptische krommen is versneld. Elliptische krommen worden op grote schaal toegepast, bijvoorbeeld in smartcards. Toepassing van deze resultaten verloopt via publicaties en kan pas op de langere termijn verwacht worden. gebruiker(s) De Nederlandsche Bank NV, Amsterdam / AIVD-NBV, Leidschendam / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Den Haag / Nationaal Chipcard Platform, Leidschendam / Interpay Nederland BV, Utrecht / VP Crypto & Embedded Security SafeNet BV, Vught / Philips Semiconductors, Eindhoven
achtergrondkennis van het meet- en regelsysteem. De laterale fouten konden gereduceerd worden. Enkele uitvoeringsvormen zijn geanalyseerd en middels simulaties uitvoerig getest. De robuustheid kon echter niet voor alle mogelijke condities bewezen worden. De werking van het systeem werd aangetoond met een prototype van de Phileas bus die tussen Eindhoven en Veldhoven wordt ingezet (zie ook het interview op pagina 99). gebruiker(s) Advanced Public Transport Systems(APTS), Helmond / TNO-WT, Delft / Frog Navigation Systems BV, Utrecht / Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rotterdam
PROF.DR.IR. PAUL VAN DEN BOSCH:
“Hoe houd je een ‘bustram’ in zijn baan?” project: EEL.4614
102
utilisatierapport 2004
| EEL.4614
Vanaf zomer 2004 rijdt tussen Eindhoven Centrum,
tien keer duurder dan een bus. Het mooiste is dan ook
Eindhoven Airport en Veldhoven City de Phileas.
het beste van beide: de capaciteit van een tram tegen de
Phileas is een twintig meter lang voertuig dat circa twee
kosten van een bus. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling
honderd mensen kan vervoeren. De Phileas combineert
van de Phileas. “Een van de voordelen van een tram is
de positieve eigenschappen van bus en tram in één voer-
dat hij een kleine baan nodig heeft om te kunnen rijden.
tuig. Daarmee komt de visie van geestelijk vader Antoon
De Phileas is dan ook een smal voertuig, maar wel met
Verleg uit. Voor prof.dr.ir. Paul van den Bosch was het
een lengte van twintig meter. Omdat het verder een bus
niet zozeer een droom, als wel een zeer geslaagd STW-
is, hoef je voor de Phileas geen dure infrastructuur met
project, waarmee hij sinds 1995 een bijdrage leverde aan
ijzeren banen en bovenleiding aan te leggen. Wil je echter
de realisering van deze droom van Verleg.
een zo lang voertuig bochten laten maken zonder veel ruimte in te nemen, dan moet je de besturing van de acht
Van den Bosch leidt aan de Technische Universiteit
wielen op een andere manier organiseren. Daaraan hebben
Eindhoven aan de faculteit Elektrotechniek de vakgroep
wij een bijdrage kunnen leveren”, vertelt Van den Bosch,
Meten en Regelen. In 1995 vroeg Verleg hem mee te
die zich door de technisch uitdagende visie heeft laten
denken over de Phileas. “In het openbaar vervoer gaat
overhalen mee te werken, ondanks zijn oorspronkelijke
het om de meest efficiënte manier om grote en minder
scepsis over de economische haalbaarheid.
grote hoeveelheden mensen over relatief grote afstanden te verplaatsen. Voor het transport tussen de grote steden
“We hadden dus te maken met een lang, dubbel-geleed
in Nederland is de trein daarin veruit de beste oplossing.
voertuig, met acht wielen, die allemaal meesturen om
De hogesnelheidstrein is voor de langere afstand het
weinig ruimte op de weg in te nemen en op centimeters
allerbeste, hoewel er competitie komt vanuit de luchtvaart
nauwkeurig langs een perron te stoppen. De chauffeur
door lagere tarieven. Van centrum naar centrum in
kan deze wielen onmogelijk met zijn stuur allemaal zelf
Nederland is de intercity vrijwel onverslaanbaar. Het is
besturen. Zeker niet wanneer je bedenkt dat hij tachtig
het enige onderdeel van de NS dat winst maakt. Binnen
kilometer per uur rijdt, last van zijwind heeft, hellingen
grote steden als Amsterdam en Rotterdam is de metro de
moet nemen en met allerlei andere externe factoren
beste oplossing in termen van hoeveelheden te vervoeren
rekening moet houden. Wil je de Phileas dus in zijn
mensen en daaraan verbonden kosten. Naarmate de
baan houden, zul je de besturing van de wielen moeten
hoeveelheden te vervoeren mensen kleiner wordt, komt
automatiseren”, legt Van den Bosch uit. “Bevindt de
de tram er beter uit. Wordt de verkeersstroom nog geringer,
Phileas zich niet op een vaste baan, dan kun je de
dan pas komt de bus in beeld. Overigens is het bij kosten-
achterste zes wielen vastzetten. Sturen kan dan gewoon
efficiency in het openbaar nog altijd zo dat we rekening
met de voorwielen. Het nadeel is echter dat je dan in
houden met het gegeven dat de overheid de helft van de
bochten wel veel ruimte in beslag neemt.”
kosten betaalt”, aldus Van den Bosch. ‘Magic’ Beste van beide
“In feite hebben we onze kennis hier en daar wat moeten Het zoeken naar de mogelijkheid tegen lagere kosten grote
kneden om het probleem te kunnen oplossen. Vooral
hoeveelheden mensen te vervoeren, is de inspiratiebron
de werking van een autoband heeft ons heel wat hoofd-
voor de ontwikkeling van de Phileas geweest. Een tram is
brekens gekost. De vraag was welke krachten op een band
| E EL.4614
inwerken als je eenmaal gaat sturen. Uiteindelijk hebben
om op gelijkwaardig niveau met de collega’s uit dat vak-
we collega’s van de TU Delft geraadpleegd. Deze kwamen
gebied te kunnen discussiëren. Pas als we hun probleem
met een ‘magic’, maar bruikbare formule. Met behulp
echt begrijpen, kunnen we met onze kennis een bijdrage
hiervan hebben we modellen en wiskundige vergelijkingen
leveren.”
kunnen maken om het gedrag te bepalen. Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met tests aan de prototypen.
Door op deze manier te werken is Van den Bosch erin
Extra probleem vormde de vraag hoe je kunt weten waar
geslaagd zijn vakgroep voor meer dan vijftig procent te
de bus zich ten opzichte van de weg bevindt. Hiervoor
financieren uit andere dan universiteitsbronnen. STW heeft
hebben we mede een meetsysteem ontwikkeld waarmee
wat hem betreft een streepje voor. “Bij STW begrijpt men
we voor alle wielen kunnen bepalen waar zij zich ten
dat je in onderzoek soms een risico moet durven nemen
opzichte van de weg bevinden. Het systeem werkt met
om verder te komen in de wetenschap. Men denkt mee en
sensoren en magneten. Met een onderlinge afstand van
helpt waar mogelijk. Dat is prettiger dan alleen een zak
enkele meters plaatsen we een magneet in het wegdek.
met geld binnenhalen voor een onderzoek”, vindt hij.
Daarmee is de aan te leggen infrastructuur veel goedkoper dan die van een tram. Al met al hebben we dus eerst een model ontworpen, vervolgens metingen gedaan en een regelaar gemaakt.”
Hoog abstractieniveau
“Al dat werk is grotendeels door promovendus Dik de Bruin verricht. Hij heeft uitstekend werk verricht en is er bovendien in geslaagd binnen de gestelde termijn van vier jaar zijn onderzoek af te ronden. Dat heeft hem nog een bonus van STW opgeleverd, die inmiddels helaas is afgeschaft”, zegt Van den Bosch. “Al zijn inspanningen zijn uiteindelijk terug te vinden in een paar regels software, dat is wel grappig aan ons werk. Je werkt aan een model en moet daarover heel veel overleggen. Wij zijn tenslotte geen specialist van deze voertuigen. Het abstractieniveau van ons werk is van dien aard dat wij met dezelfde modellen een bijdrage kunnen leveren aan onderzoek in de biomedische wetenschappen en in de automobielindustrie. Zo rekenen we aan de vraag hoe vet wordt getransporteerd naar de energiecentrale van het hart en hebben we voor Ford een manier gevonden om overschotten aan energie op te slaan in een accu waardoor een auto enkele procenten zuiniger gaat rijden. Ook op dit terrein moeten we heel veel tijd en energie steken in het betreffende vakgebied
103
104
utilisatierapport 2004
| Instelling
FAM.4689
F_
ABA
FOM instituten
Ultrafast infrared imaging camera
projectleider
Prof.dr. W.J. van der Zande totale toewijzing in k1 246,43 contracten Licentie: Licentec; AMOLF; STW octrooien PCT.N L00/00254 Infraroodkleurencamera inkomsten in k1 16,34
doelstelling Ver-infrarood straling is onzichtbaar, niet-destructief en wordt als
warmtestraling uitgezonden. Bovendien kan deze straling door veel materiaal heengaan, zodat verborgen objecten en verborgen schade waarneembaar worden. Detectie van deze straling is lastig omdat het zo laag energetisch is. Atomen kunnen als detector fungeren mits deze door een onafhankelijke laser opgepompt worden in aangeslagen, zogenoemde Rydberg, toestanden. Het doel van dit onderzoek was het bepalen van de gevoeligheid en toepassingsgebied van een ver-infrarood Rydberg camera. resultaat na 5 jaar Nadat duidelijk werd dat de Rydberg atomen als fotondetector
gevoeliger zijn naarmate de straling dieper in het ver infrarood ligt, zijn berekeningen uitgevoerd om af te schatten waar een praktisch instrument gebaseerd op Rydberg atomen competitief wordt ten opzichte van commerciële detectoren. De gevoeligheid is geillustreerd middels een contactprint van ultrakorte (10-12 s) breedbandige ver-infraroodpulsen die structuren van ongeveer 1 mm kunnen onderscheiden. In dit lopende project is het proces van interactie van straling met Rydbergatomen een belangrijk onderdeel; van ultrakorte pulsen tot lange zeer smal-bandige pulsen. gebruiker(s) Licentec, Bilthoven / SRON, Utrecht / Applied Laser Technology BV,
Best
| Instelling
GG N.4399
G _ rijksuniversiteit
B CB
groningen
projectleider
Posterior Corneal Transplantation
Prof.dr. G. van Rij
totale toewijzing in k1
132,77
doelstelling In dit onderzoek is een methode bestudeerd voor hoornvlies-
transplantaties. Bij deze methode wordt via een sneetje in het hoornvlies een snij-instrument naar de achterkant van het hoornvlies gebracht om aldaar het aangetaste hoornvlies te verwijderen zonder dat het hoornvlies geperforeerd wordt. Er wordt een circulair laagje weg gesneden. Langs de zelfde weg wordt het donorvliesje aangebracht. De inwendige oogdruk houdt dit vliesje op zijn plaats. Hechtingen zijn niet nodig. De nazorg is veel minder bij deze ‘posterieure hoornvliestransplantatie’. In dit project werd de methode getest, verder ontwikkeld en geschikt instrumentarium ontworpen. resultaat na 5 jaar De operatietechniek en het gereedschap hebben zich na
het project weer verder geëvolueerd. De resultaten van het project hebben daarvoor de achtergrondkennis geleverd. Er worden thans cursussen gegeven in het toepassen van de methode, waarvoor wereldwijde belangstelling is. De onderzoeker heeft zijn eigen opleidingsinstituut opgericht (Instituut voor Innovatieve Oog Chirurgie, NIIOC) dat bezocht wordt door cursisten uit de hele wereld. Binnenkort worden de patiënten die drie en vijf jaar geleden behandeld zijn geëvalueerd. gebruiker(s) D.O.R.C. BV, Zuidland / Oogziekenhuis, Rotterdam
105
projecten 1998
G FA.4453
B BA projectleider
Koppeling van vaste-fase (micro-)extractie met gaschromatografie en massaspectrometrie voor profilering en screening van biologische monsters in de farmacie en toxicologie
P r o f . d r. R . J . Vo n k t o t a l e t o e w i j z i n g i n k 1 3 97, 5 5 o c t r o o i e n PCT.N L01/00569 Preparaat voor het bepalen van de lactase-activiteit
doelstelling Het ontwikkelen van nieuwe analysesystemen voor profilering en
doelstelling Als vetvervangers kunnen complexe koolhydraten (zetmeel en
screening van biologische monsters in de farmacie en de toxicologie. Hierbij is getracht monstervoorbereiding vaste-fase extractie (SPE) en vaste-fase microextractie (SPME) efficiënt on-line te combineren met de meetstap: gaschromatografie (GC) en massaspectroscopie (MS).
voedingsvezels) een belangrijke rol spelen. Hoe het lichaam omgaat met deze complexe koolhydraten is onvoldoende bekend. Er zijn twee hoofdprocessen te onderscheiden, namelijk digestie (vertering in de dunne darm) en fermentatie (afbraak in de dikke darm tot korte keten vetzuren). In dit project is getracht de beide hoofdprocessen nader te karakteriseren. Hierbij is gebruik gemaakt van een nieuwe methodologie: isotoop ratio massaspectrometrie.
242,72
inkomsten in k 1
BAA
Karakterisering van complexe koolhydraten in de voeding; onderzoek van digestie en fermentatie
31,77
Prof.dr. G.J. de Jong
totale toewijzing in k 1
GG N.4487
resultaat na 5 jaar Het doel is bereikt. Er is een bijdrage geleverd aan de ontwik-
keling van snelle en geautomatiseerde systemen voor ‘high-throughput’ analyse van biologische monsters. De systemen berusten op de integratie van monstervoorbereiding, scheiding en/of detectie. Dat geeft nieuwe mogelijkheden voor de apparatuur van de in de gebruikerscommissie participerende firma’s, te weten Spark (cartridge wisselaar voor SPE) en Atas (PVT-GC). Een nieuwe unit is gemaakt die high-througput analyse ook bij SPME mogelijk maakt. Directe injectie van monsters en analysetijden van enkele minuten maken de dagelijkse analyse van grote series biologische monsters nu mogelijk. gebruiker(s) TNO Voeding, Zeist / Spark Holland BV, Emmen / Thiemann
Arzneimittel GmbH, Waltrop / ATAS International BV, Veldhoven / Xendo Laboratories BV, Groningen / Pharma Bio-Research Group BV, Zuidlaren / Varian Chrompack International BV, Middelburg / NV Organon, Oss
GWN.4561
ABA projectleider
Ultra-soft magnetic films for high-frequency inductors
Prof.dr. D.O. Boerma
totale toewijzing in k 1
608,21
projectleider
resultaat na 5 jaar De digestie van complexe koolhydraten is in vrijwilligers
bestudeerd. Vastgesteld is dat de aard van het zetmeel bepalend is voor de glycemische respons. Dit kan vertraagd worden door toevoeging van verbindingen die de vertering remmen. De invloed van verschillende vetzuren op de samenstelling van de microflora in de dikke darm, en fermentatieprofielen zijn nog in onderzoek. Het onderzoek is ondergebracht in het EU/EUROSTARCH project. Er is een wederzijdse uitwisseling van resultaten en materialen met participant LU. Het project levert voor UW veel achtergrondkennis op over langzaam verterende koolhydraten. Het octrooi is bij gebrek aan belangstelling niet doorgezet. gebruiker(s) LU General Biscuits Nederland BV, Breda
G B I.4804
BBB inkomsten in k 1
projectleider
Long-term effects of human disturbance on waders feeding on intertidal flats: the use of telemetry and cage experiments
Prof.dr. R.H. Drent totale toewijzing in k1 696,69 inkomsten in k1 19,00
contracten
Bijdrage:
18,15
Alterra BV
doelstelling In dit project werd een nieuwe technologie ontwikkeld waarmee
doelstelling Om te bepalen of er door het beleid of door terreinbeherende
extreem zwak-magnetische dunne lagen (films) kunnen worden gemaakt die kunnen worden gebruikt in hoge-frequentie toepassingen (> 100 MHz). Zwak-magnetische films worden veelvuldig toegepast in vermogensomzetters van bijvoorbeeld mobiele telefoons, palmtop computers en organizers. Verder worden deze materialen gebruikt als hoog-frequente veld-versterkingscomponenten in bijvoorbeeld de lees- en schrijfkoppen van computergeheugens.
instanties moet worden opgetreden tegen verstoring van voedselzoekende wadvogels is het noodzakelijk te weten of de verstoring negatieve gevolgen heeft voor de overlevingskansen en/of de voortplanting van de verstoorde dieren. Doel was de lange-termijn gevolgen te onderzoeken van verstoring op de fitness van voedselzoekende wadvogels. De scholekster diende als modelsoort.
resultaat na 5 jaar Het project heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe
methode waarmee extreem zwak-magnetische lagen voor GHz-toepassingen gemaakt kunnen worden. De eigenschappen van deze lagen zijn de beste die ooit gerealiseerd zijn. Er is diepgaand inzicht verkregen in de vraag waarom deze lagen zo goed zijn en hoe ze mogelijk nog verder verbeterd kunnen worden. Concrete toepassing van de nieuwe technologie is er nog niet, omdat Philips haar onderzoek naar nieuwe magnetische materialen vrijwel heeft gestaakt. gebruiker(s) Hauzer Techno Coating BV, Venlo / Philips Research Laboratories,
Eindhoven
resultaat na 5 jaar De experimenten hebben lange-termijn effecten van verstoring
aannemelijk gemaakt en daarmee de noodzaak voor beleidsmaatregelen. Er is een conditiemaat ontwikkeld die eenvoudig bepaald kan worden door het nemen van een bloedmonster. De meest extreme vorm van verstoring is het permanent verwijderen van de voedselbron, zoals gebeurt door de kokkelvisserij. Scholeksters in gebieden die gesloten zijn voor de kokkelvisserij hebben een duidelijk betere conditie en daaraan gekoppelde overlevingskans. Dit jaar moet de regering over de toekomst van de kokkelvisserij. Bevindingen uit dit project zullen daarin een belangrijke rol spelen. gebruiker(s) NAM, Assen / Waddenvereniging, Harlingen / Koninklijke Luchtmacht, Den Haag / National Environment Research Council, Exeter (Groot Brittannië) / Vogelbescherming Nederland, Zeist / Ministerie van LNV, Groningen / Institut für Vogelforschung, Wilhemshafen (Duitsland)/ Stuurgroep Waddenprovincies, Leeuwarden / Vereniging Natuurmonumenten, ‘s Gravenland / RIKZ, Haren
DR. GERRIT MELLES:
“Vereenvoudigde hoornvliestransplantatie spaart geld, tijd en ... hoornvlies” project: GGN.4399
| GG N.4399
Waarom zou je een muur slopen en opnieuw bouwen als
een chirurg het endotheel selectief kan verwijderen. Dat
je hem eigenlijk alleen maar wilde behangen? Dat is zo
schrapertje bestaat uit een klein scherp afgerond element
ongeveer het uitgangspunt geweest bij het onderzoek van
op een handvat. Vervolgens kan hij het donormateriaal als
dr. Gerrit Melles toen hij zich boog over de vraag waarom
een tapijtje in het hoornvlies uitrollen. Daarmee blijft het
bij hoornvliestransplantaties de hele laag van meer dan
grootste deel van het hoornvlies behouden. Het verlies
550 micrometer wordt verwijderd terwijl de oorzaak voor
aan gezichtsvermogen is nihil en de nabehandeling is
het zieke hoornvlies zich vrijwel altijd in een laagje van
aanzienlijk korter”, aldus Melles. “In het algemeen geldt bij
vijf micrometer dik bevindt.
chirurgische ingrepen dat hoe minder je doet, des te beter het is. Dat is bij deze techniek zeker het geval gebleken.”
Melles is directeur van het Netherlands Institute for Innovative Ocular Surgery in Rotterdam. Dit is gespeciali-
In 1998 is de eerste patiënt volgens de nieuwe techniek
seerd in het ontwikkelen van oogoperaties en alles wat
van het Netherlands Insititute for Innovative Ocular
hiermee te maken heeft. Deze ontwikkelingen kunnen
Surgery geopereerd. Sindsdien is een dertigtal gevolgd.
variëren van kleurstoffen voor het oog, waardoor tijdens
“Na de eerste operatie weet je eigenlijk al of het werkt”,
een operaties essentiele structuren van het oog beter
zegt Melles, “In de daaropvolgende jaren hebben we
kunnen worden onderscheiden, tot het aanbrengen van
gewerkt aan een verdere verfijning van het instrumentarium.
een ‘eye jewel’, waarmee het instituut de headlines bij
De ontwikkeling heeft plaatsgevonden met het bedrijf
CNN News haalde.
DORC International in Zuidland (ZH) dat een hele reeks van prototypes heeft gemaakt. Momenteel worden door
“Op het gebied van de hoornvliestransplantatie heeft de
DORC verschillende sets voor dit soort hoornvliestrans-
wereld de afgelopen decennia wat stilgestaan. Sinds de
plantaties wereldwijd commercieel aangeboden aan
jaren dertig zijn hoornvliestransplantaties op vrijwel iden-
hoornvlieschirurgen.”
tieke wijze uitgevoerd. Je plaatst een soort appelboortje op het hoornvlies, verwijdert het en hecht donorhoornvlies in. De patiënt ziet uiteindelijk vaak veel minder goed
Laser versus schraper
dan gewenst omdat het hoornvlies toch een tik heeft opgelopen. Verder moeten hechtingen ongeveer een jaar
De oplossing van Melles is goedkoop en heel praktisch,
blijven zitten om het nieuwe hoornvlies op zijn plaats te
zeker in verhouding tot de lasertechniek die in de
houden. Het aantal nabehandelingen en controles is groot.
Verenigde Staten ook wel wordt toegepast. Melles: “Voor
Tenslotte verloopt de wondgenezing traag. De bijwerkingen
de STW-ondersteuning ben ik zeer dankbaar maar een
zijn met andere woorden allesbehalve plezierig.”
groot probleem in Nederland is dat wetenschappelijke doorbraken verder niet of nauwelijks worden ondersteund door de overheid en de academische wereld. In de VS
Schrapertje
ligt dit anders: op basis van ons chirurgische concept werd daar laserapparatuur ontwikkeld waarmee je het zieke
Met het STW-project dat Melles via de Rijksuniversiteit
deel het hoornvlies kunt verwijderen. Een typisch voor-
Groningen aanvroeg, wilde hij een betere techniek ontwik-
beeld van een Nederlands idee waarvan de commerciële
kelen. “In veel gevallen is alleen het binnenste laagje van
opbrengsten grotendeels worden binnengehaald in de VS.
het hoornvlies, het zogenaamde endotheel, aangedaan.
Het concept is daar een groot succes ondanks het feit dat
Daarom hebben we een schrapertje ontwikkeld waarmee
de laser een minder goed resultaat geeft. In Nederland
107
108
| GGN.4399
zal een ziekenhuis de laser niet willen aanschaffen omdat de aantallen patienten te klein zijn. In ons land vinden per jaar ongeveer 800 hoornvliestransplantaties plaats terwijl het apparaat $ 400.000,— kost en daar komt per behandeling ongeveer $ 150,— bij. Hoeveel het instrumentarium van DORC International kost weet ik niet, maar het laat zich raden dat een schrapertje beduidend goedkoper zal zijn.”
utilisatierapport 2004
109
projecten 1998
| Instelling
LG N.4503
L_
B CB
universiteit leiden
projectleider
Application of a fuzzy neural network to medical imaging segmentation
Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber
totale toewijzing in k1
222,42
doelstelling Om redenen van subjectiviteit, tijd, variaties in en tussen onder-
zoekers wordt er alom gezocht naar automatische countourbepaling (dat wil zeggen het omtrekken van holtes in organen). In dit project is gekozen voor de toepassing van fuzzy neurale netwerken. De netwerken zullen getraind worden met MRI datasets en geïntegreerd worden in het commercieel verkrijgbare MASS pakket. Verwacht wordt dat de methode toe te passen zal zijn op cardiovasculaire beelden (IVUS) en röntgen-angiografie. resultaat na 5 jaar Gedurende de projectperiode zijn 120 MRI data sets verzameld.
De hiermee verkregen contouren zijn gebruikt als trainingsets en testsets voor de neurofuzzy segmentatiemethoden. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een virtueel countour-drawing robotje voor de automatische contourdetectie van het linker hartventrikel. Thans wordt de techniek geschikt gemaakt voor toepassing in bijvoorbeeld CT scans. De technologie zal aan Medis worden overgedragen. gebruiker(s) Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden
LWN.4527
B BA projectleider
Towards a pulsed electron paramagnetic resonance spectrometer operating at 300 GHz
Prof.dr. J.W. Kijne totale toewijzing in k1 491,21 contracten Geheimhouding: Vitro Laboratorium Zuidgeest; Keygene NV; Stichting Bedrijfslaboratorium voor; Syngenta; Nunhems Zaden BV
doelstelling Het ontwikkelen van een gepulste Electron Paramagnetische
doelstelling Weefselkweek is een belangrijke vermeerderingstechniek voor
Resonante (EPR) spectrometer die werkt bij 300 GHz. Met het tot stand komen van een dergelijke spectrometer wordt EPR-spectroscopie mogelijk gemaakt bij de hoogste frequentie die met supergeleidende magneten bereikt kan worden.
sommige economisch belangrijke gewassen. Wortelvorming blijkt bij weefselkweek soms een beperkende factor. De recente ontdekking van stoffen die regeneratie en wortelvorming bevorderen kan perspectief bieden om plantvermeerdering van gewassen als Gerbera, St. Paulia, tabak, lotus en Arabidopsis te vergemakkelijken.
684,92
inkomsten in k 1
AAA
Stimulation of plant regeneration by novel signal molecules
197,40
Prof.dr. J. Schmidt
totale toewijzing in k 1
LB I.4572
projectleider
resultaat na 5 jaar De 300 GHz gepulste spectrometer die in dit project tot stand
is gekomen werkt voortreffelijk en overtreft de verwachtingen wat betreft spectrale vergelijking, tijdsresolutie en gevoeligheid. Eén van de bedrijven uit de gebruikerscommissie overweegt een prototype van een commerciële spectrometer te bouwen. gebruiker(s) Bruker Analytik GmbH, Rheinstetten (Duitsland) / Agfa-Gevaert NV, Mortsel (België) / Unilever Research, Vlaardingen
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot belangrijke fundamentele
inzichten en een modelsysteem voor het regeneratieproces. Lipochitineoligosacchariden en uridinederivaten blijken in het regenerartieproces verschillende effecten teweeg te brengen. Perspectief voor de praktijk is aanwezig maar gebruikers achten de resultaten nog te risicovol. Door bezuiniging zal de onderzoekslijn aan de universiteit worden gestopt. gebruiker(s) Vitro Laboratorium Zuidgeest, Maasdijk / Stichting Bedrijfslaboratorium voor, Roelofarendsveen / Syngenta, Research Triangle Park / Keygene NV, Wageningen / Nunhems Zaden BV, Haelen / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Terra Nigra BV, De Kwakel
110
utilisatierapport 2004
LCH.4604
BAA projectleider
A combinatorial chemistry approach towards the preparation of potential trisubstrate inhibitors of alpha(1-3)fucosyltransferases
Prof.dr. J.H. van Boom
totale toewijzing in k1
174,66
inkomsten in k1
LCH.4779
AAB projectleider
Novel strategies for tissue-specific delivery of oligonucleotides with therapeutic activity
Dr. G.A. van der Marel
totale toewijzing in k1
443,08
17,50
doelstelling Fucosyltransferase remmers worden wereldwijd beschouwd als
doelstelling De antisense therapie wordt algemeen beschouwd als een nieuwe
potentiële nieuwe therapeutische middelen tegen verschillende acute (bijvoorbeeld trombose) en chronische (bijvoorbeeld reuma) aandoeningen. Ondanks intensief onderzoek is een effectieve en selectieve remmer niet in zicht. Een mogelijke oplossing van dit probleem is een combinatoriële synthese van een grote groep van verbindingen die vervolgens getest worden op hun remmende werking. Het voorstel was gericht op de ontwikkeling van een methodologie om grote aantallen neoglycoconjugaten te bereiden als potentiële fucosyltransferase remmers.
benadering om verschillende ziekten op genetische niveau te behandelen. Om een effectieve therapie te verkrijgen tegen verschillende aandoeningen als virusziekten en kanker, dienen een aantal aspecten van de antisense benadering te worden verbeterd. Het project had tot doel tekortkomingen van antisense probes te verbeteren.
resultaat na 5 jaar Het wetenschappelijke doel van het project is gehaald. Er zijn procedures ontwikkeld waarmee verschillende bibliotheken van structureel complexe glycoconjugaten zijn bereid. Deze procedures kunnen door de gebruikers worden toegepast. Testen van deze bibliotheken op biologische activiteit hebben in de assays van Organon geen farmacologisch relevante remmer opgeleverd. In samenwerking met Prof. Spaink (Universiteit Leiden) is de remmende werking van een aantal verbindingen tevens onderzocht op het bacteriële enzym NodZ. Een artikel is in voorbereiding.
resultaat na 5 jaar Het project was erop gericht om fundamentele kennis te
verkrijgen over het sturen van antisense probes naar een specifiek celtype en de concentratie van de antisense probe in het beoogde celcompartiment te verhogen. De doelstelling is gerealiseerd en heeft acht publicaties opgeleverd. De samenwerking tussen de BIOSYN werkgroep en het departement van Biopharmaceutische wetenschappen wordt gecontinueerd en heeft geresulteerd in het verkrijgen van een nieuw STW-project. Op basis van het project is een samenwerking tot stand gekomen met Prof. Van der Geest (KU Leuven, België) en contacten met Guerbet (‘imaging technology’) en met Yamanouchi Europa (ondersteuner STW-project). gebruiker(s) Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / NV Organon, Oss
gebruiker(s) NV Organon, Oss
| Instelling
NG N.4372
N _ katholieke universiteit
B CA
nijmegen
projectleider
Peroperatieve monitoring van de anesthesische effecten op basis van nieuwe variabelen uit de chaostheorie
Prof.dr. A.M.L. Coenen 43,11
totale toewijzing in k1
220,68
inkomsten in k1
doelstelling Het doel was onderzoeken of de correlatiedimensie, een grootheid
uit de chaostheorie, van het EEG vastgesteld kan worden en of deze grootheid gebruikt kan worden als objectieve maatstaf voor de diepte van anaesthesie. resultaat na 5 jaar De correlatiedimensie correleert wonderwel met de subjectieve
OASA-schaal, de gouden standaard voor de anesthesiediepte. De uit het project voortgekomen software, ‘CORDIMANES’, wordt nu gebruikt in samenwerking met: UMC St. Radboud te Nijmegen, waarbij de dynamische aspecten van de techniek onderzocht worden tijdens een operatie; de Universiteit van Amsterdam, ter bepaling van de diepte van slaap; het Roslin Institute te Edinburgh (Schotland), voor het volgen van het dodingsproces bij dieren; het Institute for Higher Nervous Activity and Neurophysiology van de Russische Academie van Wetenschappen, bij onderzoek in relatie tot epilepsie. Concrete interesse voor toepassing van de correlatiedimensie is er van het bedrijf Dräger te Best. gebruiker(s) Epilepsiecentrum Kempenhaeghe, Heeze / Vitatron Medical BV, Dieren / AZ Nijmegen St. Radboud, Nijmegen / Dräger Medical BV, Best
111
projecten 1998
NWI.4411
B CA projectleider
Een software-ontwikkelomgeving voor intrinsiek veilige gedistribueerde systemen
Prof.dr.ir. M.J. Plasmeijer
totale toewijzing in k1
743,15
N MW.4457
Engineered bone
AAA projectleider
Prof.dr. J.A. Jansen
totale toewijzing in k1
388,32
doelstelling Voor intrinsiek veilige systemen als bewakingssystemen voor
doelstelling Doel van het project was een techniek te ontwikkelen voor het
waterhoogten of procesbewaking in de chemische en nucleaire industrie biedt het programmeren in een op wiskunde gebaseerde functionele programmeertaal voordelen, omdat er minder programmeerregels nodig zijn, die bovendien een vaste werking hebben. In dit project is de functionele programmeertaal CLEAN verder ontwikkeld.
groeien van voorgevormde stukken bot met een titanium vezelgaas als drager. Deze in vivo of in vitro gegroeide stukken bot moesten worden toegepast in de reconstructieve chirurgie.
resultaat na 5 jaar Gedurende het project is CLEAN versie 2 uitgebracht, die
dynamische typering kent, gebruik van bibliotheken en databases toelaat, een fusie algoritme bevat, generisch programmeren ondersteunt, en een geïntegreerde ontwikkelingsomgeving heeft. Als hulpmiddel is een theorem prover in CLEAN ontwikkeld. Het aantal downloads en betaalde licenties is tijdens het project toegenomen. Plannen voor een vervolgproject bij de industrie gingen op het laatste moment niet door. gebruiker(s) Ministerie van Defensie, Den Haag / Thales Nederland BV, Hengelo / Philips Business Electronics, Eindhoven / Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Delft / NLR, Amsterdam / ABZ Technology Services BV, Zeist
resultaat na 5 jaar Het doel is nog niet bereikt. De osteogene (bot inducerende)
expressie van geïsoleerde beenmergcellen is onderzocht. Aangetoond is dat deze cellen bij bot ‘engineering’ kunnen worden toegepast, maar de procedure levert nog geen consistente resultaten, zodat klinische toepassing nog ver weg ligt. Daarvoor is nog verder onderzoek noodzakelijk. Gebruik van groeifactoren verbetert weliswaar de uitkomsten, maar moet in hoge concentraties (zeer kostbaar) worden gebruikt. Gebruiker IsoTis heeft in de loop van het onderzoek, mede op basis van dit en ander onderzoek, de commerciële activiteiten van tissue-engineered botproducten vooralsnog stopgezet. Bekaert was leverancier van het gebruikte Ti-gaas. De productie daarvan is inmiddels verplaatst naar Bekaert Japan. Door het gebruik van groeihormonen zijn er ook contacten ontstaan met Yamanouchi/Genetics Institute. gebruiker(s) Biomaterials Research Group, Bilthoven / AMOLF, Amsterdam / Universitair Medisch Centrum Utrecht / ACTA / Vrije Universiteit, Amsterdam / Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp / UMC St. Radboud, Nijmegen
NG N.4480
ACA projectleider
Knowledge representation with neural networks
Dr. H.J. Kappen
totale toewijzing in k1
603,08
NG N.4484
CBA
Osteotransductief calcium-fosfaat (CaP) cement
projectleider
Prof.dr. J.A. Jansen totale toewijzing in k1 403,04 contracten Optie: Katholieke Universiteit Nijmegen; STW; Merck Biomaterial GmbH inkomsten in k1 100,00
doelstelling Doel van dit STW-Pionierproject was het verder ontwikkelen van
doelstelling Botfixatie met botcement is van belang voor het succes van
theorie, methodes en implementaties voor lerende en analyserende systemen op basis van de Bayesiaanse statistiek. Het onderzoek moest uitmonden in een nieuw algoritme waarmee tot 1000 variabelen kunnen worden doorgerekend. Dit maakt nieuwe toepassingen mogelijk die een factor 10 complexer zijn dan de huidige systemen.
orthopedische en tandheelkundige implantaten. Doel van het onderzoek was om calciumfosfaat (CaP) cement verder te ontwikkelen en te optimaliseren tot een veilig klinisch toepasbaar product.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft twee nieuwe benaderingsalgoritmes
opgeleverd waarmee zeer grote netwerken (meer dan 1000 variabelen) kunnen worden doorgerekend. Beide algoritmes zijn gepatenteerd.
resultaat na 5 jaar Het project is geslaagd. Aangetoond is dat het injecteerbare
CaP cement in het lichaam verhardt en een hoge compressiesterkte heeft. Het cement kan gebruikt worden om botdefecten op te vullen. Om de degradeerbaarheid van het cement te verbeteren is een techniek ontwikkeld om de porositeit van het cement te verhogen. Dit poreus cement kan ook als drager voor groeistimulatoren gebruikt worden. Een pilotstudie in een hond liet zien dat het cement waarschijnlijk ook goed toepasbaar is als cement voor de fixatie van heupimplantaten. Een vervolgstudie in samenwerking met de exclusieve gebruiker Merck Biomaterial zal daar uitsluitsel over moeten geven. Bij verder onderzoek is naast Merck ook Yamanouchi Europe BV betrokken. De ontwikkeling van het CaP cement heeft geresulteerd in een nauwe samenwerking met het Dept. Bioengineering van de Rice University (Houston, Verenigde Staten). In juni 2002 heeft Merck het nieuwe cement ‘Calcibon’ op de markt gebracht. gebruiker(s) Spierings Medische Techniek, Nijmegen / Merck Biomaterial GmbH,
Darmstadt (Duitsland)
112
utilisatierapport 2004
Quantization of Temporal Patterns by Neural Networks
N I F.4494
BAA projectleider
Dr.ir. P. Desain
totale toewijzing in k1
402,28
N NS.4769
AB B
Olefin polymerisation with late transition metals and nitrogen donors
projectleider Prof.dr. A.W. Gal totale toewijzing in k1 221,45 contracten Licentie: Katholieke Universiteit Nijmegen; STW; Shell International Chemicals BV; Bijdrage: STW octrooien P CT.N L02/0073 9 Hydrogenation cat alyst and catalysed hydrogenation process inkomsten in k1 27,21
doelstelling Het project had als doel het ontwikkelen van een model voor het
doelstelling Olefine polymerisatie wordt normaliter gedaan met vroege over-
quantiseren van temporele patronen, als onderdeel van de ontwikkeling van een computerprogramma voor automatische muzieknotatie.
gangsmetalen, maar recent is gebleken dat ook late overgangsmetalen (Ni, Pd) goed kunnen werken. De gevormde polymeren hebben unieke microstructuren en daardoor aantrekkelijke eigenschappen. Doel was nieuwe katalysatoren ontwikkelen gebaseerd op andere late overgangsmetalen met N-donor liganden, eigenschappen van de producten bestuderen en pogen gefunctionaliseerde monomeren in te bouwen.
resultaat na 5 jaar De uitkomst van het project laat zich niet in een paar regels vatten. Er is geen sprake van een duidelijke doorbraak, de roep van journalisten om een ‘Musical Hit Machine’ bleef uit. Wel is het begrip en de methodologie van muziekherkenning een stuk vooruit geholpen. Het onderzoek staat ook internationaal in de belangstelling. gebruiker(s) Berklee School of Music, Boston / Coda Music Technology, Eden
Prairie / Emagic Soft- Und Hardware GmbH, Rellingen / Korg Italy, Osimo (Italië) / Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, Hilversum / Tomandandy Music Inc., New York (Verenigde Staten)
resultaat na 5 jaar Tussen indiening van het voorstel en begin van het onderzoek
hebben Brookhart en Gibson al nieuwe katalysatoren op basis van ijzer en kobalt gerapporteerd. In dit onderzoek is meer informatie verkregen over de activeringsroute van de kobalt katalysatoren. Daarnaast bleken de ‘Brookhart’ kobalt pyridine-diimine systemen ook zeer actief in olefine hydrogenering, en voor deze toepassing is octrooi aangevraagd. KRATON is wellicht geïnteresseerd in overname van de rechten op deze uitvinding. Tegelijkertijd werd duidelijk dat de nieuwe katalysatoren moeilijk te sturen zijn door ligandmodificatie, omdat alle veranderingen die verder gaan dan simpele sterische effecten leiden tot voor polymerisatie inactieve systemen. gebruiker(s) Akzo Nobel Chemicals BV, Deventer / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Akzo Nobel Central Research BV, Deventer / TNO Industrie, Eindhoven
| Instelling
RG N.4736
R _ erasmus universiteit
AAA
rotterdam
projectleider
‘Granulocyte-colony stimulating factor’ ter voorkoming van de neiging van bloedvaten opnieuw te vernauwen na een geslaagde Dotterprocedure
Dr. W. Sluiter
totale toewijzing in k1
100,36
doelstelling Dotteren van kransslagaders en slagaders in het bovenbeen is een
relatief eenvoudige behandeling om vernauwing van de vaten te verhelpen. Succes is echter beperkt. 20-40 procent heeft opnieuw een vernauwing (re-stenose) binnen een half jaar. Dit onderzoek bestudeerde het effect van toediening van de lichaamseigen stof G-CSF op het voorkomen van re-stenosen. De stof activeert bepaalde witte bloedcellen die het proces van het ontstaan van re-stenosen tegengaat. resultaat na 5 jaar In de rat bleek re-stenose met 50G-CSF. Het effect bleek
echter niet door de granulocyten te worden veroorzaakt, maar wellicht direct door effect op de wondheling in de vaatwand. Bij hartpatiënten werd onderzocht of er een relatie bestond tussen de plasmaniveaus G-CSF en de noodzaak om opnieuw te dotteren. Dit bleek niet het geval. De niveaus in de mens waren wel 1000 keer lager dan die nodig waren bij de rat om re-stenose te remmen. De resultaten bieden perspectief om de toepassing van G-CSF ter voorkoming van re-stenose na dotteren verder te onderzoeken. gebruiker(s) TNO-PG, Leiden / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Universitair Medisch Centrum Utrecht / Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp
113
projecten 1998
| Instelling
TE L.3937
T_
AAA
universiteit twente
projectleider
All-optical ATM-switch based on Self Electro-optic Effect Devices (SEED’s)
Prof.dr.ir. W.C. van Etten
totale toewijzing in k1
673,66
doelstelling Het project richt zich op de ontwikkeling van een volledig-optische
schakelaar als basiselement in de toekomstige breedband communicatiesystemen. Het schakelen op de knooppunten van optische netwerken geschiedt momenteel nog elektronisch. Hierbij is het noodzakelijk voor en na de schakelaar een conversie toe te passen van optisch naar electronisch en vice versa. Met de beoogde all-optical ATM switch (geïntegreerd op een enkele chip) kunnen deze conversies worden vermeden. Een van de problemen bij de ATM switch vormt de optische geheugencel. In het project is aan een kansrijke kandidaat van deze cel gewerkt: de Self electro-optic effect device (SEED’s), gebaseerd op quantumput structuren. resultaat na 5 jaar Er zijn modellen opgesteld voor de SEED als optische schake-
laar. Aangetoond is dat met aanpassing van het ontwerp van device-structuur en optische aansturing snelheden tot 50 Gigabit/s mogelijk zijn. Naast het werk aan de SEED-schakelaar is een complete switch-controller inclusief SDH/ATM omzetter ontworpen, gebouwd en getest. De focus van het systeem-onderzoek is in het eindstadium van het onderzoek verlegd van ATM naar optische MPLSswitching. De bruikbaarheid van SEEDs in die omgevingen is eveneens aangetoond. Een op quantum dots gebaseerd prototype kon echter niet gerealiseerd worden door personele problemen bij de de materials en devices groepen. gebruiker(s) Lucent Technologies Nederland BV, Hilversum / Universiteit Gent (B)
TE L.4025
CCB projectleider
SPIN VALVE TRANSISTOR, materials and applications
Prof.dr. J.C. Lodder
totale toewijzing in k1
659,60
TI F.4111
CBA
Cote-de-Resyste: COnformance TEsting of REactive SYSTEms
projectleider
Prof.dr. H. Brinksma tot ale toewijzing in k 1 6 85,47 contracten Licentie: Universiteit Twente; Technische Universiteit Eindhoven; STW inkomsten in k1 154,00
doelstelling De ontwikkeling van een sensor waarvan de werking is gebaseerd
doelstelling Het testen van software voor reactieve systemen (gekenmerkt door
op de ‘spin valve transistor’. Dit is een gevoelige nieuwe sensor die geschikt is om de steeds dichter opeen gepakte bits op een harddisk te kunnen onderscheiden. De transistor, of klep, is een sandwich van dunne lagen magnetisch materiaal, bijvoorbeeld Kobalt Koper Kobalt. Elektronen met een bepaald spinmoment, equivalent aan diens ronddraaiende elektrische lading, kunnen wel door deze lagen bewegen en elektronen met een ander spinmoment juist niet. De voortdurende miniaturisatie van geheugenelementen op een harddisk zorgt dat er op steeds kleinere schaal moet worden gelezen en geschreven.
een sterke interactie met de omgeving) is een handmatig, bewerkelijk en foutgevoelig proces. Doel was de ontwikkeling van methoden, technieken en tools om reactieve software systemen beter te testen. Met de resultaten zullen implementaties uit bijvoorbeeld de telematica automatisch op correctheid getest kunnen worden.
resultaat na 5 jaar De belangstelling van het bedrijfsleven is gewekt. Verschillende
onderzoekslaboratoria van grote bedrijven zoals Philips, Thomson, Siemens, en NTT uit Japan hebben interesse getoond. Toshiba in Japan werkt ook al aan een device dat is gebaseerd op de spin valve transistor.
resultaat na 5 jaar TorX is ontwikkeld, een test tool, die automatische
testgeneratie, implementatie, executie en analyse op een ‘on-the-fly’ wijze integreert. Met TorX zijn negen case studies bij vier industriële partners uitgevoerd. Omdat TorX gebaseerd is op formele methoden, werden er fouten gevonden die niet eerder gevonden waren. Wel moet voor elke implementatie eerst een formeel model opgesteld worden. De tool is beschikbaar op http://fmt.cs.utwente.nl/tools/torx/introduction.html gebruiker(s) Lucent Technologies, Enschede / Philips Research Laboratories,
gebruiker(s) Thomson CSF/LCR, Orsay Cedex (Frankrijk) / Siemens AG, Erlangen
(Duitsland)
Eindhoven
114
utilisatierapport 2004
TWI.4197
CBA projectleider
Verdere ontwikkeling van een praktisch toepasbaar numeriek model voor driedimensionale niet-lineaire watergolven en scheepsbewegingen
Prof.dr.ir. P.J. Zandbergen
totale toewijzing in k1
315,23
contracten
TE L.4408
B BA projectleider
Resistive sensor-actuator structures for the determination of fluid and flow parameters
Prof.dr.ir. P.P.L. Regtien
totale toewijzing in k1
427,51
inkomsten in k1
Licentie
2,80
doelstelling Ontwikkeling van rekenmodellen voor het simuleren van driedimen-
doelstelling Sensoren worden steeds meer toegepast in allerlei verschillende
sionale oppervlaktegolven, al dan niet in wisselwerking met vaste constructies (havens, boorplatforms) of drijvende objecten (tankers). Het onderzoek richtte zich op validatie van driedimensionale berekeningen voor een numerieke golftank met vrij bewegende en gedwongen bewegende lichamen met een eenvoudige geometrie; uitbreiding naar driedimentsionale berekeningen van meer realistische scheepsvormen, zowel vrij als gedwongen bewegend en verbonden met een afmeersysteem; driedimensionale berekeningen aan golfvelden over gebieden met bodemoneffenheden en verschillende soorten begrenzingen.
producten. De gestelde eisen aan nauwkeurigheid, gevoeligheid, afmetingen, betrouwbaarheid en kosten worden steeds hoger. In dit project is een nieuwe aanpak onderzocht: het gebruik van arrays en matrices van meerdere identieke sensoren die eenvoudig met microsysteemtechnologie gemaakt kunnen worden. Deze sensorstucturen bieden interessante nieuwe mogelijkheden, zoals meten van verschillende grootheden tegelijk. Naast het maken en testen van de sensoren zelf zal ook een nieuwe meetstrategie worden ontwikkeld. resultaat na 5 jaar Als voorbeeldsysteem is gekozen voor thermische sensor-
resultaat na 5 jaar De computercodes bij Marin en Delft Hydraulics zijn samen-
gevoegd tot een enkel model, voor beide gebruikers beschikbaar. Het onderzoek heeft een beter inzicht geleverd in de structuur van de programma’s. De gridbeweging, met name rond de aansluiting van wateroppervlak en scheepsromp, wordt nu beter beheerst en de numerieke schema’s voor de aansluiting van netwerken zijn verbeterd. Door vertragingen in het onderzoek is de doelstelling van een praktisch, dat wil zeggen commercieel, toepasbaar numeriek programma echter niet gehaald. gebruiker(s) MARIN, Wageningen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / WL - Delft Hydraulics, Delft
TST.4447
AAA projectleider
Optical Amplification in Organic Waveguides via Sensitized Emission of Lanthanide Complexes
Prof.dr.ir. F.C.J.M. van Veggel
totale toewijzing in k1
370,32
actuator structuren waarmee vloeistofeigenschappen als snelheid, druk, viscositeit, thermische geleiding, soortelijke warmte en dichtheid bepaald kunnen worden. Voor verschillende ontwerpen is de bruikbaarheid van de nieuwe methode aangetoond. De bij het onderzoek betrokken bedrijven hebben wel belangstelling getoond voor de nieuwe sensortechnologie, maar voor een commerciële toepassingen is het nog te vroeg. gebruiker(s) LioniX BV, Enschede / Gastec NV, Apeldoorn / Acordis Industrial Fibers BV, Arnhem / Applied Instruments, Middelburg / Varian Analytical Instruments, Middelburg
TWT.4459
Predictieve meetorthese
ABA projectleider
Prof.ir. J.C. Cool
totale toewijzing in k1
584,06
doelstelling Doel was het ontwikkelen van een optische versterker in polymere
doelstelling Scoliose is een zijdelingse verkromming van de wervelkolom.
golfgeleiders, gebaseerd op het principe van lichtuitzending door trivalente lanthanide ionen. De La-ionen worden van de omgeving afgeschermd door ze op te sluiten in een zogeheten ‘cage compound’, waaraan een sensibilisator covalent is gebonden. Voor een optimale versterking is het noodzakelijk dat de energie-overdracht van sensibilisator naar het La-ion is geoptimaliseerd. Het onderzoek moest aantonen dat een polymere golfgeleider gedoped met het La-complex een netto lichtopbrengst geeft. In de laatste fase van het onderzoek werden de polymere optische versterkers geïntegreerd met andere devices.
Bij een chirurgische ingreep zijn de consequenties van een voortijdige ingreep even ernstig als van een te laat uitgevoerde operatie. Het project beoogde een meetorthese te ontwikkelen waarmee de besluitvorming tot operatieve behandeling van de scoliose kan worden ondersteund. De meetorthese is bedoeld om de progressie van de scoliotische vervorming te voorspellen, zodat het tijdstip voor operatief ingrijpen juist kan worden vastgesteld.
resultaat na 5 jaar De doelen zijn niet bereikt. Uit de gedetaileerde studies is
duidelijk geworden dat de optische eigenschappen van organische Ln 3+ complexen niet goed genoeg zijn om de optische versterking te realiseren in polymere halfgeleiders. Echter, anorganische nanodeeltjes die gedoteerd zijn met Ln3+ ionen hebben aanzienlijk betere optische eigenschappen en theoretisch is aangetoond dat optische versterking haalbaar is. gebruiker(s) Ingenieursbureau Coenecoop BV, Waddinxveen / Lucent Technologies, Huizen / Philips Research Laboratories, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Het ontwerpen van een meetorthese is vrij vroeg in het project
verlaten. Gebleven is het doel de orthopeed hulpmiddelen te bieden bij het voorspellen van de progressie van scoliose. Daarvoor zijn drie parameters ontwikkeld: een combinatie van de lengtegroei, de groeisnelheid van de wervelkolom (beide te bepalen uit röntgen opnamen), en de EMG spieractiviteit rond de wervelkolom. Een 3D-model is ontwikkeld voor scoliotische instabiliteit, als gevolg van een lokaal optredend verschil in groeisnelheden. De verhouding tussen de lokale groeisnelheden van het bot, en spieren en ligamenten is maatgevend, zowel voor het ontstaan als voor de progressie/redres van de scoliotische vervorming. Met meetapparatuur kan de benodigde informatie worden verkregen. De mogelijkheden voor de orthopaedisch chirurg zijn hierdoor vergroot. gebruiker(s) OrthoDynamics, Drachten / Ambroise Holland BV, Enschede / BAAT Medical Engineering, Hengelo
projecten 1998
TCT.4466
Modelling of sand waves in shelf seas
B BA projectleider
TST.4473
B CA Prof.dr. S.J.M.H. Hulscher
totale toewijzing in k1
285,12
Nieuwe spacer-vormen voor het optimaliseren van stofoverdracht, vervuiling en energieverbruik in met spacers gevulde stromingskanalen van membraanmodulen
projectleider
P r o f . d r. i r. T. R e i t h tot ale toewijzing in k 1 3 2 9 , 0 3 octrooien NL.1023742 Afstandhouder voor toepassing in een membraanscheidingsinrichting en een membraanscheidingsinrichting die een dergelijke afstandhouder omvat inkomsten in k1 1,00
doelstelling Doel was het identificeren van de praktijkproblemen omtrent
doelstelling Membraanfiltratie wordt nadelig beïnvloed door ophoping van niet
zandgolven in ondiepe zeeën zoals de Noordzee en het verkrijgen van inzicht in het middellange termijngedrag met betrekking tot de migratie, evolutie en verandering in vorm van deze zandgolven.
doorgelaten componenten aan het membraanoppervlak. In dit project wordt de invloed van spacers op de stofoverdracht, vervuiling van het membraan en drukval onderzocht. De resultaten zullen leiden tot het ontwikkelen van stromingstechnisch en economisch gunstige, nieuwe spacervormen.
resultaat na 5 jaar Met behulp van lineaire stabiliteitsanalyse is aangetoond dat
de zandgolven langzaam kunnen migreren in de richting van de asymmetrie van de waterbeweging. Voor de beschrijving van het middellange-termijn gedrag is een numeriek simulatiemodel ontwikkeld, waarmee de processen gedurende evolutie en initieel ontstaan onderzocht kunnen worden. Met behulp van dit model kan bijvoorbeeld het herstel van zandgolven na baggeraktiviteiten worden bestudeerd. De ontwikkelde modellen en het verkregen inzicht kunnen gebruikt worden voor optimalisering van managementstrategieën bij het ontwerpen van offshore aktiviteiten. gebruiker(s) ARGOSS, Vollenhove / Rijkswaterstaat, Rijswijk / ACRB, Lemmer / TNO-NITG, Utrecht / Koninklijke Marine, Den Haag / RIKZ, Den Haag / WL Delft Hydraulics, Delft
TST.4489
B CA
Improved performance of silica and carbon blackfilled elastomers: a.o. the Green Tyre
projectleider
resultaat na 5 jaar Met een rekenmodel van het stromingsgedrag is een optimale
spacer geometrie voor non-woven spacers bepaald. Dit optimum kon ook experimenteel worden bevestigd. Daarentegen verschilde de experimenteel bepaalde massa-tranfer coëfficiënten voor spacers met gemodificeerde filamenten aanzienlijk van die uit het model. Het blijkt dat het gedrag van spacers met gemodifeerde filamenten of gedraaide filamenten inferieur is aan dat van de optimale non-woven spacer. Er is een nieuwe multilaag spacer ontwikkeld. De buitenlagen zijn non-woven met de optimale geometrie, de middelste laag bestaat uit gedraaide filamenten. Met deze nieuwe spacer in de membraanmodule is de massa transfer coëfficiënt 30 procent hoger dan dat bij gebruik van een enkele optimale non-woven spacer. Deze spacer is gepatenteerd. gebruiker(s) X-Flow BV, Enschede / TNO-MEP, Apeldoorn / Aquamarijn Microfiltration BV, Hengelo (Gld) / DSM, Geleen / Netlon Ltd, Blackburn (Groot Brittannië) / Delstar Technologies, Bristol (Groot Brittannië) / Aquamarijn Microfiltration BV, Zutphen / Stork Friesland BV, Gorredijk
TWT.4588
ACA
HEELFOOT (Highly Efficient Energetic Locomotion foot)
ten
Prof.dr.ir. J.W.M. Noordermeer totale toewijzing in k1 738,20 contracSamenwerking onderzoek: Vredestein Banden BV; Rubber Stichting; Flexsys BV; DSM Elastomers Europe BV; Schill & Seilacher GmbH & Co.; WITCO Organosilicons octrooien PCT.NL03/00882 Polymeersamenstelling, gevulcaniseerd rubber en vormdelen hiervan inkomsten in k1 309,51
projectleider
Prof.ir. J.C. Cool totale toewijzing in k1 404,45 contracten Bijdrage: Ambroise Holland BV octrooien PCT.NL02/00497 Prothese of orthese voor een ledemaat van een menselijk lichaam (HEELFOOT) inkomsten in k1 0,91
doelstelling Natuurlijke/synthetische rubbers worden versterkt met vulstoffen.
doelstelling Doel was de ontwikkeling van een hoogefficënte voetprothese die
Meestal wordt hiervoor roet gebruikt. Begin jaren negentig is het gebruik van silica als vulstof ingevoerd in de bandentechnologie. Deze geeft minder hysteretische verliezen in de banden. Dit resulteert in een 30 procent verlaagde rol-weerstand van de band en daardoor een besparing in brandstofverbruik, bij verder gelijkblijvende overige eigenschappen: de Green Tyre.
symmetrisch lopen mogelijk maakt. Nagegaan is welke dynamische krachtpatronen in de voet en enkel moeten heersen tijdens de loopbeweging, en met welk mechanische concept deze energievrij kunnen worden gerealiseerd. In het ontwerp moet een optimaal samenstel van meerdere Energievrije Systemen, Rolling Link Mechanisms en bandveren zorg dragen voor een symmetrisch en energiearm looppatroon.
resultaat na 5 jaar Er is inzicht verkregen in de chemische en fysische werking van
coupling agents tussen silica en rubber. Deze agents dienen een dubbel doel: aanpassing van de polariteit van het silica-oppervlak aan dat van de rubbers, ten behoeve van de mengbaarheid; chemisch koppeling tussen de silica en het rubber. Het onderzoek heeft geleid tot een directe efficiëntieverbetering van het mengproces bij een van de deelnemende bedrijven; een octrooi voor bredere inzetbaarheid van de technologie in motorophangingen uit EPDM-rubber voor automobielen; onderbouwing van een EU-project om mengtechnieken te ontwikkelen, die speciaal voor deze technologie zijn uitgelegd. gebruiker(s) DSM Elastomers Europe BV, Sittard / Schill & Seilacher GmbH & Co., Hamburg / Vredestein Banden BV, Enschede / Rubber Stichting, Enschede / Flexsys BV, Deventer
resultaat na 5 jaar Het project is geslaagd. Er is een nieuwe voetprothese ontworpen
die tijdens het lopen en het afrollen van de voet energie opslaat en weer teruggeeft. In tegenstelling tot andere protheses kan met de nieuwe voet ‘actief’ worden gelopen. Om loopconfort en controle verder te verbeteren, staat de prothese toe om rotaties van de knie en de prothese te koppelen. Er zijn tot nu toe twee prototypen getest. De resultaten met deze prototypen onderschrijven de beoogde werking van de prothesevoet. De prothese is vernoemd naar de titel van de projectaanvraag: HEELFOOT. Op het ontwerp is octrooi aangevraagd, een producent voor de prothese is echter nog niet gevonden. gebruiker(s) Roessingh Research and Development, Enschede / OrthoDynamics, Drachten / Ambroise Holland BV, Enschede / BAAT Medical Engineering, Hengelo
115
116
utilisatierapport 2004
TST.4624
ABA projectleider
Combinatorial libraries of synthetic receptors for in vitro and in vivo quantitation of drugs and drug metabolites
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt
totale toewijzing in k1
652,17
inkomsten in k1
TTN.4661
B CA projectleider
Near-infrared and photo-acoustic monitoring and imaging of blood perfusion
Prof.dr. A.G.J.M. van Leeuwen 0,50
tot ale toewijzing in k 1
65 4,67
24,96
inkomsten in k1
doelstelling De ontwikkeling van een algemeen geldende strategie voor het aan-
doelstelling Men wilde een instrument ontwikkelen waarin drie technieken
tonen en kwantificeren van farmaceutica en hun metabolieten, gebaseerd op de ontwikkeling van synthetische receptor moleculen. Dergelijke synthetische receptoren hebben als voordeel boven natuurlijke antilichamen dat ze stabiel zijn en gemakkelijk gelabeld kunnen worden voor detectie in een immunoassay. Bij de synthese van de receptoren is gebruik gemaakt van supramoleculaire bouwstenen, zoals calixarenen, cavitanden en cyclodextrines.
gecombineerd worden om in weefsel de doorbloeding, het doorgevoerde bloedvolume en de oxygenatie in één keer te meten. Tevens diende er een afbeelding gemaakt te worden. De te integreren technieken waren laser-Doppler flowmetry, infrarood spectroscopie en foto-akoestiek. De eerste toepassing zou in dierexperimenten plaatsvinden, daarna zou de apparatuur gebruikt worden voor diagnostiek aan pasgeborenen. Gemikt wordt op een veel bredere toepassing, (mammografie of plastische chirurgie). Afhankelijk van de te bereiken nauwkeurigheid met betrekking tot de te bemeten plaats (resolutie) en diepte waarmee in het weefsel doorgedrongen kan worden voor meting en afbeelding.
resultaat na 5 jaar Het project is gedeeltelijk geslaagd. Een praktisch systeem voor de screening van drugs niet gerealiseerd. Wel is via de aanpak van zelf organiserende systemen een aantal platforms gesynthetiseerd die specifiek een aantal gastmoleculen reversibel kan binden. Deze platforms bestaan uit dubbele rozetten bestaande uit twee bouwstenen van eenvoudige cyclische verbindingen die via waterstofbruggen bijeen worden gehouden. Door het aanbrengen van zijgroepen op de bouwstenen kan er functionaliteit aan het platform worden toegevoegd. Aangetoond is dat de rozetten in een membraansysteem stabiel blijven en hun eigenschappen behouden. De betrokken farmaceutische bedrijven voorzien nog geen directe toepassing. gebruiker(s) NV Organon, Oss / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Pepscan Systems BV, Lelystad / DSM Fine Chemicals, Geleen / Vertex Pharmaceuticals Incorporated, San Diego (Verenigde Staten)
TE L.4886
B BA projectleider k1
Microactuator systems for nanoposition control
Prof.dr. M.C. Elwenspoek
totale toewijzing in k1
581,01
inkomsten in
24,80
doelstelling Doel van het onderzoek was de ontwikkeling van een systeem
waarmee de positie van een micro-actuator tot op de nanometer nauwkeurig kan worden bepaald. Toepassingen liggen op het gebied van microrobotica en positiecontrole op nanoschaal. Voorbeelden van systemen die zouden kunnen worden uitgerust met een micro-actuator zijn de beweging van microlensjes en/of -spiegels in CD-spelers, scanning tunneling microscopen en optomechische koppelsystemen. Dit onderzoek betreft het Simon Stevin Meesterproject van professor Elwenspoek. resultaat na 5 jaar Een capacitieve positiesensor is ontwikkeld. Deze sensor meet
de periodieke verandering van de capaciteit tussen twee microstructuren, waarvan er een kan bewegen. In deze structuren is een periodiek patroon geëtst. De bereikte nauwkeurigheid is circa 10 nanometer. Bij het onderzoek betrokken bedrijven zijn zeer geïnteresseerd, maar voor concrete toepassingen is het op dit moment nog te vroeg. Toepassingen bij MEMS comb-drive actuatoren lijken echter binnen handbereik te liggen. De onderzoekers hebben bij STW een verlenging van het project met een jaar aangevraagd om de positiesensor verder te kunnen verbeteren en mogelijke toepassingen nader te onderzoeken. gebruiker(s) LioniX BV, Enschede / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / C2V BV, Enschede / IMEC, Leuven (België) / Alcatel Vacuum Technology, Houten
resultaat na 5 jaar Er is een product uit dit onderzoek voortgekomen. Bovendien is
uitgezocht hoe dat product in een meetproces en voor afbeelding gebruikt moet worden. Bovenal is er achtergrondkennis gegenereerd die voor toekomstige uitontwikkeling door een commerciële gebuiker van belang is. De eerste twee technieken zijn al vrij ver ontwikkeld, met de derde zijn in een voorstudie goede resultaten behaald. In de kliniek zijn metingen verricht, onder andere aan de hersendoorbloeding en dus zuurstofvoorziening van te vroeg geborenen. Bedrijven zullen de technologie op korte termijn waarschijnlijk niet oppikken. gebruiker(s) AZ Groningen / Philips Research Laboratories, Eindhoven / UMC St. Radboud, Nijmegen / UMC Utrecht / Pie Medical Equipment BV, Maastricht
| Instelling
U _ universiteit utrecht
117
projecten 1998
UCH.4112
Catalytic magnetic colloids
UG N.4183
B BA
AA0
projectleider
Prof.dr. G. van Koten Bijdrage: Avantium Technologies BV
totale toewijzing in k 1 inkomsten in k1
511,31
contracten
9,08
Closed chest coronary surgery on the beating heart: technical development of an automated bypass grafting method
projectleider
Prof.dr. C. Borst totale toewijzing in k1 1.021,71 contracten Optie: STW; UU; MEDTRONIC Inc.; Geheimhouding: Medtronic Bakken Research Center BV; Geheimhouding: TNO-TPD-BI; AMC; Erasmus MC; TUD octrooien PCT.N L01/00566 Vascular Anastomotic Bonding Device en PCT.N L03/ 00041 (Ribbon II); NL.1021611 Anatomose-inrichting inkomsten in k1 174,27
doelstelling Doel was de ontwikkeling van nieuwe metallische katalysatoren
doelstelling Het aanbrengen van bypasses op kransslagaders is een zware
als magnetisch colloïdale suspensies voor hydrogeneringsreacties. Oplosbare homogene katalysatoren worden omgevormd tot heterogene katalysatoren door ze te koppelen aan magnetische colloïden, die simpel door magnetisatie en filtratie teruggewonnen kunnen worden. Om dit te realiseren is kennis nodig over de synthese van de katalysator, de synthese van de ‘linker’ tussen katalysator en colloïdaal deeltje, en het gedrag (colloïdale stabiliteit) van de combinatie van katalysator en deeltje.
operatie die risico’s met zich meedraagt voor de chirurgische noodzakelijke handelingen en uiteindelijk kan leiden tot sterfte. Doel was het onderzoeken van materiaaleigenschappen van bloedvaten en herkoppelen van bloedvaten met mechanische componenten.
resultaat na 5 jaar De voortgang van het onderzoek werd gehinderd door het voor-
tijdig vertrek van één van de AIO’s. Het ‘proof of principle’ is vrijwel geleverd. Er is aangetoond dat het mogelijk is colloïdale ijzeroxide nanodeeltjes te synthetiseren die volledig uit oplossing konden worden afgescheiden met high-gradient magnetic separations. Deze deeltjes zijn vervolgens bedekt met silicalagen waaraan de katalysatoren zijn gekoppeld. Deze bedekte deeltjes blijven katalytisch actief. De colloïdale stabiliteit in het reactiemengsel is niet compleet, wat van invloed is op de efficiëntie van de katalytische reactie, een magnetische scheiding is wel mogelijk. Er is nog geen praktische toepassing voorzien. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Shell Research and Technology Centre,
Amsterdam / Engelhard De Meern BV, De Meern / Avantium Technologies BV, Amsterdam
U B I.4394
BAA projectleider
Toetsing van de interne kwaliteit van bloembollen met behulp van in vivo NMR
Prof.dr. C. Kollöffel
totale toewijzing in k1
291,04
resultaat na 5 jaar Het onderzoek leverde waardevolle achtergrondkennis op over
materiaaleigenschappen van bloedvaten en over het koppelen van bloedvaten met mechanische componenten. Medtronic toonde interesse in het onderzoek en de resultaten. De door de onderzoekers opgelegde eisen bleken te hoog gegrepen. Medtronic koos voor een systeem, gebaseerd op ‘draadloze’ magnetische verbindingen. Uiteindelijk werd geconcludeerd dat de gerealiseerde verbindingen wel snel aan te brengen waren, maar niet meteen lekvrij. Octrooiaanvragen werden niet doorgezet. Studie leverde op dat eigenschappen van varkensvaten niet zondermeer van toepassing zijn op menselijke vaten. Een conclusie die vele modelstudies zal beïnvloeden. Overigens kunnen bloedvaten aanzienlijk worden uitgerekt zonder dat er lek of schade optreedt. gebruiker(s) TNO-TPD-BI, Amsterdam / AMC Amsterdam / Erasmus MC Rotterdam / Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht / UMC Utrecht / Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein
UTN.4407
CBA projectleider
Structural and electronic defects at the insulator/semiconductor interface of thin-film transistors: the role of hydrogen
Prof.dr. R.E.I. Schropp
totale toewijzing in k1
201,06
inkomsten in k1
48,89
doelstelling Door suboptimale bewaar- en plantomstandigheden kunnen in
doelstelling In vlakke beeldpanelen van laptop computers, LCD monitoren, en
bloembollen fysiologische afwijkingen ontstaan. Dit leidt vaak tot bloemknopverdroging en misvorming van de bladeren in aanleg in de bol. Dit is niet van buitenaf zichtbaar, maar wordt pas duidelijk na het planten. Het onderzoek richtte zich op het krijgen van meer inzicht in de processen die van invloed zijn op het ontstaan van deze afwijkingen.
diverse draagbare elektronische apparaten worden dunne film transistoren (TFTs) gebruikt waarmee het beeld pixelsgewijs wordt opgebouwd. De karakteristieken van deze transistoren zijn vaak niet stabiel en kunnen verschuiven. Het doel van het onderzoek was het cruciale isolator/halfgeleider grensvlak in TFTs bestuderen en door optimalisatie van de dunne lagen betere en stabielere schakelkarakteristieken verkrijgen.
resultaat na 5 jaar De verwachting was dat veranderingen in de waterstatus
betrokken zou zijn bij het ontstaan van de afwijkingen. Onder andere met magnetic resonance imaging (MRI) in hele bollen werd dit bestudeerd. Bij tulpenbollen vond men geen eenduidig resultaat. Bij leliebollen kon worden geconcludeerd dat een aantal parameters, watergehalte, waterpotentiaal en relaxatietijd, kan worden gebruikt om verschillende soorten schade van elkaar te onderscheiden. De methode biedt perspectief voor de toetsing van de interne kwaliteit van bloembollen. Tot nu toe is de techniek te duur voor routinematig onderzoek. In de toekomst zullen on-line toepassingen zeker haalbaar zijn.
resultaat na 5 jaar Een nieuwe depositiemethode is ontwikkeld waarmee zowel
gebruiker(s) Koelhuis Hillegom BV, Hillegom / DLV, Lisse / NTS-Amaryllis, De Lier / KAVB, Bovenkarspel / Van Zanten Flowerbulbs BV, Hillegom / WLTO Advies, Grootebroek
gebruiker(s) Shell International BV, Den Haag / NOVEM, Utrecht / Philips Research Laboratories, Redhill / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
de isolatorlaag als de halfgeleiderlaag op dunne glazen substraten kan worden aangebracht. Deze methode levert uitzonderlijk goede en stabiele karakteristieken en is economisch interessant vanwege het effectieve gebruik van grondstoffen en hoge fabricagesnelheid. Een gepatenteerde procedure is ontwikkeld voor de fabricage van stabiele transistoren en inzicht is verworven in de fysische eigenschappen van de lagen die van belang zijn voor de stabiliteit van de transistoren die vooral van belang is in de grotere panelen (HDTV) en toekomstige toepassingen met organische LED’s (OLEDs).
118
utilisatierapport 2004
U B I.4443
CCC
Development of consumer good products with optimal anti-oxidant composition
U NS.4538
B BA
Time-resolved spectroscopische imaging using cw excitation
projectleider Dr. J.A. Post totale toewijzing in k1 1.177,14 contracten Samenwerking onderzoek: Universiteit Utrecht; STW; Unilever Research inkomsten in k 1 1.225,21
projectleider
doelstelling Zuurstofradicalen spelen een belangrijke rol in het verouderings-
doelstelling Het project was onderdeel van het Pionierprogramma van de
proces. Radicalen beschadigen lipiden, (receptor) eiwitten, transcriptiefactoren en DNA, waardoor cellen degenereren en ontaarden in kankercellen of afsterven. Voedingsmiddelen met de juiste compositie aan antioxidanten (AO) kunnen een bijdrage leveren om dit degeneratieproces tegen te gaan. Doel was het genereren van kennis over de effectiviteit van AO als bescherming tegen de invloed van radicalen op cellulair en subcellulair niveau. De AO’s zijn gescreend op hun effectiviteit en gescreend op onderling synergisme of antagonisme. Dit leidt tot relaties tussen de structuur van AO, hun redox potentiaal en effectiviteit. Essentieel was het integraal bestuderen van de vele aspecten van zuurstofbeschadiging in de cel en de werking van AO hierop.
aanvrager dat tot doel heeft ultra-snelle microscopisch imaging systeem te ontwikkelen en evalueren met fluorescentie levensduren als contrastmethode. In dit project is gebruik gemaakt van cw excitatie van fluorescentie in combinatie met een snelle (tweedimensionale) CCD camera voor het monitoren van het transport van gelabelde eiwitten en enzymen in biologische systemen.
resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. Vijf nieuwe assays voor het aantonen van oxidatieve stress op het cellulaire systeem zijn ontwikkeld en beschikbaar als screeningsinstrument. Deze zijn aan Unilever overgedragen en daarna gepubliceerd. Door Unilever is een aantal fruit-, groenten- en andere plantenextracten met de assays gescreend. De resultaten lieten zien dat in sommige gevallen de extracten of antioxidanten niet alleen een additioneel effect, maar ook een synergistisch effect vertoonden. Op basis hiervan introduceerde Unilever recent in Duitsland een nieuwe dieetmargarine waaraan de antioxidanten zijn toegevoegd.
Prof.dr. H.C. Gerritsen
totale toewijzing in k1
122,52
resultaat na 5 jaar Het project heeft een zeer gevoelige en snelle fluorescentie-
microscoop opgeleverd waarmee 2500 beelden per seconde geregistreerd kunnen worden. De snelheid wordt in de praktijk beperkt door de hoeveelheid beschikbaar fluorescentie signaal. Met de microscoop kon onder andere de diffusie van ‘single molecules’ in polymeren worden afgebeeld met snelheden tot 200 beelden seconde. Hierbij zijn quantum dots gebruikt als fluorescente labels. Thans wordt de microscoop gebruikt voor de studie van modelmembraansystemen met fluorescent gelabelde membraaneiwitten en in door NWO-ALW gefinancierd onderzoek (Van molecuul tot organisme). gebruiker(s) TNO Voeding, Zeist / Leids Universitair Medisch Centrum / Unilever Research, Vlaardingen / Nikon Europe BV, Badhoevedorp
gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen
U B I.4552
B CA projectleider
New instruments in the risk assessment of chemicals in water and soil incorporating bio-availability and complex mixtures
Dr. J.L.M. Hermens totale toewijzing in k1 414,65 Proctor & Gamble; Bijdrage: NAM inkomsten in k1 20,42
contracten
Bijdrage:
U DG.4600
BBB
A defective live vaccine for protection against feline infectious peritonitis
projectleider
Prof.dr. P.J.M. Rottier tot ale toewijzing in k 1 512,3 4 octrooien PCT.NL02/00318 Corona-virus-like particles comprising functionally deleted genomes (deleted corona) inkomsten in k1 30,00
doelstelling Risico-evaluatie van milieuverontreininging is complex als het
doelstelling Doel was de ontwikkeling van een vaccin tegen het coronavirus
gaat om mengsels van stoffen. Biomimetische extractie van milieumonsters kan ertoe leiden dat het risico van klassen van verbindingen, in plaats van de individuele stoffen, kan worden vastgesteld. Doel was een methode ontwikkelen die bruikbaar is in risicoschatting van milieuverontreiniging.
dat bij katten een fatale buikvliesontsteking veroorzaakt, het feline infectieuze peritonitis virus (FIPV). De aanpak omvat a) het opzetten van een reverse genetics system voor FIPV, b) het identificeren van genen die verantwoordelijk zijn voor de virulentic en c) het genereren van levende verzwakte virusvarianten en het testen daarvan als kandidaat vaccin.
resultaat na 5 jaar Een nieuwe methode is ontwikkeld en gevalideerd, waarmee gifstoffen uit water-, bodem- en sedimentmonsters zodanig worden geëxtraheerd dat deze representatief zijn voor blootstelling van organismen in het milieu. Onderzoekers bij ExxonMobil, Proctor&Gamble en Rijkswaterstaat (RIZA) passen de methode in hun eigen praktijk toe. gebruiker(s) RIVM, Bilthoven / NAM, Assen / RIZA, Lelystad / Exxon Chemical Europe, Inc., Machelen (België) / VROM-DGM, Den Haag / Proctor & Gamble, Cincinnati (Verenigde Staten) / RIKZ, Haren
resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. Met de gekozen strategie (targeted
RNA recombination) werden de genen geïdentificeerd die, bij verwijdering, verzwakte virussen opleverden. Twee kandidaat vaccins bleken uitstekend te beschermen tegen infectie met het lethale FIPV. Deze virussen worden thans verder getest op veiligheid in samenwerking met Intervet BV (Boxmeer). Tevens wordt met dit bedrijf onderhandeld over de exploitatie van patent en vaccin. De huidige vaccins zijn werkzaam tegen een bepaalde serogroep van kattencoronavirussen. In een vervolgproject wordt de onderzoeksstrategie ingezet voor de ontwikkeling van nieuwe en breder inzetbare vaccins. Vervolgproject: UDG.6029 ‘Live attenuated vaccines against feline infectious peritonitus virus and other feline pathogens’. gebruiker(s) Intervet International BV, Boxmeer
119
projecten 1998
UG N.4602
AAA projectleider
A new generation of antibiotics: synthetic peptides and peptidomimetics which block porins of Gram-negative bacteria
Dr. A.J.W. van Alphen
totale toewijzing in k1
420,94
UCH.4608
Monoglyceride-eiwitsystemen
BAA projectleider
Prof.dr. B. de Kruijff
totale toewijzing in k 1
381,15
inkomsten in k 1
20,00
doelstelling Steeds meer bacteriën worden resistent tegen de bestaande
doelstelling Doel van het project was kennis te verkrijgen van monoglyceriden
antibiotica. Er is een groeiende behoefte aan nieuwe klassen van antibiotica. In dit project werd een alternatieve stategie onderzocht waarbij de bacteriële groei wordt geremd door de opname van nutriënten te blokkeren door gebruik van peptiden en/of peptidomimetica. In dit project werden combinatoriële chemie benaderingen al dan niet in samenhang met ‘structure based design’ gebruikt om te komen tot nieuw stoffen, die in staat zijn de groei van bacteriën te remmen door blokkering van hun voedselkanalen.
(MG) eiwitsystemen waarbij de aard van het monoglyceride (al dan niet verzadigd), de oppervlaktelading van cosurfactants, het fasegedrag en de aard van het eiwit en preparaatcondities zullen worden gevarieerd. Hiermee zullen nieuwe producten in de voeding kunnen worden ontwikkeld, zoals spreads met een zeer laag vetgehalte.
resultaat na 5 jaar Aan de Universiteit Utrecht werden twee benaderingen gevolgd:
structure-based design en combinatoriële chemie benaderingen voor peptidomimetica gebaseerd op de peptidesequenties voortgekomen uit de benaderingen vanuit ID-Lelystad. Bij de structure-based benaderingen werd geprobeerd de porie af te sluiten door: – Een chemische stof aan te bieden die kan binden aan de ‘restrictielus’ en op deze manier de ‘deksel’ voor afsluiting effectiever te maken. – Het ontwerpen van moleculaire ‘kurken’ die tegelijkertijd de drie kanalen van het porine trimeer kunnen afdichten. Bij het RIVM werden testen uitgevoerd op de bij ID-DLO Lelystad aangeleverde peptidebanken. Deze testen werden uitgevoerd op een groei assay met verschillende E.coli stammen. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Intervet International BV, Boxmeer
U B I.4657
BBB
Carbohydrate control of gene expression in plants
resultaat na 5 jaar Het project is wetenschappelijk gezien geslaagd, maar de utili-
satie is beperkt gebleven. Het onderzoek leverde kennis op over het effect van eiwitten op monoglyceride dispersies in diverse organisatievormen en toonde de manier aan waarop eiwitten in interactie komen met monoglyceride dubbellagen in water. Tevens werden 2H-NMR technologiën ontwikkeld die in samenhang met gedeutereerde monoglyceriden het mogelijk maakten in industriële preparaten de organisatievorm van het monoglyceride (en daarmee de fase) vast te stellen. Een directe en concrete toepassing in de vorm van een product is niet gerealiseerd. Verrassende bevindingen werden gedaan naar het effect van eiwitten op de stabiliteit van met name de voor toepassingen interessante coagelfase van monoglyceriden. Op een manier die specifiek was voor het type eiwit werd zowel stabilisatie als destabilisatie van de coagel waargenomen. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / Quest International, Bussum / Friesland Coberco Dairy Foods Research Centre, Deventer
UCH.4678
BAA
Long term perspectives for production of fuels from biomass; Integrated assessment and RD&D priorities
projectleider
Prof.dr. J.C.M. Smeekens totale toewijzing in k 1 502,12 contracten Geheimhouding: UU; Seminis Vegetable Seeds Holland BV; STW octrooien PCT.EP02/12478 Werkwijze voor het selecteren van genetisch getransformeerde cellen; PCT.EP03/06213 Method for enhancing the disease resistance in plants by altering trehalose-6-phosphate levels inkomsten in k1 55,28
projectleider
doelstelling Het doel van dit project was de functie van trehalose metabolisme
doelstelling Dit tweejarige project is opgezet om inzicht te krijgen in de
in planten en dan met name de sleutelrol van Trehalose-6-fosfaat (T6P) verder te ontrafelen om daarmee aspecten als oogstopbrengst en gewasresistentie te verhogen. Dergelijke kennis kan worden ingezet in de gewasverbetering waar oogstopbrengst en gewasresistentie beide belangrijke veredelingskenmerken zijn.
mogelijkheden en de potentiële performance van de productie van transportbrandstoffen uit biomassa. Ook zullen de technologische bottlenecks die nog op de weg van grootschalige toepassing liggen worden geïnventariseerd. Het project moet leiden tot een lange termijn R&D strategie met betrekking tot de inzet van biobrandstoffen.
resultaat na 5 jaar Met succes zijn in Arabidopsis thaliana de T6P-niveaus
resultaat na 5 jaar Ketenanalyses zijn uitgevoerd voor verschillende processen
veranderd door de expressie van genen coderend voor eiwitten betrokken bij trehalose metabolisme, zoals T6P synthase, T6P fosfatase en T6P hydrolase. De resultaten leidden tot een gepatenteerde methode voor de verhoging van ziekteresistentie in planten door aanpassing van de T6P-niveaus. Tevens is in het project een methode ontwikkeld voor de selectie van genetisch gemodificeerde planten na de transformatie procedure, zonder gebruik te maken van antibioticum selectie. Ook deze methode is gepatenteerd.
waarmee bio-grondstoffen kunnen worden omgezet in bio-brandstoffen. Op de lange termijn lijkt de productie van waterstof en ethanol uit hout en gras de meest aantrekkelijke oplossing. In vergelijking met benzine en diesel zouden deze biobrandstoffen tegen concurrerende prijzen kunnen worden geproduceerd. De opgedane kennis is op vele plaatsen terecht gekomen, zowel nationaal als internationaal. Voor de onderzoeksgroep zelf heeft het project de basis gevormd voor een fors aantal vervolgprojecten, onder andere gefinancierd door NWO/NOVEM, Shell en de EU.
gebruiker(s) ADVANTA Seeds BV, Rilland / DSM Venturing and New Business Development, Heerlen
Dr. A.P.C. Faaij
totale toewijzing in k1
49,10
inkomsten in k1
20,42
gebruiker(s) BTG Biomass Technology Group BV, Enschede / ECN, Petten / Shell International BV, Den Haag / BIOFUEL BV, Heemskerk / TNO-MEP, Apeldoorn / Novem, Utrecht
120
utilisatierapport 2004
UG N.4790
B BA projectleider
Transplantation of spermatogonial stem cells
Prof.dr. D.G. de Rooij
totale toewijzing in k1
| Instelling
V_
vrije universiteit amsterdam
437,21
doelstelling Spermatogoniale stamcellen zorgen ervoor dat gedurende het leven
steeds nieuwe spermacellen worden gevormd. Deze cellen zijn extra gevoelig voor bestraling bij kanker. Het kunnen isoleren en bewaren van stamcellen en daarna weer transplanteren zou bijdragen aan het oplossen van het probleem van onvruchtbaarheid door bestraling. Deze techniek is ook van belang in de rundveefokkerij. Het doel was om een methode te ontwikkelen voor de transplantatie van deze stamcellen in knaagdieren en in kalveren met als uiteindelijk doel toepassing in de mens. resultaat na 5 jaar In het onderzoek is aangetoond dat het mogelijk is om
stamcellen te isoleren en te bewaren met cryopreservatie. Daarnaast bleek het mogelijk om de cellen terug te brengen in testis waarin alle stamcellen door bestraling waren gedood. De stamcellen koloniseerden opnieuw de testis en vertoonden stamcel activiteit. Voor de gebruikte methoden zijn protocollen opgesteld. Op grond van deze resultaten is een vervolgonderzoek ingediend bij STW om dit onderzoek voort te zetten bij humane kankerpatiënten. gebruiker(s) Pharming Group NV, Leiden / Pharming BV, Leiden / ID-Lelystad BV, Lelystad / Holland Genetics v.o.f., Arnhem
VB I.4568
CBA
Program for discovery of novel drugs, based on the utilization of a naturally occurring soluble protein analogue of the nicotinic acetylcholine receptors
VB I.4605
A00
Identification and isolation of a resistance gene from Petunia hybrida for the development of stable Phytophtora infestance resistance in potato
projectleider
Prof.dr. A.B. Smit totale toewijzing in k1 600,62 contracten Bijdrage: STW; VUA; J&J Pharmaceutical; Samenwerking: STW; VUA; N KI; J&J Pharmaceutical octrooien PCT.EP01/01457 Water-soluble ligand-binding proteins...; EU.00200443.0 Analogues of channel-coupled receptors...; PCT.EP03/04552 Crystal structure of acetyl choline binding protein inkomsten in k1 402,54
projectleider
doelstelling Acetylcholine binding protein (AChBP) is een wateroplosbaar eiwit.
doelstelling Het oorspronkelijke project had als doel om met behulp van
Het heeft structurele verwantschap met de nicotine acetylcholinereceptor dat voorkomt in het membraan van zenuwcellen, maar in tegenstelling tot het receptoreiwit kan AChBP gekristalliseerd worden, en is zo geschikt om er met röntgenkristallografie de 3D-structuur van te bepalen. Doel van het project was AChBP te gebruiken als een ‘screening tool’ voor het ontwikkelen van nieuwe medicijnen die aangrijpen op de nicotine en andere neurologische receptoren.
transposonmutagenese mutanten van Petunia hybrida op te sporen die gemuteerd zijn in genen die betrokken zijn bij non-host resistentie tegen Phytophthora infestans, om vervolgens deze genen over te brengen naar onder andere aardappel teneinde duurzame resistentie tegen dit pathogeen te verkrijgen.
Dr. R.E. Koes
totale toewijzing in k1
237,46
resultaat na 5 jaar Snel na de start van het project bleken de aannames die resultaat na 5 jaar Het project is nog niet afgerond. De kristalstructuur van
AChBP is inmiddels bepaald, wat heeft geleid tot twee publicaties in Nature. Met een aantal verbindingen (met bekende liganden en met verbindingen geleverd door Janssen Pharmaceutica) zijn co-kristallisatiestudies verricht. Het gen voor AChBP is inmiddels geïsoleerd, gesequenced, en gekloneerd in verschillende expressiesystemen. De binding site en ligand affiniteit van het eiwit is bepaald. Een begin is gemaakt met de constructie van mutanten van AChBP die een bindingsprofiel hebben vergelijkbaar met dat van andere receptoren. gebruiker(s) Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Johnson & Johnson
Pharmaceutical, Beerse
aan het voorstel ten grondslag lagen onvoldoende gegrond. De strategie is gewijzigd en de oorspronkelijke targets zijn gedeeltelijk gehaald: de mutantenbank van Petunia is gereed gekomen. Een alternatieve aanpak, de screening van ndr1-achtige en eds1-achtige mutanten is nog niet succesvol gebleken. Wel is voortgang geboekt met de nieuwe strategie: het isoleren van HR-inducerende factoren van P. infestans welke gebruikt kunnen worden voor de screening van HR-mutanten van Petunia. Het project is voortijdig afgesloten in verband met het vertrek van de onderzoeksleiders in de groep van dr. M.J.J. van Haaren / prof.dr. H.J.J. Nijkamp en het vertrek van medeaanvrager prof.dr. J. Mol
121
projecten 1998
VB I.4716
ACA
Genetic control and modification of inflorescence development
| Instelling
W _ wageningen universiteit
projectleider
Dr. R.E. Koes totale toewijzing in k 1 454,60 contracten Geheimhouding: Cebeco Seeds BV; Vrije Universiteit Amsterdam; Enza Zaden BV; Plant Research International BV; De Ruiter Seeds CV; Genetwister Technologies BV octrooien PCT.NL02/00655 Nucleic acid sequences that induce early flowering doelstelling In de natuur bestaat een grote variatie in de architectuur van bloei-
wijzen van planten. Er kan één bloem gevormd worden zoals bij de tulp of meerdere zoals bij petunia’s. Deze verschillende bloeiwijzen ontstaan uit het bloeiwijzedeelweefsel (meristeem) van de planten. Het onderzoek richtte zich op de genetische basis van bloeiwijze- en bloemontwikkeling. Deze kennis is van belang voor de veredeling van zowel consumptiegewassen als siergewassen. resultaat na 5 jaar Door mutatieanalyse zijn in de petunia drie meristeem
identiteitsgenen geïdentificeerd. Deze zijn van belang voor het bepalen van het type bloeiwijze: abbarant leaf and flower (ALF), double top (DOT) en evergreen (EVG). Expressie van DOT in transgene petunia’s gaf een dramatische verandering: extreem vroege bloei, één bloem en blad omgevormd tot bloemblad. Op grond van de kennis van het vergelijkbare gen in zandraket had men dit niet verwacht. Het induceren van vroege bloei is vastgelegd in een octrooi. gebruiker(s) Plant Research International BV, Wageningen / Syngenta Mogen BV,
Ridderkerk / Enza Zaden BV, Enkhuizen / Genetwister Technologies BV, Wageningen / LBO, Liss
WLM.4479
AAA projectleider
Biocatalytic production of specific oligosaccharides
Dr.ir. A.E.M. Janssen
totale toewijzing in k1
649,30
WB I.4483
ABA projectleider
Anaerobe biodegradatie van hexachloorcyclohexaan
Dr.ir. G. Schraa
totale toewijzing in k1
185,44
doelstelling Niet-verteerbare oligosacchariden (NDO) worden toegepast om de
doelstelling Tot voor kort was biologische reiniging van met lindaan (HCH) veront-
groei van bepaalde micro-organismen (bijv. bifidobacteriën) in het darmkanaal te stimuleren. In een enzymatische synthese van oligosacchariden streeft men naar hoge substraatconcentraties. Dat is mogelijk als er hoge reactietemperaturen worden toegepast. De enzymen moeten dan wel thermostabiel zijn. Glycosidases worden daarom vaak gebruikt, maar die zijn niet selectief en maken korte ketens. Het is te verwachten dat in de darm micro-organismen aanwezig zijn in het bezit van meer specifieke enzymen. Doel was productie van specifieke oligosacchariden met een zo hoog mogelijke efficiëntie.
reinigde grond niet haalbaar vanwege de recalcitrantie van HCH. Aangetoond is dat HCH onder anaerobe (methanogene) condities door micro-organismen kan worden afgebroken. Doel was om een snelle anaerobe dechlorering van HCH te bewerkstelligen, en het proces zo te sturen, dat benzeen als enig eindproduct gevormd wordt. Dit kan dan uiteindelijk leiden tot een volledig anaeroob mineralisatieproces, dat goedkoper is dan bestaande methoden. Het onderzoek loopt parallel aan een door NOBIS/SKB gefinancierd onderzoek bij TNO-MEP. resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. Uit monsters van een verontreinigde
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is nog niet beëindigd. De doelen zijn nog niet
gehaald. Er zijn tot nu toe drie nieuwe enzymen gekarakteriseerd. Hoewel nog niet is aangetoond dat het mogelijk is met deze enzymen lange oligosacchariden te synthetiseren (meer dan drie glucose-eenheden), is de interesse bij de gebruikers nog steeds aanwezig. De technische en economische haalbaarheid is onderzocht voor een synthese van oligosacchariden door glycosidases, gevolgd door een ‘simulated moving bed’ als downstream scheidingsproces. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / DSM Food Specialties, Delft / TNO Voeding, Zeist / Cosun Food Technology Centre, Roosendaal / Friesland Coberco Dairy Foods Research Centre, Deventer / Numico Research, Wageningen / Avebe b.a., Veendam
industriële locatie zijn bruikbare bacterieculturen geïsoleerd. Het gebruik van anaeroob korrelslib voor de reiniging van grondwater dat HCH bevat is bestudeerd in een vast-bed reactor op laboratoriumschaal. HCH wordt gedechloreerd, zolang het in relatief hoge concentraties door de reactor wordt geleid. Met verontreinigd grondwater van een industriële locatie, waarin naast HCH ook benzeen en mono-, di- en trichloorbenzenen aanwezig zijn, stopte de dechlorering. Aanvullend onderzoek naar dit toxiciteitsverschijnsel is nodig. gebruiker(s) Doelman Advies, Wageningen / NOBIS, Gouda / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Provincie Overijssel, Zwolle / Tauw Milieu BV, Deventer / TNO-MEP, Apeldoorn
122
utilisatierapport 2004
WB I.4513
B BA projectleider k1
Modelling and measurement by proximal sensing of multivariate spatial and temporal distributions of soil properties at field scale for precision agriculture
Prof.dr.ir. A. Veldkamp
totale toewijzing in k 1
164,76
inkomsten in
1,37
WB I.4573
B CB
A new disease in the predatory mite P.persimilis: Pathogen identification; development of a detection method and prevention and cure in mass rearing
projectleider
Prof.dr. M. Dicke totale toewijzing Entocare; Koppert BV inkomsten in k1 9,00
in k1
322,46
contracten
Bijdrage:
doelstelling In dit project is onderzocht hoe bodemeigenschappen kunnen
doelstelling Voor biologische bestrijding van plagen met behulp van roofmijten
worden gemodelleerd met behulp van proximal sensing technieken voor precisielandbouw. Bij precisielandbouw wordt gestreefd naar een optimale afstelling van het management, zoals zaaien en bemesten, op de locale bodemcondities binnen een perceel. Dit moet resulteren in een optimale gewasopbrengst en gewaskwaliteit en minimale verliezen van meststoffen naar het milieu.
is massaproductie van roofmijten noodzakelijk. Deze massaproductie blijkt gepaard te gaan met ziekte en kwaliteitsverlies. Doel van dit project was om de ziekteverwekker te identificeren en te kunnen opsporen.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geresulteerd in de ontwikkeling van een methodiek voor plaatsspecifieke kalk- en stikstofbemesting op basis van bodeminformatie verkregen met sensorwaarnemingen. Deze methodiek maakt deel uit van een beslissingsondersteunend systeem voor precisielandbouw dat aan de Wageningen Universiteit wordt ontwikkeld. Op sensorgebied is naar voren gekomen dat met ISFET-pH sensoren snel en accuraat de pH van de bodem kan worden gemeten. Internationaal gezien staat precisielandbouw sterk in de belangstelling. Door de steeds strenger wordende milieunormen wordt de kans op toepassing hoog ingeschat.
resultaat na 5 jaar De ziekteverwekker is geïdentificeerd en een PCR-testmethode
is ontwikkeld waarmee deze kan worden vastgesteld. De testmethode is gebruikt op commerciële en experimentele massakweken van roofmijten en de resultaten blijken goed te correleren met waargenomen biologische effecten. Een methode is ontwikkeld om de ziekte te voorkomen dan wel in te perken. De gebruikers hebben de preventieve maatregelen overgenomen. De WU zal faciliteiten bieden voor bedrijven die de PCR-test willen laten uitvoeren. gebruiker(s) RIVM, Bilthoven / Entocare, Wageningen / Koppert BV, Berkel en
Rodenrijs
gebruiker(s) Sentron Europe BV, Roden / Akkerbouwbedrijf Gebr. van Bergeijk,
Zuidland
WM K.4650
B BA projectleider k1
Vermindering van de slibproductie bij de biologische zuivering van afvalwater door toepassing van oligochaete wormen
Prof.dr.ir. W.H. Rulkens
totale toewijzing in k 1
302,00
inkomsten in
WB I.4723
Imbibitional stress and seed performance
BAA projectleider
Dr.ir. F.A. Hoekstra
totale toewijzing in k1
459,69
27,23
doelstelling Doel van het project was het toepassen van oligochaete wormen om
doelstelling Plantenzaden gaan bij imbibitie over van de droge naar de vochtige
surplus zuiveringsslib te behandelen. De slibreductie is het gevolg van predatie door oligochaete wormen en resulteert idealiter in drogestofreductie en een verbetering van de ontwaterbaarheid van slib. In Nederland wordt circa 350000 ton droog afvalwaterslib geproduceerd. Sinds dit zuiveringsslib niet meer in de landbouw gebruikt mag worden, zijn de kosten van de verwerking sterk gestegen.
toestand. Hierbij ontstaat vaak schade aan het membraan van de zaden. Intacte membranen zijn van belang voor het goed uitgroeien tot volwassen plant. Dit onderzoek bestudeerde het mechanisme van imbibitieschade en de ontwikkeling van een methode om zaden te behandelen, voordat ze worden bevochtigd, om deze schade te verminderen.
resultaat na 5 jaar Een langdurig experiment met een kleinschalige afvalwaterzuivering met een daaraan gekoppelde slibreductiereactor met Tubifex pakte helaas negatief uit. Ook de vrijzwemmende worm Aeolosoma sp. had weinig of geen effect op de slibproductie, zelfs niet bij aantallen van 800 miljoen per kubieke meter. Uiteindelijk is de worm Lumbriculus variegatus geselecteerd, die zeer veelbelovende resultaten laat zien: de wormen (3-8 cm lang) zijn makkelijk te kweken op zuiveringsslib, de bezinking- en ontwateringeigenschappen worden verbeterd en de wormen zijn met behulp van zeven gemakkelijk af te scheiden. In reproduceerbare batchexperimenten op kleine schaal is aangetoond dat Lumbriculus variegatus 30 tot 80 procent slib af kan breken. Hiermee is de potentiële werking van het concept aangetoond.
resultaat na 5 jaar Hypothese: bij laag watergehalte en lage temperatuur verlopen
gebruiker(s) DHV Water BV, Amersfoort / Waterschap Veluwe, Apeldoorn / B.A.T. Services, Gent (België) / STOWA, Utrecht
de processen in de verschillende delen van het zaad verschillend. Tot nu toe is fysisch-chemisch inzicht verkregen in de vorming en fusie van blaasjes met vetachtige stoffen. Deze processen blijken van essentieel belang. Verder blijkt dat niet de hele buitenkant van het zaad wordt beschadigd maar alleen daar waar het water binnendringt. Vooral de cellen die de wortel zullen vormen worden beschadigd. De beschadiging is vooral een plek gebleken waar schimmels en bacteriën toeslaan. Inzicht in deze processen is van groot belang voor de zaadtechnologie. gebruiker(s) De Kooi Zaadtechnologie, Enkhuizen / Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / De Ruiter Seeds CV, Bergschenhoek / Bejo Zaden BV, Warmenhuizen / Enza Zaden BV, Enkhuizen / Nunhems Zaden BV, Haelen
123
projecten 1998
WB I.4725
CCA
Development of a rapid, multiplex PCR-based test to assess the impact of soil pollution by measuring the diversity of the nematode fauna
WB I.4737
CAA
Genetische analyse en modificatie van zaadkwaliteit
projectleider
Dr.ir. J.E. Kammenga tot ale toewijzing in k 1 43 6,3 9 contracten Geheimhouding: Bedrijfslab. voor Grond- en Gewasonderzoek; Optie: WU; STW; Bedrijfslab. voor Grond- en Gewasonderzoek octrooien P CT.0 4/ 000247 Werkwijze voor het bepalen van bodemgezondheid in ecologische en landbouwkundige zin (Nematoden als biosensor) inkomsten in k1 3,92
projectleider
doelstelling Bodemvervuiling is een veel voorkomend verschijnsel, en voor
doelstelling De kwaliteit en bewaarbaarheid van zaden worden beïnvloed door
risico-analyses is het nuttig om vast te stellen wat het effect van toxicanten is op de bodemgezondheid. Nematoden vormen een zeer abundante en diverse groep van bodemorganismen. Veranderingen in nematodengemeenschappen blijken hoogst informatief wat betreft de ecologische bodemgezondheid. Doel van dit project was de ontwikkeling van gebruiksvriendelijk DNA-barcode systeem voor routinematige analyse van nematodengemeenschappen.
de gezondheid van de moederplant, de specifieke behandelingen die worden toegepast en de genetische achtergrond. Er is weinig bekend over de genen die van invloed zijn op de bewaarbaarheid van zaden. Kennis van deze genen is van belang bij de veredeling van rassen op deze eigenschappen. In dit onderzoek is de modelplant Arabidopsis Thaliana, de zandraket, gebruikt om meer inzicht in de betrokken genen te verkrijgen.
resultaat na 5 jaar Er is een database gegenereerd waarin digitale opnames
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft laten zien dat er verschillende manieren
van individuele nematoden direct gelinked zijn aan de bijbehorende SSU rDNA sequenties. Dit is gedaan voor een zeer substantieel deel van de in Nederland voorkomende terrestrische en aquatische nematoden. Een systeem omvattende de extractie van DNA uit nematoden, de identificatie en het gebruik van taxon-specifieke SNPs en de ecologische interpretatie van de data is geoctrooieerd. Het bedrijf Blgg BV zal dit octrooi overnemen en de eerste diagnostische producten zullen in 2004 op de markt gebracht worden.
zijn om aan te tonen dat er genen zijn die de zaadkwaliteit beïnvloeden. Alle mogelijke locaties van genen die gevonden zijn en die van belang bleken voor de zaadkwaliteit zijn in een genetische kaart geplaatst. Deze kaart vormt samen met de verkregen mutanten en de zogeheten ‘modifier’-lijnen een belangrijk uitgangspunt voor het moleculair karakteriseren van deze genen. Door deze karakterisering kan hun werking begrepen worden en dan gebruikt worden om bij de veredeling van plantenzaden.
gebruiker(s) Doelman Advies, Wageningen / VROM-DGM, Den Haag / RIVM,
gebruiker(s) Plant Research International BV, Wageningen / Nunhems Zaden BV, Haelen / Bejo Zaden BV, Warmenhuizen / De Ruiter Seeds CV, Bergschenhoek / Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Enza Zaden BV, Enkhuizen
Bilthoven / Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek, Oosterbeek
WB I.4802
B CB projectleider
Application of covariance functions of traits during growth and ageing in pigs
Prof.dr.ir. J.A.M. van Arendonk
totale toewijzing in k1
163,95
Prof.dr.ir. M. Koornneef totale toewijzing in k 1 389,29 contracten Bijdrage: Nunhems Zaden BV; Bejo Zaden BV; De Ruiter Seeds CV; Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV; Enza Zaden BV inkomsten in k1 45,40
WLM.4806
CAA projectleider
Mushroom oxidative stress tolerance as a novel strategy towards environmentally sound pathogen control
Dr. P.J. Schaap
totale toewijzing in k1
327,12
doelstelling De markt vraagt om het ideale varken met een gewenst gewicht en
doelstelling De opbrengst in de eetbare paddestoelenteelt wordt in belangrijke
vetheid te verwerven in een beperkte tijd. Dit onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de relaties die bestaan tussen genetische afkomst en de wijze waarop varkens groeien en vet aanzetten. Tot nu toe selecteren fokkers op totale voeropname en gemiddelde groei van de dieren. Tussentijdse verschillen zien zij daardoor over het hoofd. Met de kennis wilde men komen tot model waarmee kenmerken van varkens tijdens de groei kunnen worden gevolgd.
mate beïnvloed door pathogenen. Het doel om met behulp van waterstofperoxide(H2O2)productie in het substraat pathogenen af te doden bleek niet haalbaar. Het onderzoeksdoel werd aangepast in overleg met de belangrijkste gebruiker PPO Paddestoelen: Inzicht verkrijgen in de beschikbaarheid van voedingsstoffen, in afbraakprocessen en in de betrokken enzymen in compost, in relatie tot de opbrengst van paddestoelen.
resultaat na 5 jaar Om de invloed van erfelijkheids- en omgevingsfactoren op
resultaat na 5 jaar De champignon was gevoeliger voor H O dan de pathogeen. 2 2
de voeropname na te gaan werd een computermodel ontwikkeld (stochastisch regressiemodel). Hiermee werd inzicht verkregen in de relatie tussen dagelijkse portie voer, dagelijkse groei, de interactie hiertussen en wat de invloed hiervan is op het fokresultaat. Het blijkt dat niet ieder varken op dezelfde manier eet en groeit. Dit wordt vooral bepaald door de genetische achtergrond. Met een simulatiestudie werd aangetoond dat het gebruik van het model leidt tot veranderingen in groeipatronen van varkens. Zo is op elk moment in de groeiperiode een ideale balans tussen voeropname en groei te bereiken.
Er is een manier gevonden om de biobeschikbaarheid van holocellulose (hc), dé voedingsstof voor paddestoelen, in compost te schatten. Het is een eerste stap voor een kwaliteitstest voor compost. Toevoegen van extra holocellulose aan compost bleek de opbrengst niet te verbeteren. Met proteomics is inzicht verkregen in enzymen die betrokken zijn bij de afbraakprocessen in compost. Dertien enzymen zijn gekarakteriseerd, drie waren niet eerder beschreven voor deze afbraakprocessen. Deze informatie vormt voor gebruikers een belangrijke basis voor verder onderzoek.
gebruiker(s) IPG, Institute for Pig Genetics BV, Beuningen / Hypor BV, Boxmeer / ID-Lelystad BV, Lelystad
gebruiker(s) Proefstation voor de Champignoncultuur, Horst / Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging, Gennep
124
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1998
A ABZ Technology Services BV (Zeist) _ NWI.4411 ACRB (Lemmer) _ TCT.4466 ACTA - Vrije Universiteit (Amsterdam) _ NMW.4457 ADVANTA Seeds BV (Rilland) _ UBI.4657 AEA Technology Rail BV (Utrecht) _ DWT.3951 _ DST.4174 AIVD-NBV (Leidschendam) _ EWI.4536 AMOLF (Amsterdam) _ N MW.4457 ARGOSS (Marknesse) _ TCT.4466 ASTRON (Dwingeloo) _ DE L.4476 ATAS International BV (Veldhoven) _ GFA.4453 AZ Groningen _ TTN.4661 Academisch Medisch Centrum Amsterdam _ UGN.4183 _ AGN.4731 Acordis Industrial Fibers BV (Arnhem) _ TEL.4408 Adcon RF Technology BV (Amsterdam) _ DMF.5051 Addtek België (Kessel, België) _ DCT.4406 Adelante Technologies BV (Waalre) _ DEL.4476 Advanced Public Transport Systems (Valkenswaard) _ EEL.4614 Agfa-Gevaert NV (Mortsel, België) _ LWN.4527 Agrotechnology & Food Innovations BV (Wageningen) _ TWI.4197 Akkerbouwbedrijf Gebr. van Bergeijk (Zuidland) _ WBI.4513 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ UTN.4407 _ WBI.4483 _ NNS.4769 _ ACH.4777 Akzo Nobel Chemicals BV (Deventer) _ DST.4653 _ DST.4764 _ NNS.4769 Akzo Nobel Eka Chemicals AB (Bohus, Zweden) _ DST.4764 Alcatel CIT (Annecy, Frankrijk) _ DEL.4577 Alcatel Vacuum Technology (Houten) _ DEL.4577 _ TEL.4886 Ambroise Holland BV (Enschede) _ TWT.4459 _ DWT.4551 _ TWT.4588 Antonius Ziekenhuis (Nieuwegein) _ UGN.4183 Applied Instruments (Middelburg) _ TEL.4408 Applied Laser Technology BV (Best) _ FAM.4689 AquaSense (Amsterdam) _ BBI.4145 Aquamarijn Microfiltration BV (Hengelo) _ TST.4473 Arbed Damwand Nederland BV (Moerdijk) _ DCT.4672 Arcadis Ruimtelijke Ontwikkeling (Apeldoorn) _ ABI.4701 Avant! Corporation (Fremont, Verenigde Staten van Amerika) _ DEL.4415 Avantium Technologies BV (Amsterdam) _ UCH.4112 Avebe b.a. (Veendam) _ WLM.4479 B B.A.T. Services (Gent, België) _ WMK.4650 BAAT Medical Engineering (Hengelo) _ TWT.4459 _ TWT.4588 BGT (Eindhoven) _ DST.4174 BIOFUEL BV (Heemskerk) _ UCH.4678 BOAL Profielen BV (De Lier) _ DST.4381 BP Exploration (Middlesex, Groot Brittannië) _ DTA.4585 BTG Biomass Technology Group BV (Enschede) _ UCH.4678 Ballast Nedam Engineering BV (Amstelveen) _ DCT.4672 Ballast Nedam Funderingstechnieken (Dordrecht) _ DCT.4672 Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek (Oosterbeek) _ WBI.4725 Bejo Zaden BV (Warmenhuizen) _ WBI.4723 _ WBI.4737 Bender International BV (Krimpen a/d IJssel) _ DCT.4672 Bennenk Consultancy BV (Monnickendam) _ DCT.4201 _ DCT.4406 Berklee School of Music (Boston, Verenigde Staten van Amerika) _ NIF.4494 Biomaterials Research Group (Bilthoven) _ NMW.4457 Bouwdienst Rijkswaterstaat (Utrecht) _ DCT.4201 _ DCT.4672 Bouwen met Staal (Rotterdam) _ DCT.4406 Bruker Analytik GmbH (Rheinstetten, Duitsland) _ LWN.4527 C C2V BV (Enschede) _ TEL.4886 CHL Netherlands BV (Katwijk) _ DTN.4758 Catharina Ziekenhuis (Eindhoven) _ AGN.4731 Center for PersonKommunikation (Aalborg, Denemarken) _ DEL.4625 Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (Amsterdam) _ AGN.4731 Coda Music Technology (Eden Prairie, Verenigde Staten van Amerika) _ NIF.4494 College voor Zorgverzekeringen (Amstelveen) _ AGN.4731 Corus Staal BV (IJmuiden) _ DTN.4323 _ DST.4381 _ DTM.4507 Cosun Food Technology Centre (Roosendaal) _ WLM.4479 Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging (Gennep) _ WLM.4806 D D.O.R.C. BV (Zuidland) _ GGN.4399 DAF Trucks NV (Eindhoven) _ DTN.4323 DHV Water BV (Amersfoort) _ WMK.4650 DLV (Lisse) _ UBI.4394 DSM (Geleen) _ TST.4473 DSM Bakery Ingredients (Delft) _ DST.4728 DSM Elastomers Europe BV (Sittard) _ TST.4489 DSM Fine Chemicals (Geleen) _ TST.4624 DSM Food Specialties (Delft) _ WLM.4479 DSM Research BV (Geleen) _ UCH.4112 _ EST.4439_ AAC.4556 _ ACH.4597 _ UGN.4602 _ DST.4764 _ ACH.4777 DSM Venturing and New Business Development (Heerlen) _ U B I.4657 DYNA Dental Engineering BV (Bergen Op Zoom) _ ANS.4403 Daimler Benz Aerospace Airbus GmbH (Bremen, Duitsland) _ DTN.4323 Danieli Corus Europe (IJmuiden) _ DST.4653 De Efteling BV (Kaatsheuvel) _ DWT.4551 De Kooi Zaadtechnologie (Enkhuizen) _ WB I.4723 De Nederlandsche Bank NV (Amsterdam) _ EW I.453 6 De Ruiter Seeds CV (Bergschenhoek) _ WB I.4723 _ WB I.4737 Delstar Technologies (Bristol, Groot Brittannië) _ TST.4473 Doelman Advies (Wageningen) _ WBI.4483 _ WBI.4725 Dräger Medical BV (Best) _ NGN.4372 Dutch Space BV (Leiden) _ DTN.4323 _ DEL.4506
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1998
E ECN (Petten) _ DEL.4506 _ UCH.4678 Elephant Dental BV (Hoorn) _ ANS.4403 Elf Aquitaine (Pau, Frankrijk) _ DTA.4585 Emagic Soft- Und Hardware GmbH (Rellingen, Duitsland) _ N I F.4494 Engelhard De Meern BV (De Meern) _ UCH.4112 Entocare (Wageningen) _ WB I.4573 Enza Zaden BV (Enkhuizen) _ VB I.4716 _ WB I.4723 _ WB I.4737 Eonic BV (Delft) _ DE L.4476 Epilepsiecentrum Kempenhaeghe (Heeze) _ NGN.4372 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam _ UGN.4183 Ericsson EuroLab Netherlands BV (Enschede) _ DEL.4476 Exxon Chemical Europe, Inc. (Machelen, België) _ UBI.4552 F Flexsys BV (Deventer) _ TST.4489 Fokker Special Products BV (Hoogeveen) _ DTN.4323 Fraunhofer Institut (Sankt Augustin, Duitsland) _ DEL.4415 Friesland Coberco Dairy Foods Research Centre (Deventer) _ WLM.4479 _ UCH.4608 Frog Navigation Systems BV (Utrecht) _ EEL.4614 Fugro Ingenieursbureau BV (Leidschendam) _ DCT.4672 G Gastec NV (Apeldoorn) _ TEL.4408 Gemco Furnace (Son) _ DTM.4507 Genetwister Technologies BV (Wageningen) _ VBI.4716 GeoDelft (Delft) _ DCT.4672 H HITT (Apeldoorn) _ DTN.4758 Hauzer Techno Coating BV (Venlo) _ GWN.4561 Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (Hilversum) _ NIF.4494 Holland Genetics v.o.f. (Arnhem) _ UGN.4790 Hypor BV (Boxmeer) _ WBI.4802 I ID-Lelystad BV (Lelystad) _ BBI.4474 _ UGN.4790 _ WBI.4802 IHC Systems BV (Sliedrecht) _ DEL.4506 IKC (Ede) _ BBI.4474 IMEC (Leuven, België) _ TEL.4886 Industrial Automation Integrators (Veldhoven) _ DTN.4323 Ingenieursbureau Coenecoop BV (Waddinxveen) _ TST.4447 Institut für Vogelforschung (Wilhemshafen, Duitsland) _ GBI.4804 Institute for Pig Genetics BV (Beuningen) _ WBI.4802 Interpay Nederland BV (Utrecht) _ EWI.4536 Intervet International BV (Boxmeer) _ UDG.4600 _ UGN.4602 J Johnson & Johnson Pharmaceutical (Beerse, België) _ VBI.4568 K KAVB (Bovenkarspel) _ UBI.4394 KEMA Nederland BV (Arnhem) _ ETN.4448 KTH (Royal Institute of Technology) (Stockholm, Zweden) _ DEL.4625 Keygene NV (Wageningen) _ LBI.4572 Koelhuis Hillegom BV (Hillegom) _ UBI.4394 Koeman en Bijkerk BV (Haren) _ BBI.4145 Koninklijke Luchtmacht (Den Haag) _ GBI.4804 Koninklijke Marine (Den Haag) _ TCT.4466 _ DTN.4758 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) _ WBI.4573 Korg Italy (Osimo, Italië) _ NIF.4494 L LBO (Lisse) _ VBI.4716 LC Packings (Amsterdam) _ AAC.4556 LTO Nederland (Den Haag) _ BBI.4474 LU General Biscuits Nederland BV (Breda) _ GGN.4487 Leids Universitair Medisch Centrum _ LGN.4503 _ UNS.4538 Licentec (Bilthoven) _ FAM.4689 LioniX BV (Enschede) _ TEL.4408 _ TEL.4886 Lithp Systems BV (Purmerend) _ DWT.4551 Lucent Technologies (Huizen) _ TIF.4111 _ TST.4447 Lucent Technologies Nederland BV (Hilversum) _ TEL.3937 M MARIN (Wageningen) _ TWI.4197 Magellan M5 BV (Arnhem) _ EST.4439 Medtronic Bakken Research Center BV (Maastricht) _ UGN.4183 Melexis R&D Center (Tessenderlo, België) _ DEL.4577 Merck Biomaterial GmbH (Darmstadt, Duitsland) _ NGN.4484 Mifa Aluminium BV (Venlo) _ DST.4174 _ DST.4381 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (Den Haag) _ EWI.4536 Ministerie van Defensie (Den Haag) _ NWI.4411 _ DTN.4758 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
125
126
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1998
utilisatierapport 2004
(Groningen) _ B B I.4 474 _ G B I.4 8 0 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Rotterdam) _ NW I.4 411 _ E E L.4 614 Mos Grondmechanica (Rhoon) _ DCT.4672 N NAM (Assen) _ UBI.4552 _ GBI.4804 NLR (Amsterdam) _ DTN.4323 _ NWI.4411 _ DEL.4506 NOBIS (Gouda) _ WBI.4483 NOVEM (Utrecht) _ UTN.4407 NS Railinfrabeheer (Vondelingenplaat) _ DCT.4672 NTS-Amaryllis (De Lier) _ UBI.4394 NV Organon (Oss) _ GFA.4453 _ AAC.4556 _ LCH.4604 _ TST.4624 _ LCH.4779 NV Waterwinningsbedrijf Brabantse Biesbosch (Werkendam) _ BBI.4145 NVBD (Den Haag) _ BBI.4474 Nationaal Chipcard Platform (Leidschendam) _ EWI.4536 National Environment Research Council (Exeter, Groot Brittannië) _ GBI.4804 National Semiconductor BV (Delft) _ DEL.4442 National Starch & Chemicals (Zutphen) _ AAC.4556 Nedeximpo BV (Amsterdam) _ DCT.4672 Netlon Ltd (Blackburn, Groot Brittannië) _ TST.4473 Nikon Europe BV (Badhoevedorp) _ UNS.4538 Novem (Utrecht) _ UCH.4678 Numico Research (Wageningen) _ WLM.4479 Nunhems Zaden BV (Haelen) _ LBI.4572 _ WBI.4723 _ WBI.4737 O OPRA Optimal Radial Turbine BV (Hengelo) _ DTM.4507 Oogziekenhuis (Rotterdam) _ GGN.4399 Oranjewoud BV (Rijswijk) _ DCT.4201 OrthoDynamics (Drachten) _ TWT.4459 _ TWT.4588 P PAQUES BV (Balk) _ DST.4653 Pasminco Budel Zink (Budel-Dorplein) _ DST.4653 Pepscan Systems BV (Lelystad) _ TST.4624 Pharma Bio-Research Group BV (Zuidlaren) _ GFA.4453 Pharming BV (Leiden) _ UGN.4790 Pharming Group N.V. (Leiden) _ UGN.4790 Philips Business Electronics (Eindhoven) _ NWI.4411 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) _ DTN.4323 _ TEL.4886 Philips Consumer Electronics (Eindhoven) _ DEL.4625 Philips Optical Storage (Eindhoven) _ DWT.3951 Philips Research (Eindhoven) _ AAC.4556 Philips Research Laboratories (Eindhoven) _ TIF.4111 _ DTN.4175 _ UTN.4407 _ DEL.4442 _ TST.4447 _ GWN.4561 _ DEL.4577 _ DEL.4625 _ TTN.4661 Philips Research Leuven (Leuven, België) _ DMF.5051 Philips Semiconductors (Albuquerque, Verenigde Staten van Amerika) _ DEL.4442 _ EWI.4536 _ DMF.5051 Pie Medical Equipment BV (Maastricht) _ TTN.4661 Plant Research International BV (Wageningen) _ VBI.4716 _ WBI.4737 Plaxis BV (Delft) _ DCT.4672 tPolymer Laboratories, Heerlen en Shropshire (Groot Brittannië) _ AAC.4556 Proctor & Gamble (Cincinnati, Verenigde Staten van Amerika) _ UBI.4552 Proefstation voor de Champignoncultuur (Horst) _ WLM.4806 Projectorganisatie HSL-Zuid (Utrecht) _ DCT.4672 Provincie Overijssel (Zwolle) _ WBI.4483 Q Quest International (Bussum) _ UCH.4608 R RIKZ (Haren) _ TCT.4466 _ UBI.4552 _ GBI.4804 RIVM (Bilthoven) _ UBI.4552 _ WBI.4573 _ ABI.4701 _ WBI.4725 RIZA (Lelystad) _ BBI.4145 _ UBI.4552 _ ABI.4701 RSP Products BV (Rotterdam) _ DST.4174 Rademaker BV (Culemborg) _ DTM.4507 Rademaker Den Boer BV (Dalfsen) _ DTM.4507 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV (De Lier) _ WBI.4723 _ WBI.4737 Rijkswaterstaat (Delft) _ TCT.4466 _ DCT.4672 Robert Bosch GmbH (Reutlingen, Duitsland) _ DEL.4577 Roessingh Research and Development (Enschede) _ DWT.4551 _ TWT.4588 Rubber Stichting (Enschede) _ TST.4489 S SKF Engineering & Research Centre BV (Nieuwegein) _ DWT.3951 _ DEL.4506 _ DTM.4507 SRON (Utrecht) _ FAM.4689 STOWA (Utrecht) _ WMK.4650 Schill & Seilacher GmbH & Co. (Hamburg, Duitsland) _ TST.4489 Schlumberger Cambridge Research (Cambridge, Groot Brittannië) _ DTA.4585 Schlumberger Dowell (Sugarland, Verenigde Staten van Amerika) _ DTA.4585 Sendt (Roosendaal) _ DTN.4323 Sentron Europe BV (Roden) _ WBI.4513 Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) _ EST.4439 _ AAC.4556 _ NNS.4769 Shell International BV (Den Haag) _ UTN.4407 _ UCH.4678 Shell International Chemicals BV (Amsterdam) _ ACH.4777 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) _ UCH.4112 _ TWI.4197 _ DTN.4323 _ DST.4764
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1998
Shell SIEP BV (Rijswijk) _ DWT.3951 _ ANS.4403 _ ETN.4448 _ DTA.4585 _ DST.4854 Siemens AG (Erlangen, Duitsland) _ TEL.4025 Solvay Pharmaceuticals BV (Weesp) _ VBI.4568 _ ACH.4597 _ TST.4624 _ RGN.4736 _ LCH.4779 SonionMicrotronic Nederland BV (Amsterdam) _ DEL.4442 Spark Holland BV (Emmen) _ GFA.4453 Spierings Medische Techniek (Nijmegen) _ NGN.4484 Statoil (Stavanger, Noorwegen) _ DTA.4585 Stichting ASTRON (Dwingeloo) _ DEL.4476 _ DMF.5051 Stichting Bedrijfslaboratorium voor (Roelofarendsveen) _ LBI.4572 Stichting CUR (Gouda) _ DCT.4672 Stichting Technisch Centrum voor de Keramische Industrie (De Steeg) _ ETN.4448 Stork FDO BV (Amsterdam) _ DTN.4323 Stuurgroep Waddenprovincies (Leeuwarden) _ GBI.4804 Syngenta (Research Triangle Park, Verenigde Staten van Amerika) _ LBI.4572 Syngenta Mogen BV (Ridderkerk) _ VBI.4716 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) _ LBI.4572 T TNO Bouw (Delft) _ DCT.4406 _ ETN.4448 TNO Industrie (Eindhoven) _ NNS.4769 TNO TPD (Delft) _ DEL.4506 _ DTM.4507 TNO Voeding (Zeist) _ G FA.4453 _ WLM.4479 _ U NS.4538 _ DST.4728 TNO-FE L (Den Haag) _ DE L.4442 _ DTN.4758 TNO-M E P (Apeldoorn) _ TST.4473 _ WBI.4483 _ UCH.4678 TNO-NITG (Utrecht) _ TCT.4466 TNO-PG (Leiden) _ RGN.4736 TNO-TPD-BI (Amsterdam) _ UGN.4183 TNO-WT (Delft) _ EEL.4614 Tauw Milieu BV (Deventer) _ WBI.4483 Teikoku Oil Co. Ltd. (Shibuya-Ku, Japan) _ DTA.4585 Terra Nigra BV (De Kwakel) _ LBI.4572 Thales Nederland BV (Hengelo) _ NWI.4411 _ DEL.4476 _ DTN.4758 Thiemann Arzneimittel GmbH (Waltrop, Duitsland) _ GFA.4453 Thomson CSF/LCR (Orsay Cedex, Frankrijk) _ TEL.4025 Thomson Tubes Electroniques (Moirans, Frankrijk) _ DTN.4175 Tomandandy Music Inc. (New York, Verenigde Staten van Amerika) _ NIF.4494 U Unilever Research (Vlaardingen) _ UBI.4443 _ WLM.4479 _ LWN.4527 _ UNS.4538 _ AAC.4556 _ UCH.4608 _ ACH.4777 Universitair Medisch Centrum St. Radboud (Nijmegen) _ NGN.4372 _ NMW.4457 _ TTN.4661 Universitair Medisch Centrum Utrecht _ UGN.4183 _ NMW.4457 _ TTN.4661 _ RGN.4736 Universiteit Gent (België) _ TEL.3937 Urenco Nederland BV (Almelo) _ DWT.3951 _ DTN.4323 V VBI Ontwikkeling BV (Huissen) _ DCT.4406 VNK (Vereniging Nederlands Kalkzansteen) (Hilversum) _ ETN.4448 VP Crypto & Embedded Security SafeNet BV (Vught) _ EWI.4536 VROM-DGM (Den Haag) _ UBI.4552 _ WBI.4725 VU Medisch Centrum (Amsterdam) _ AGN.4731 Van Zanten Flowerbulbs BV (Hillegom) _ UBI.4394 Varian Analytical Instruments (Middelburg) _ TE L.4 4 0 8 Varian Chrompack International BV (Middelburg) _ G FA.4 453 _ AAC.455 6 Vereniging Natuurmonumenten (‘s Gravenland) _ G B I.4804 Vertex Pharmaceuticals Incorporated (San Diego, Verenigde Staten van Amerika) _ TST.4624 Viscotek European Technical Center (Oss) _ AAC.4556 Vitatron Medical BV (Dieren) _ NGN.4372 Vitro Laboratorium Zuidgeest (Maasdijk) _ LBI.4572 Vogelbescherming Nederland (Zeist) _ GBI.4804 Vredestein Banden BV (Enschede) _ TST.4489 W WL - Delft Hydraulics (Delft) _ TWI.4197 _ TCT.4466 WLTO Advies (Grootebroek) _ UBI.4394 Waddenvereniging (Harlingen) _ GBI.4804 Waterschap Veluwe (Apeldoorn) _ WMK.4650 Witteveen & Bos (Deventer) _ ABI.4701 X X-Flow BV (Enschede) _ TST.4473 Xendo Laboratories BV (Groningen) _ GFA.4453 Y Yamanouchi Europe BV (Leiderdorp) _ NMW.4457 _ RGN.4736
127
128
| WBI.2823
utilisatierapport 2004